Otto I van Gelre

Otto I van Gelre

Mannelijk ca. 1150 - 1207  (~ 57 jaar)

Generaties:      Standaard    |    Compact    |    Verticaal    |    Alleen tekst    |    Register    |    PDF

Generatie: 1

  1. 1.  Otto I van GelreOtto I van Gelre is geboren circa 1150; is gestorven op 25 aug 1207; is begraven in Kamp-Lintfort.

    Aantekeningen:

    Otto I van Gelre (ca. 1150 – 25 augustus 1207, begraven te Klooster Kamp in Kamp-Lintfort) was graaf van Gelre (1182-1207). Hij was een zoon van graaf Hendrik van Gelre en Zutphen en Agnes uit een onbekend geslacht.

    Rond 1184 huwde Otto met Richarda van Beieren, een dochter van paltsgraaf Otto I van Beieren. Hij nam deel aan de derde Kruistocht (1189-1192) en nam daarin deel aan de belegering van Konya en aan het beleg van Akko. Otto was een van de laatste edelen uit de lage landen die terugkeerde van de kruistocht. Otto koos partij voor de keizer en tegen de graven van Holland en de hertogen van Brabant. Hij steunde Lodewijk II van Loon tijdens de Loonse Oorlog.

    In 1190 werd hij als eerste graaf van Gelre en Zutphen genoemd. De betreffende oorkonde is de stadsbrief aan Zutphen. Otto verleende Zutphen als eerste Gelderse stad stadsrechten. Zijn zoon Gerard III en kleinzoon Otto II zouden dit Zutphense recht als model gebruiken voor de stadsprivileges van diverse andere Gelderse steden, waarmee Zutphen de moederstad van het Gelderse graafschap werd. De datering van de oorspronkelijke oorkonde is vermoedelijk 1194 en 1195. Het bewaarde afschrift is dat van Gerard III.

    Otto I en Richardis kregen de volgende kinderen:

    Hendrik (ovl ca. 1198), mederegent, verloofd met Ada van Holland, dochter van Dirk VII), maar kort daarna overleden en begraven in de Abdij van Rijnsburg
    Gerard III van Gelre, opvolger van zijn vader
    Aleid, gehuwd met graaf Willem I van Holland
    Otto I, bisschop van Utrecht
    Irmgard (ovl. na 1230), gehuwd met graaf Adolf I van der Mark
    Margaretha (-1264), gehuwd met graaf Lotharius II van Ahe en Hochstaden, broer van aartsbisschop Koenraad van Keulen
    Mechtildis, gehuwd met graaf Hendrik II van Nassau
    Geschiedenis[bewerken]
    Toen de graaf van Steinfurt zijn deel van de Heerlijkheid Bredevoort verkocht aan Engelbert II van Berg (de bisschop van Münster) en de graaf van Lohn zijn deel overgaf aan graaf Otto begon de strijd om het gehele bezit van de heerlijkheid tussen Münster en Gelre. Die strijd duurde twee eeuwen. Omstreeks 1388 verleende Otto stadsrechten aan Bredevoort.

    Trivia
    Het Graaf Ottobad in Zutphen is vernoemd naar Otto I van Gelre.

    Gezin/Partner: Richarda van Beieren. Richarda is geboren in 1173 in Kelheim; is gestorven op 7 dec 1231 in Roermond. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. 2. Aleid van Gelre  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1182; is gestorven op 12 feb 1218.
    2. 3. Gerard III van Gelre  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1185; is gestorven op 22 okt 1229; is begraven in Roermond.


Generatie: 2

  1. 2.  Aleid van GelreAleid van Gelre Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (1.Otto1) is geboren circa 1182; is gestorven op 12 feb 1218.

    Aantekeningen:

    Aleid van Gelre (Overleden op 12 februari 1218) was door haar huwelijk met Willem I gravin van Holland. Aleid was de oudste dochter van graaf Otto I van Gelre en Ricardis, een dochter van Otto I van Beieren.

    Biografie
    Huwelijk met Willem
    Over Aleid van Gelre is weinig bekend uit contemporaine bronnen. Haar geboortejaar is onbekend en over haar jeugd aan het Gelderse hof is niets overgeleverd. In de Annalen van Egmond, de belangrijkste verhalende bron over de twaalfde-eeuwse geschiedenis van Holland, komt ze voor het eerst voor bij de beschrijving van haar huwelijk met Willem I van Holland.

    Eind 1195 of begin 1196 benoemde graaf Dirk VII van Holland diens jongere broer Willem tot graaf van Midden-Friesland, dat onder gedeeld gezag stond van Holland en het Sticht Utrecht. Als graaf van Friesland kwam Willem in conflict met de heer van Kuinre, Hendrik de Kraan, een leenman van de bisschop van Utrecht. Willem veroverde Kuinre en liet de Kuinderburcht verwoesten. Vervolgens reisde hij naar Kasteel Ter Horst in het Sticht voor een ontmoeting met zijn broer Dirk VII, die voor korte tijd benoemd was tot voogd van het bisdom. Willem werd door zijn broer ontvangen, maar net voordat hij aan tafel wilde gaan werd hij ? met toestemming van zijn broer – overvallen en gevangengenomen door door Hendrik de Kraan en zijn volgelingen. Willem wist echter te ontsnappen en vluchtte naar Gelre, waar hij aan het hof van graaf Otto I verbleef. Volgens de Annalen bleef hij "daar een tijdje omdat zijn benen door het ijs ernstig waren opengescheurd en door de kou gezwollen." Aan het Gelderse hof verloofde hij zich met Aleid, de dochter van zijn gastheer. Vervolgens keerde Willem terug naar Friesland. De Annalen vertellen dat hij kort daarop huwde met "de dochter van graaf Otto, die met alle eer naar hem gebracht was; de bruiloft is in Stavoren gevierd".

    Het jaar waarin de bruiloft gevierd werd is niet met zekerheid vast te stellen, maar waarschijnlijk vond het plaats in 1198.[1] Volgens de veertiende-eeuwse kroniekschrijver Willem Procurator vond het huwelijk in 1206 plaats, toen Willem al als graaf van Holland regeerde. Volgens Henri Obreen was dit onmogelijk, omdat Willem in een oorkonde uit 1200 als schoonzoon van Otto van Gelre werd vermeldt.[2]
    Gravin van Holland

    Over Aleids leven als gravin is weinig bekend. Tot 1203 regeerde Willem in Friesland, daarna probeerde hij tijdens de Loonse Oorlog de macht in het graafschap Holland over te nemen ten koste van zijn nicht Ada en haar man Lodewijk II van Loon. Vanaf 1206 regeerde Willem onbetwist als graaf Holland, hoewel hij het grafelijk gezag formeel moest delen met Lodewijk II van Loon.

    Aleid bezegelde als gravin een aantal privaatrechtelijke oorkondes, maar haar zegel is niet bewaard gebleven. Volgens een veertiende-eeuws verhaal zou ze een kostbaren gouden kruis aan de abdij van Rijnsburg hebben geschonken.

    In de lente van 1217 vertrok Willem I om deel te nemen aan de Vijfde Kruistocht. Hij stelde zijn neef Boudewijn I van Bentheim aan als ruwaard tijdens zijn afwezigheid. Aleid overleed tijdens de afwezigheid van haar man op 12 februari 1218. Haar lichaam werd bijgezet in de abdijkerk van Rijnsburg.

    Willem hertrouwde in 1220 met Maria, een dochter van Hendrik I van Brabant en de weduwe van keizer Otto IV. Kort voor zijn dood in 1222 zette Willem een enorm bedrag van 100 Hollandse ponden opzij om een altaar in Rijnsburg op te richtten, waar zielmissen gelezen moesten worden voor hem, zijn voorouders en zijn eerst vrouw Aleid. De grafsteen van Willem en Aleid werd bij een onderzoek in de ruïnes van Rijnsburg in 1613 teruggevonden. De steen is ingemetseld in de muur van het koor van de Grote kerk in Rijnsburg.
    Kinderen

    Aleid en Willem kregen vijf kinderen:

    Floris IV (1210–1234)
    Otto (overleden in 1249)
    Ada (begraven in 1258), abdis van Rijnsburg
    Ricardis (begraven in 1262)
    Willem (overleden in 1238)

    Aleid getrouwd Willem I van Holland in 1197 (civil). Willem (zoon van Floris III van Holland en Ada van Schotland) is geboren circa 1175 in 's-Gravenhage; is gestorven op 4 feb 1222; is begraven in abdij van Rijnsburg. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 3.  Gerard III van GelreGerard III van Gelre Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (1.Otto1) is geboren circa 1185; is gestorven op 22 okt 1229; is begraven in Roermond.

    Aantekeningen:

    Gerard III van Gelre (ca 1185 - 22 oktober 1229, begraven te Roermond) was graaf van Gelre en Zutphen van 1207 tot 1229.

    Genealogie
    Hij was een zoon van graaf Otto I en Richarda van Beieren en wordt ook wel aangeduid als Gerard IV of Gerard V. In januari 1206 huwde hij met Margaretha van Brabant, dochter van hertog Hendrik I van Brabant.

    Gerard was vader van:

    Margaretha, verloofd met heer Dirk II van Valkenburg, maar uiteindelijk getrouwd met graaf Willem IV van Gulik (-1278)
    Otto II (-1271)
    Hendrik (-1285), bisschop van Luik
    Richardis, gehuwd met graaf Willem IV van Gulik (-1278).
    Biografie[bewerken]
    Gerard had in eerste instantie zeer veel invloed aan het hof van keizer Frederik II, maar raakte later met hem in conflict, waarna de keizer Roermond in 1213 verwoestte. Dit was een incident en later werd de relatie met Frederik II beter. In 1220 kreeg hij toestemming van Frederik II om de tol bij Arnhem te verplaatsen naar Lobith, wat economisch een succes werd en een van de beste inkomstenbronnen werd van de graaf.[1] Tussen 1224 en 1229 groeide Roermond uit tot een stad, daarvoor was het niet meer dan een handelsnederzetting. Gerard stichtte vervolgens de Munsterabdij en gaf Roermond stadsrechten (ca.1229). Met bisschop Otto van Lippe van Utrecht had hij strijd over Salland, maar kort daarna steunde hij deze tegen Drenthe.

    Slag bij Ane
    Tijdens de Slag bij Ane in 1227 werd hij gevangengenomen, en toch weer vrijgelaten door een smoes. Gerard III vroeg aan de Drentse edelman die hem gevangen hield een tijdelijke vrijheid om de nieuwe Utrechtse bisschop mee te kunnen verkiezen, omdat immers de vorige gedood was bij Ane. Als erewoord beloofde Gerard plechtig weer terug te keren, zwaar gehavend van de strijd trok hij naar de verkiezingscommissie in Utrecht en verkondigde daar dat hij niet meer terug hoefde te keren omdat ze in Drenthe verdoemd waren.

    Tussen 1212 en 1215 ontving hij van zijn broer bisschop Otto van Gelre de novale tienden uit de nog onbebouwde landen van de Veluwe. Hieruit blijkt dat de Veluwe na deze jaren gedeeltelijk in cultuur is gebracht.[2] Hij gaf in 1227 de Veluwe landrecht.

    In 1229 overleed Gerard mogelijk aan zijn verwondingen van de slag bij Ane, volgens Johannes de Beke bij een veldslag dat jaar.[3] Andere bronnen beweren bij een veldslag bij Zutphen dat jaar.

    Gerard getrouwd Margaretha van Brabant in jan 1206 (civil). Margaretha is geboren circa 1190; is gestorven circa 1231. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. 4. Otto II van Gelre  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1215; is gestorven op 10 jan 1271.


Generatie: 3

  1. 4.  Otto II van GelreOtto II van Gelre Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (3.Gerard2, 1.Otto1) is geboren circa 1215; is gestorven op 10 jan 1271.

    Aantekeningen:

    Otto II van Gelre (ca 1215 – 10 januari 1271[3]), bijgenaamd de Lamme, was graaf van Gelre en Zutphen van 22 oktober 1229 tot zijn dood in 1271. Hij is de zoon van graaf Gerard III van Gelre (ook wel aangeduid als Gerard IV of Gerard V) en Margaretha van Brabant. De graaf had vele bijnamen. Voorbeelden hiervan zijn ‘de Lamme’, 'de Paardenvoet' of de ‘Hinkende’ vanwege zijn klompvoet. Een andere bijnaam was ook wel de Stedenstichter vanwege de vele plaatsen die hij tot stad verhief.

    Familie
    Op vijftienjarige leeftijd volgde hij zijn vader Gerard III van Gelre op. Otto regeerde 42 jaar. Otto II trouwde in 1240 met Margaretha van Kleef (†10 september 1251), de dochter van graaf Diederik VI van Kleef en Mechtild van Dinslaken. Zij schonk hem twee dochters:

    Elizabeth (†31 maart 1313, begraven in klooster Gräfrath, trouwde op 17 maart 1249 met graaf Adolf V van Berg (†28 september 1296)
    Margaretha († voor 1286), zij trouwde voor 1262 met graaf Enguerrand IV van Coucy en Oisy, Vicomte de Meaux (†1286)
    In 1253 trouwde hij met Filippa de Dammartin, dochter van graaf Simon van Dammartin, en werd vader van:

    Reinoud (1255-1326)
    Filippa, gehuwd met Walram van Valkenburg, Monschau en Sittard, zoon van Dirk I van Valkenburg
    Margaretha, gehuwd met graaf Diederik VIII van Kleef.

    Levensloop
    Otto II was graaf van Gelre van 1229 tot aan zijn dood. Hij bemiddelde vaak bij vetes in zijn omgeving. Ook werd hijzelf vaak in conflicten betrokken door zijn bezittingen in Westfalen, onder andere met de graven van Ravensberg en Tecklenburg maar ook met de bisschoppen van Münster, Osnabrück en Paderborn.

    Om de invloed in de Nederrijnlanden voerde Otto II vele oorlogen met de graven van Kleef en bisschoppen van Utrecht. Zijn aanspraken op Salland moest hij daardoor opgeven.

    In 1247 werd Otto II door Paus Innocentius IV gevraagd of hij Rooms-koning wilde worden. Hij was de tweede keus, want de hertog van Brabant had de kroon al geweigerd. Hij wees dit aanbod af, omdat dit ambt veel nadeel zou brengen.

    Het klooster Grafenthal werd in 1248 gebouwd op aandringen van zijn vrouw Margaretha van Kleef. De kloosterkerk was het eerste bouwwerk op het kloostercomplex. In hetzelfde jaar kwam de stad Nijmegen in zijn bezit. Otto II liet in 1250 aanvangen met de bouw van de Grote of Sint-Stevenskerk, die pas in 1476 zou worden voltooid. In 1251 werd het lichaam van Margaretha van Kleef bijgezet in de kerk van het klooster Graefenthal. Vlak voor zijn dood vocht hij nog enkele geschillen met de stad Zutphen uit.

    Otto bereikte als bondgenoot van de Hertogen van Brabant en Graven van Holland (van 1261 t/m 1262) een hoge positie in Neder-Lotharingen. Hij verkreeg vele heerlijkheden waaronder Groenlo, Bredevoort en Lichtenvoorde. Zodoende was hij beschermheer van Keulen.

    Voogd van Holland (1263-1266)
    Otto II was een goede bondgenoot van Willem II van Holland. Toen deze sneuvelde in een campagne tegen de Friezen in 1256, erfde Floris V van Holland het graafschap Holland. Floris V stond nog onder voogdij van Floris de Voogd (tot 1258) en daarna door Aleid van Holland waarmee Otto II de voogdij bevocht over Holland en Zeeland met andere edelen.[7] Bij de slag bij Reimerswaal op 22 januari 1263 versloeg Otto II zijn rivaal Aleid, waarna hij als voogd werd verkozen.[8] In 1266 werd Floris V meerderjarig op twaalfjarige leeftijd en werd hij in staat geacht om zelf zijn graafschap te regeren.

    Een andere bijnaam van Otto is ‘de stedenstichter’. Hij verleende tijdens zijn regeerperiode stadsrechten aan 29 steden, onder meer Geldern (1229), Goch (ca 1230), Roermond (1231), Harderwijk (1231), Grave (1232), Emmerik (1233), Arnhem (1233), Lochem (1233), Doetinchem (1236), Doesburg (1237), Wageningen (1263) en Montfort (waarschijnlijk in 1263).

    Otto II werd opgevolgd door zijn zoon Reinoud I. Hij ligt begraven in het klooster Graefenthal.

    Otto getrouwd Filippa de Dammartin in 1253 (civil). [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. 5. Reinoud I van Gelre  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren in 1255; is gestorven op 9 okt 1326 in Montfort, Nederland.


Generatie: 4

  1. 5.  Reinoud I van GelreReinoud I van Gelre Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (4.Otto3, 3.Gerard2, 1.Otto1) is geboren in 1255; is gestorven op 9 okt 1326 in Montfort, Nederland.

    Aantekeningen:

    Reinoud I van Gelre (1255 - Montfort, 9 oktober 1326). Hij was ook bekend als Reinoud de Strijdbare. Reinoud I was graaf van Gelre van 10 januari 1271 tot zijn dood. Zijn naam wordt ook geschreven als Raynald, Reinald, Reynald of Reynout.

    Reinoud werd geboren als zoon van Otto II, graaf van Gelre. Vanaf 1274 was hij gehuwd met Irmgard van Limburg (†1283), de erfgename van hertog Walram IV van Limburg. Dit huwelijk bleef kinderloos. In 1286 trouwde hij met Margaretha van Vlaanderen (1272-1331), dochter van Gwijde van Dampierre. Uit dit huwelijk zijn de volgende kinderen bekend:

    Reinoud II (1295-1343)
    Gwijde (†na 1315 te Arnhem, aldaar begraven)
    Philips (jong overleden)
    Elisabeth (Isabella) (†1354 in klooster St. Clara), abdis van klooster St. Clara te Keulen, in 1299 verloofd met Godfried van Brabant, in 1314 beloofd aan Albrecht II van Oostenrijk
    Filippa (†23 augustus 1352), non in klooster St. Clara te Keulen
    Margaretha (voor 1299 - 7 juli 1346/47), gehuwd met graaf Diederik IX van Kleef
    Er is één bastaardzoon van Reinald bekend, Laurentius bastaard van Gelre, mogelijk de stamvader van de heren van Steenbergen.[1]

    Levensloop
    Reinald richtte zich net als zijn vader politiek op het Zuiden. Niet uit berekening maar meer uit dynastieke overwegingen, hij was gehuwd met de erfdochter van het Hertogdom Limburg. Na het overlijden van haar vader in 1280 erfde Irmgard het hertogdom en in 1282 werd ze er door koning Rudolf mee beleend waarbij Reinald het levenslange vruchtgebruik kreeg. Na het overlijden van zijn echtgenote in 1283 noemde hij zich comes Gelrie et dux Limburgensis. Hij verloor dit gebied na zijn nederlaag bij de Slag bij Woeringen.

    Nog in 1279 kocht hij het graafschap Kessel aan evenals de heerlijkheidsrechten over de linker-Maasoever en Mönchengladbach.

    Na de moord op Hendrik III van Gelre erfde diens neef Reinoud in 1284 de Heerlijkheid Montfort, een district van het hertogdom Gelre, waartoe ook het Kasteel Montfort behoorde.

    Bij de slag bij Woeringen in 1288 wilden de graven van Gelre hun macht uitbreiden over het hertogdom Limburg, wat evenwel jammerlijk mislukte. Volgens legende gaf hij zich over met twee veren in elke hand (zie afbeelding). Reinoud had zich hiervoor echter diep in de schulden gestoken en zag zich daardoor verplicht om de inkomsten van zijn graafschap Gelre van 1288 tot 1293 te verpachten aan zijn schoonvader Gwijde van Dampierre, graaf van Vlaanderen. De Vlaamse heerschappij heeft bijgedragen aan de bouw van een modern doeltreffend territoriaal bestuur.

    Reinoud werd in 1317 door de Duitse tegenkoning Frederik de Schone in de rijksvorstenstand verheven, hetgeen echter door keizer Lodewijk IV niet erkend werd.

    In 1318 werd hij afgezet. Daarna regeerde zijn zoon onder voogdij. In 1320 werd Reinoud I door zijn eigen zoon, Reinoud II, gevangengezet in de kerker van de Grauwert, een verdedigingstoren van Kasteel Montfort. Daar zou hij zes jaar later overlijden. Reinoud I werd op 21 oktober 1326 in het klooster Graefenthal begraven.

    Reinoud getrouwd Margaretha van Dampierre in 1286 (civil). Margaretha is geboren circa 1272; is gestorven in 1331. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. 6. Reinoud II van Gelre  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1295; is gestorven op 12 okt 1343 in Arnhem, Nederland.