Gerard III van Gelre

Gerard III van Gelre

Mannelijk ca. 1185 - 1229  (~ 44 jaar)

Generaties:      Standaard    |    Compact    |    Verticaal    |    Alleen tekst    |    Register    |    PDF

Generatie: 1

  1. 1.  Gerard III van GelreGerard III van Gelre is geboren circa 1185; is gestorven op 22 okt 1229; is begraven in Roermond.

    Aantekeningen:

    Gerard III van Gelre (ca 1185 - 22 oktober 1229, begraven te Roermond) was graaf van Gelre en Zutphen van 1207 tot 1229.

    Genealogie
    Hij was een zoon van graaf Otto I en Richarda van Beieren en wordt ook wel aangeduid als Gerard IV of Gerard V. In januari 1206 huwde hij met Margaretha van Brabant, dochter van hertog Hendrik I van Brabant.

    Gerard was vader van:

    Margaretha, verloofd met heer Dirk II van Valkenburg, maar uiteindelijk getrouwd met graaf Willem IV van Gulik (-1278)
    Otto II (-1271)
    Hendrik (-1285), bisschop van Luik
    Richardis, gehuwd met graaf Willem IV van Gulik (-1278).
    Biografie[bewerken]
    Gerard had in eerste instantie zeer veel invloed aan het hof van keizer Frederik II, maar raakte later met hem in conflict, waarna de keizer Roermond in 1213 verwoestte. Dit was een incident en later werd de relatie met Frederik II beter. In 1220 kreeg hij toestemming van Frederik II om de tol bij Arnhem te verplaatsen naar Lobith, wat economisch een succes werd en een van de beste inkomstenbronnen werd van de graaf.[1] Tussen 1224 en 1229 groeide Roermond uit tot een stad, daarvoor was het niet meer dan een handelsnederzetting. Gerard stichtte vervolgens de Munsterabdij en gaf Roermond stadsrechten (ca.1229). Met bisschop Otto van Lippe van Utrecht had hij strijd over Salland, maar kort daarna steunde hij deze tegen Drenthe.

    Slag bij Ane
    Tijdens de Slag bij Ane in 1227 werd hij gevangengenomen, en toch weer vrijgelaten door een smoes. Gerard III vroeg aan de Drentse edelman die hem gevangen hield een tijdelijke vrijheid om de nieuwe Utrechtse bisschop mee te kunnen verkiezen, omdat immers de vorige gedood was bij Ane. Als erewoord beloofde Gerard plechtig weer terug te keren, zwaar gehavend van de strijd trok hij naar de verkiezingscommissie in Utrecht en verkondigde daar dat hij niet meer terug hoefde te keren omdat ze in Drenthe verdoemd waren.

    Tussen 1212 en 1215 ontving hij van zijn broer bisschop Otto van Gelre de novale tienden uit de nog onbebouwde landen van de Veluwe. Hieruit blijkt dat de Veluwe na deze jaren gedeeltelijk in cultuur is gebracht.[2] Hij gaf in 1227 de Veluwe landrecht.

    In 1229 overleed Gerard mogelijk aan zijn verwondingen van de slag bij Ane, volgens Johannes de Beke bij een veldslag dat jaar.[3] Andere bronnen beweren bij een veldslag bij Zutphen dat jaar.

    Gerard getrouwd Margaretha van Brabant in jan 1206 (civil). Margaretha is geboren circa 1190; is gestorven circa 1231. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. 2. Otto II van Gelre  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1215; is gestorven op 10 jan 1271.


Generatie: 2

  1. 2.  Otto II van GelreOtto II van Gelre Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (1.Gerard1) is geboren circa 1215; is gestorven op 10 jan 1271.

    Aantekeningen:

    Otto II van Gelre (ca 1215 – 10 januari 1271[3]), bijgenaamd de Lamme, was graaf van Gelre en Zutphen van 22 oktober 1229 tot zijn dood in 1271. Hij is de zoon van graaf Gerard III van Gelre (ook wel aangeduid als Gerard IV of Gerard V) en Margaretha van Brabant. De graaf had vele bijnamen. Voorbeelden hiervan zijn ‘de Lamme’, 'de Paardenvoet' of de ‘Hinkende’ vanwege zijn klompvoet. Een andere bijnaam was ook wel de Stedenstichter vanwege de vele plaatsen die hij tot stad verhief.

    Familie
    Op vijftienjarige leeftijd volgde hij zijn vader Gerard III van Gelre op. Otto regeerde 42 jaar. Otto II trouwde in 1240 met Margaretha van Kleef (†10 september 1251), de dochter van graaf Diederik VI van Kleef en Mechtild van Dinslaken. Zij schonk hem twee dochters:

    Elizabeth (†31 maart 1313, begraven in klooster Gräfrath, trouwde op 17 maart 1249 met graaf Adolf V van Berg (†28 september 1296)
    Margaretha († voor 1286), zij trouwde voor 1262 met graaf Enguerrand IV van Coucy en Oisy, Vicomte de Meaux (†1286)
    In 1253 trouwde hij met Filippa de Dammartin, dochter van graaf Simon van Dammartin, en werd vader van:

    Reinoud (1255-1326)
    Filippa, gehuwd met Walram van Valkenburg, Monschau en Sittard, zoon van Dirk I van Valkenburg
    Margaretha, gehuwd met graaf Diederik VIII van Kleef.

    Levensloop
    Otto II was graaf van Gelre van 1229 tot aan zijn dood. Hij bemiddelde vaak bij vetes in zijn omgeving. Ook werd hijzelf vaak in conflicten betrokken door zijn bezittingen in Westfalen, onder andere met de graven van Ravensberg en Tecklenburg maar ook met de bisschoppen van Münster, Osnabrück en Paderborn.

    Om de invloed in de Nederrijnlanden voerde Otto II vele oorlogen met de graven van Kleef en bisschoppen van Utrecht. Zijn aanspraken op Salland moest hij daardoor opgeven.

    In 1247 werd Otto II door Paus Innocentius IV gevraagd of hij Rooms-koning wilde worden. Hij was de tweede keus, want de hertog van Brabant had de kroon al geweigerd. Hij wees dit aanbod af, omdat dit ambt veel nadeel zou brengen.

    Het klooster Grafenthal werd in 1248 gebouwd op aandringen van zijn vrouw Margaretha van Kleef. De kloosterkerk was het eerste bouwwerk op het kloostercomplex. In hetzelfde jaar kwam de stad Nijmegen in zijn bezit. Otto II liet in 1250 aanvangen met de bouw van de Grote of Sint-Stevenskerk, die pas in 1476 zou worden voltooid. In 1251 werd het lichaam van Margaretha van Kleef bijgezet in de kerk van het klooster Graefenthal. Vlak voor zijn dood vocht hij nog enkele geschillen met de stad Zutphen uit.

    Otto bereikte als bondgenoot van de Hertogen van Brabant en Graven van Holland (van 1261 t/m 1262) een hoge positie in Neder-Lotharingen. Hij verkreeg vele heerlijkheden waaronder Groenlo, Bredevoort en Lichtenvoorde. Zodoende was hij beschermheer van Keulen.

    Voogd van Holland (1263-1266)
    Otto II was een goede bondgenoot van Willem II van Holland. Toen deze sneuvelde in een campagne tegen de Friezen in 1256, erfde Floris V van Holland het graafschap Holland. Floris V stond nog onder voogdij van Floris de Voogd (tot 1258) en daarna door Aleid van Holland waarmee Otto II de voogdij bevocht over Holland en Zeeland met andere edelen.[7] Bij de slag bij Reimerswaal op 22 januari 1263 versloeg Otto II zijn rivaal Aleid, waarna hij als voogd werd verkozen.[8] In 1266 werd Floris V meerderjarig op twaalfjarige leeftijd en werd hij in staat geacht om zelf zijn graafschap te regeren.

    Een andere bijnaam van Otto is ‘de stedenstichter’. Hij verleende tijdens zijn regeerperiode stadsrechten aan 29 steden, onder meer Geldern (1229), Goch (ca 1230), Roermond (1231), Harderwijk (1231), Grave (1232), Emmerik (1233), Arnhem (1233), Lochem (1233), Doetinchem (1236), Doesburg (1237), Wageningen (1263) en Montfort (waarschijnlijk in 1263).

    Otto II werd opgevolgd door zijn zoon Reinoud I. Hij ligt begraven in het klooster Graefenthal.

    Otto getrouwd Filippa de Dammartin in 1253 (civil). [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. 3. Reinoud I van Gelre  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren in 1255; is gestorven op 9 okt 1326 in Montfort, Nederland.


Generatie: 3

  1. 3.  Reinoud I van GelreReinoud I van Gelre Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (2.Otto2, 1.Gerard1) is geboren in 1255; is gestorven op 9 okt 1326 in Montfort, Nederland.

    Aantekeningen:

    Reinoud I van Gelre (1255 - Montfort, 9 oktober 1326). Hij was ook bekend als Reinoud de Strijdbare. Reinoud I was graaf van Gelre van 10 januari 1271 tot zijn dood. Zijn naam wordt ook geschreven als Raynald, Reinald, Reynald of Reynout.

    Reinoud werd geboren als zoon van Otto II, graaf van Gelre. Vanaf 1274 was hij gehuwd met Irmgard van Limburg (†1283), de erfgename van hertog Walram IV van Limburg. Dit huwelijk bleef kinderloos. In 1286 trouwde hij met Margaretha van Vlaanderen (1272-1331), dochter van Gwijde van Dampierre. Uit dit huwelijk zijn de volgende kinderen bekend:

    Reinoud II (1295-1343)
    Gwijde (†na 1315 te Arnhem, aldaar begraven)
    Philips (jong overleden)
    Elisabeth (Isabella) (†1354 in klooster St. Clara), abdis van klooster St. Clara te Keulen, in 1299 verloofd met Godfried van Brabant, in 1314 beloofd aan Albrecht II van Oostenrijk
    Filippa (†23 augustus 1352), non in klooster St. Clara te Keulen
    Margaretha (voor 1299 - 7 juli 1346/47), gehuwd met graaf Diederik IX van Kleef
    Er is één bastaardzoon van Reinald bekend, Laurentius bastaard van Gelre, mogelijk de stamvader van de heren van Steenbergen.[1]

    Levensloop
    Reinald richtte zich net als zijn vader politiek op het Zuiden. Niet uit berekening maar meer uit dynastieke overwegingen, hij was gehuwd met de erfdochter van het Hertogdom Limburg. Na het overlijden van haar vader in 1280 erfde Irmgard het hertogdom en in 1282 werd ze er door koning Rudolf mee beleend waarbij Reinald het levenslange vruchtgebruik kreeg. Na het overlijden van zijn echtgenote in 1283 noemde hij zich comes Gelrie et dux Limburgensis. Hij verloor dit gebied na zijn nederlaag bij de Slag bij Woeringen.

    Nog in 1279 kocht hij het graafschap Kessel aan evenals de heerlijkheidsrechten over de linker-Maasoever en Mönchengladbach.

    Na de moord op Hendrik III van Gelre erfde diens neef Reinoud in 1284 de Heerlijkheid Montfort, een district van het hertogdom Gelre, waartoe ook het Kasteel Montfort behoorde.

    Bij de slag bij Woeringen in 1288 wilden de graven van Gelre hun macht uitbreiden over het hertogdom Limburg, wat evenwel jammerlijk mislukte. Volgens legende gaf hij zich over met twee veren in elke hand (zie afbeelding). Reinoud had zich hiervoor echter diep in de schulden gestoken en zag zich daardoor verplicht om de inkomsten van zijn graafschap Gelre van 1288 tot 1293 te verpachten aan zijn schoonvader Gwijde van Dampierre, graaf van Vlaanderen. De Vlaamse heerschappij heeft bijgedragen aan de bouw van een modern doeltreffend territoriaal bestuur.

    Reinoud werd in 1317 door de Duitse tegenkoning Frederik de Schone in de rijksvorstenstand verheven, hetgeen echter door keizer Lodewijk IV niet erkend werd.

    In 1318 werd hij afgezet. Daarna regeerde zijn zoon onder voogdij. In 1320 werd Reinoud I door zijn eigen zoon, Reinoud II, gevangengezet in de kerker van de Grauwert, een verdedigingstoren van Kasteel Montfort. Daar zou hij zes jaar later overlijden. Reinoud I werd op 21 oktober 1326 in het klooster Graefenthal begraven.

    Reinoud getrouwd Margaretha van Dampierre in 1286 (civil). Margaretha is geboren circa 1272; is gestorven in 1331. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. 4. Reinoud II van Gelre  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1295; is gestorven op 12 okt 1343 in Arnhem, Nederland.


Generatie: 4

  1. 4.  Reinoud II van GelreReinoud II van Gelre Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (3.Reinoud3, 2.Otto2, 1.Gerard1) is geboren circa 1295; is gestorven op 12 okt 1343 in Arnhem, Nederland.

    Aantekeningen:

    Reinoud II (of Reinald II; ca 1295 – Arnhem 12 oktober 1343), bijgenaamd de Rode of de Zwarte, was graaf van Gelre van 1326 tot 1339 en hertog van Gelre van 1339 tot 1343. Hij was de zoon van graaf Reinoud I en Margaretha van Dampierre (1272-1331), gravin van Vlaanderen.

    Levensloop
    In 1316 kreeg hij onenigheid met zijn vader. Hij vond zijn vader niet langer in staat de belangen van het territorium te behartigen en nam zelf het bestuur over. Na een arbitrale uitspraak van 3 september 1318 door graaf Willem III van Holland regeerde hij als soen des graven van Gelre over het graafschap Gelre en Zutphen. Zijn vader werd gevangengezet op kasteel Montfort.[1]

    Reinald verleende land- en dijkrechten, en maakte bepalingen en regelingen ter verbetering van het keren van buitenwater en het lozen van binnenwater en grondwater. Deze wetgeving bestond deels uit de optekening van publiekrechtelijk en privaatrechtelijk gewoonterecht, en deels uit nieuw recht ten aanzien van het schouwen van dijken, weteringen en kaden, en de rechterlijke organisatie. Voor het Land van Maas en Waal in 1321 en 1328, voor de Bommeler- en de Tielerwaard in 1325, 1327 en 1335, voor de Over- en Nederbetuwe in 1327, voor het Overkwartier in 1328, voor het nieuw ontgonnen 'Nijbroek' eveneens in 1328. Deze wetgeving is van belang geweest voor de bevordering van de rechtszekerheid en de bodemexploitatie binnen het Gelderse territorium.[2]

    In 1326 overleed zijn vader en Reinoud benoemde zichzelf tot graaf van Gelre en graaf van Zutphen als Reinoud II.

    Hij begon een samenwerkingsverband met de Engelse koning en zwager Edward III van Engeland tegen Frankrijk. Hij waarschuwde de Engelsen in 1338 over een Franse vloot die het Zwin naderde[3]. Hij bleef één van Edwards trouwste bondgenoten onder de Duitse prinsen tijdens de eerste fase van de Honderdjarige Oorlog[4]

    Op 19 maart 1339 werd Reinoud II tot hertog van Gelre en graaf van Zutphen in de Rijksdag in Frankfurt tot de rijksvorststand verheven en tevens met Oost-Friesland beleend. Dit besluit kwam mede tot stand dankzij bemiddeling van Reinoud II tussen keizer Lodewijk de Beier, die getrouwd was met de gravin Margaretha van Holland, en Edward III van Engeland, broer van Reinouds vrouw Eleonora van Engeland. In 1342 richtte Reinoud II het klooster Monnikhuizen op.

    Reinoud voerde vier jaar lang een strijd om Bredevoort (1322-1326) die hij uiteindelijk won. In 1326 verleende Reinoud II stadsrechten aan Erkelens en in 1343 aan Venlo.

    Huwelijken en kinderen
    Eerste huwelijk met Sophia Berthout[bewerken]
    Op 11 januari 1311 werden te Roermond huwelijksvoorwaarden opgesteld van het huwelijk van Reinout met Sophia Berthout († 6 mei 1329) uit het geslacht Berthout, erfgename van de heerlijkheid Mechelen, dochter van Floris Berthout († 1332), heer van Mechelen, en Mathilde (van der Mark) van Mechelen, kleindochter van Engelbert I van der Mark.[5][noot 1] Het huwelijk werd in 1318 voltrokken. Sophia was een nicht van de Utrechtse bisschop Willem II (1296-1301). Het huwelijk kwam vermoedelijk tot stand door bemiddeling van Gwijde van Avesnes bisschop van Utrecht (1301-1317) en graaf Willem III van Holland (1304-1337). Sophia en Reinald waren in de vierde graad verwant waardoor voor hun huwelijk pauselijke dispensatie nodig was, wat op 13 mei 1311 te Avignon verleend werd door Paus Clemens V.[6] Zij werd begraven in het Klooster Gravendaal.

    Sophia schonk hem de volgende kinderen:

    Margaretha (ca. 1320 - 4 oktober 1344), 4 juli 1342 gehuwd met Gerard, zoon van graaf Willem VI van Gulik. Zij was reeds op 1 maart 1333 verloofd met Gerard, naar aanleiding waarvan zij op 1 december 1333 de heerlijkheid en voogdij Mechelen voor 60.000 gulden verkocht aan graaf Lodewijck van Vlaanderen.[7][6]
    Mechteld (ca. 1325-1384) in 1336 gehuwd met graaf Godfried van Loon en Chiny (?-1342), in 1348 met graaf Jan I van Kleef (1292/93-1368) en in 1372 met Jan van Chatillon graaf van Blois (†1381)
    Elisabeth (-1376), abdis van het klooster Gravendal tussen Kessel en Asperden in Duitsland
    Maria (-1405), gehuwd met hertog Willem II/VII van Gulik, ouders van de uiteindelijke opvolgingslinie.
    Tweede huwelijk met Eleonora van Engeland[bewerken]
    Nadat in 1331 uitgebreide huwelijkse voorwaarden waren opgesteld[8] huwde Reinoud op 20 oktober 1331[9][5][noot 2] in Nijmegen met Eleonora (1318-1355), dochter van Eduard II van Engeland. Van de huwelijksvoltrekking werd op 24 oktober 1331 een notariële verklaring opgemaakt is.[10] Ze hadden samen:

    Reinoud III (1333-1371), 1e opvolger Gelre
    Eduard (1336-1371), 2e opvolger Gelre

    Reinoud getrouwd Eleonora van Engeland op 20 okt 1331 (civil) in Nijmegen. Eleonora (dochter van Eduard II van Engeland en Isabella van Frankrijk) is geboren op 8 jun 1318 in Woodstock, Oxfordshire; is gestorven op 22 apr 1355 in Deventer. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. 5. Reinoud III van Gelre  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren op 13 mei 1333; is gestorven op 4 dec 1371.