Eduard II van Engeland

Eduard II van Engeland

Mannelijk 1284 - 1327  (43 jaar)

Generaties:      Standaard    |    Compact    |    Verticaal    |    Alleen tekst    |    Register    |    PDF

Generatie: 1

  1. 1.  Eduard II van EngelandEduard II van Engeland is geboren op 25 apr 1284 in Caernarfon (Wales); is gestorven op 21 sep 1327 in Berkeley Castle (Gloucestershire).

    Aantekeningen:

    Eduard II van Carnarvon (Engels: Edward, Caernarfon (Wales), 25 april 1284 – Berkeley Castle (Gloucestershire), 21 september 1327) was koning van Engeland van 1307 tot 1327. Hij was de vierde zoon van Eduard I en Eleonora van Castilië. Hij werd troonopvolger ten gevolge van het overlijden van zijn oudere broers.

    Eduard zou huwen met Filippina van Vlaanderen, de dochter van Gwijde van Dampierre, de graaf van Vlaanderen die steun zocht bij de Engelsen tegen zijn leenheer, de Franse koning Filips IV. Dat kwamen Gwijde en Eduards vader in 1294 te Lier overeen. De Franse koning verhinderde dit huwelijk door Gwijde en zijn dochter naar Frankrijk uit te nodigen en ze dan beiden gevangen te zetten. Gwijde werd na bemiddeling van onder meer paus Bonifatius VIII vrijgelaten in 1295, terwijl zijn dochter Filippina in het Louvre opgesloten bleef en er overleed in 1306.

    In 1308 trouwde Eduard met Isabella, de dochter van de Franse koning Filips IV. Het huwelijk zou geen succes worden. Eduard verwaarloosde zijn vrouw en er gingen geruchten dat hij homoseksueel zou zijn, aangezien hij het gezelschap van mannen prefereerde, waaronder de Franse edelman Piers Gaveston, Roger d'Amory en Hugh le Despenser. Niettemin kwamen uit het huwelijk met Isabella vier kinderen voort: twee zoons,

    Eduard en
    Jan,
    en twee dochters,

    Eleonora en
    Johanna, die de vrouw zou worden van David II van Schotland.
    Eduard was geen sterk bestuurder en had een voorliefde voor vermaak. De strijd met de Schotten die zijn vader had ingezet, liet hij versloffen. Door zijn kennelijke gebrek aan zelfvertrouwen liet hij het bestuur liever aan anderen over. Al tijdens het koningschap van zijn vader stond hij onder invloed van Gaveston, die -onder druk van de adel- door de koning werd verbannen.

    Na de dood van Eduard I haalde hij zijn vriend Gaveston echter terug en maakte hem graaf van Cornwall. Gaveston trad ook op als regent als Eduard in het buitenland was. De baronnen protesteerden hiertegen en het lukte hen uiteindelijk Piers Gaveston opnieuw te verdrijven en in 1312 werd hij vermoord.

    Eduard werd vervolgens gedwongen toezicht op het bestuur toe te staan via een regeringsraad van 21 baronnen, de "Lords Ordainers". Tijdens het geruzie met de baronnen wist Robert I van Schotland (the Bruce) Schotland grotendeels te heroveren. Dit ging ook Eduard te ver. In juni 1314 trok hij met een groot leger naar het noorden, maar werd verpletterend verslagen in de slag om Bannockburn, waarna Robert wraak nam op de daden van Eduard en zijn vader door het noorden van Engeland te verwoesten.

    Daarna liet Eduard het bestuur opnieuw over aan zijn gunsteling Hugh Despenser. Ook dit was reden voor de baronnen om in opstand te komen. Ook Despenser en zijn familie werden verbannen. In 1322 haalde hij de familie echter terug uit ballingschap en ging de strijd aan met de baronnen. De jaren daarop werd Engeland in feite geregeerd door de Despensers.

    In 1325 kwam ook de koningin in actie. Na een kort verblijf in Frankrijk wilde zij niet terugkeren als haar man de Despensers aan de macht zou laten. Samen met haar zoon en een van de verbannen baronnen, Roger Mortimer, keerde zij terug, vastbesloten de Despensers te verdrijven. Eduards volgelingen verlieten hem en hij vluchtte naar het westen. Zijn vrouw volgde hem en liet Hugh le Despenser en diens zoon ter dood brengen. In november werd Eduard gevangengenomen. In januari 1327 werd hij op beschuldiging van incompetentie en allerlei wangedrag gedwongen af te treden ten gunste van zijn 14-jarige zoon Eduard III, waarbij de feitelijke macht werd uitgeoefend door zijn vrouw Isabella en haar geliefde Roger Mortimer. Eduard II werd vermoord in september van hetzelfde jaar in Berkeley Castle. Hij werd anaal gespietst met een gloeiende pook, in een kennelijke poging hem als homoseksueel te kijk te zetten. Mortimer en Isabella hebben weinig plezier beleefd aan hun machtsgreep; toen Eduard III in 1330 meerderjarig werd, liet hij Mortimer als verrader terechtstellen; zijn moeder rangeerde hij op een nette manier uit; zij overleed in Hertford in 1358.[9]

    De Engelse toneelschrijver Christopher Marlowe wijdde een toneelstuk aan Eduard II.

    Eduard getrouwd Isabella van Frankrijk in 1308 (civil). Isabella is geboren op 17 mrt 1292 in Parijs; is gestorven op 22 aug 1358 in Hertford. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. 2. Eleonora van Engeland  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren op 8 jun 1318 in Woodstock, Oxfordshire; is gestorven op 22 apr 1355 in Deventer.


Generatie: 2

  1. 2.  Eleonora van EngelandEleonora van Engeland Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (1.Eduard1) is geboren op 8 jun 1318 in Woodstock, Oxfordshire; is gestorven op 22 apr 1355 in Deventer.

    Aantekeningen:

    Eleonora van Engeland (kasteel Woodstock (Oxford) 8 juni 1318 – Deventer, 22 april 1355) ook bekend als Alianora van Woodstock, was het derde kind en oudste dochter van koning Eduard II van Engeland en Isabella van Frankrijk. Ze was een jongere zus van Eduard III van Engeland en was de tweede echtgenote van graaf, later hertog, Reinoud II van Gelre. Als hertoginweduwe was ze regentes voor haar minderjarige zoon Reinoud III van Gelre.

    Levensloop[bewerken]
    Ze werd geboren op kasteel Woodstock in Oxfordshire en vernoemd naar haar grootmoeder, Eleanora van Castilië. Voor haar doop werd 333 pond uitgegeven door haar vader. In haar jeugdjaren die ze in Essex doorbracht verkeerde Engeland in een diepe crisis en was getroffen door hongersnood.

    In 1324 werd ze onder voogdij gebracht bij haar nicht Eleanor de Clare, met wie haar vader een relatie zou hebben, en daarna onder voogdij van Ralph de Mothermer en Isabella Hastings, samen met haar zus Joan van de Toren in Pleshey. In 1325 verliet haar moeder het land en vertrok naar Frankrijk. In 1327 werd haar vader vermoord. Vanaf 1328 verbleef ze aan het Londense hof van haar broer Eduard III die begin dat jaar gehuwd was met Filippina van Henegouwen onder wier hoede Eleonora kwam.

    Huwelijksonderhandelingen[bewerken]
    In 1325 waren er onderhandelingen tussen Engeland en Castilië om de zesjarige Eleanora uit te huwelijken aan Alfons XI van Castilië, de latere koning van Castilië en León. Haar vader probeerde een dubbelhuwelijk te arrangeren, haar broertje Edward zou tegelijkertijd huwen met een Castiliaanse prinses. De onderhandelingen werden vroegtijdig afgebroken. Haar broer koning Eduard III onderhandelde in 1329/1330 over een huwelijk met een Franse dauphin en met de infante van Aragón.

    Uit alle mislukte pogingen blijkt dat voor Eleonora een huwelijkskandidaat met koninklijk bloed werd gezocht, waarvan er een zelfs koning werd. Daarom is het opvallend dat de koningsdochter uiteindelijk huwde met iemand met een lage grafelijk rang, die zelfs niet tot de rijksstand behoorde. Eduard III had met Reinald II onderhandelingen gevoerd over een verbond in verband met de Engels-Franse conflicten, maar daarvoor was een huwelijk met zijn zuster geen inzet geweest. Temeer daar Eleonora geen bruidsschat meekreeg, moet het initiatief van Reinald II gekomen zijn. Mogelijk heeft Willem III van Holland, schoonvader van de Engelse koning, die belang had bij een Engels-Gelres verbond, bemiddeld, of zelfs geheel eigenmachtig het huwelijksproject bevorderd.

    Huwelijk met graaf, vanaf 1339 hertog Reinoud II van Gelre
    Op 24 oktober 1331 (voor Engeland mei 1332) huwde Eleanora in Nijmegen met Graaf Reinoud II van Gelre, bijgenaamd de Rode of de Zwarte, uit het huis Wassenberg, Hij was een weduwnaar met vier onvolwassen dochters en veel schulden.[4] Bij zijn onverwachte dood in 1343 waren zijn schulden nog verder opgelopen door zijn verbond met de Engelse koning en de hoge kosten van zijn hofhouding na zijn verheffing tot hertog. Ondanks zijn verdiensten hadden met name de steden kritiek op hem. Reinald zou tijdens een viering van de heilige mis overleden zijn doordat hij van zijn stoel viel en zijn nek brak. Dat hij uitgerekend tijdens een godsdienstoefening overleed zag men als een straf van God wat hem de bijnaam de Zwarte opleverde, wat schuld aan dood en onheil impliceert. Volgens de overlevering had hij de bijnaam de Rode vanwege zijn rode haar.

    Van de huwelijksvoltrekking werd op 24 oktober 1331 een notariële verklaring opgemaakt is. Voorafgaand aan het huwelijk waren op 20 oktober 1331 de bepalingen in oorkonden vastgelegd. In de veertiende eeuw was door de bemoeienis van de steden een huwelijk geen privé-aangelegenheid meer voor de dynastie, maar een publieke zaak geworden. Voor de huwelijksovereenkomst tussen Reinoud en Eleonora stelden zich naast 71 ridders veertien steden borg voor de handhaving van de bepalingen.

    Toen Eleonora vanaf Sandwich de overtocht maakte naar de Lage landen, bestond haar bruidsschat uit een trouwjurk van Spaanse makelij, met daarbij handschoenen, schoenen, hoofdtooi, een bed en diverse dure goederen. Ze werd goed ontvangen in Gelre en ze schonk Reinoud twee zonen:

    Reinoud III van Gelre (1333-1371)
    Eduard van Gelre(1336-1371)
    Reinoud II en Eleonora leken een goed huwelijk te hebben, maar tussen 1340-1343 werden door een aantal vertrouwelingen van Reinoud beweerd dat zijn vrouw symptonen van melaatsheid vertoonde. Reinoud II nam deze geruchten die op niks leken gebaseerd serieus aan en verstootte zijn vrouw. Zij verbleef op het kasteel Rosendael met haar twee zonen, maar kon niet leven met haar verbanning van het hof van Nijmegen. Ze besloot op zekere dag met haar twee zonen aan haar handen, helemaal naar het Valkhof in Nijmegen te lopen waar Reinoud met zijn hofraad vergaderde. Daar liep ze de zaal in en wierp haar jurk van zich af en liet zien dat ze geen lepra onder de leden had[9]. Ze sprak ook de woorden dat het huis Wassenberg een voortijdig einde zou hebben

    Regentes (1343-1344)
    Sinds haar scheiding resideerde Eleonora op de Veluwe waar ze een zelfstandige hofhouding voerde en waar ze een kring van getrouwen verzameld had. Intussen had zich rond het Gelderse Hof rond Johan Moliart, de kanselier en belangrijkste raadsheer van Reinald en spil van het centrale bestuur van Gelre, de Franse partij gevormd. Deze partij bereidde zich voor om over te lopen naar de zijde van Filips van Valois van Frankrijk. Vermoedelijk met instemming van Reinald II die altijd bekend had gestaan als een partijganger van koning Edward III van Engeland, maar onder regie van Johan Moliart in 1343 al contact had gehad met de Franse koning.

    Na het overlijden van Reinald II op 12 oktober 1343 nam Eleonora de voogdij over hun tienjarige zoon Reinald III op zich. Vanaf die tijd voerde zij het bewind over het hertogdom Gelre en het graafschap Zutphen en controleerde ze de financiën. Eleonora en haar zoon werden omringd door een aantal edelen en ministerialen uit de ridderschap, die haar in het bestuur ter zijde stond.

    Als regentes had Eleonora twee familieleden van de minderjarige hertog naast zich te dulden, Dirk van Valkenburg, heer van Monchau, Valkenburg en Voorne, burggraaf van Zeeland, en achterneef van Reinald III, en diens oom Johan van Valkenburg, heer van Born en Sittard. Dirk van Valkenburg had de Nijmeegse burcht ingenomen en had grote invloed op het bestuur. Hij voerde de titel overste berechter. Zijn oom Johan bekleedde de functie van overste rentmeester, wat een belangrijk ambt was. Bovendien had hij zitting in de hertogelijke raad. Het was met Johan van Valkenburg dat Reinald III op 12 maart 1344 voor het eerst in een oorkonde voorkomt. Vanaf 20 september 1344 vaardigde Reinald III samen met zijn moeder Eleonora oorkonden uit, waarbij hij over een eigen zegel beschikte. Het op eigen naam handelen door de jonge hertog was mogelijk op aandringen van een deel van de ridderschap. De ridderschap was verdeeld wat samenging met de conflicten tussen Reinald en zijn jongere broer Eduard.

    Tijdens haar (korte) regeringsperiode had Eleonora slechts twee munthuizen waar zij haar eigen munten liet slaan, een in Harderwijk en de ander in Geldern. Voor het Geldernse munthuis waren de munten van Eleonora de laatste emissie. Haar echtgenoot had munthuizen in Arnhem, Harderwijk en Elburg, in Nijmegen, in Geldern en Roermond.

    Eleonora getrouwd Reinoud II van Gelre op 20 okt 1331 (civil) in Nijmegen. Reinoud (zoon van Reinoud I van Gelre en Margaretha van Dampierre) is geboren circa 1295; is gestorven op 12 okt 1343 in Arnhem, Nederland. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. 3. Reinoud III van Gelre  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren op 13 mei 1333; is gestorven op 4 dec 1371.


Generatie: 3

  1. 3.  Reinoud III van GelreReinoud III van Gelre Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (2.Eleonora2, 1.Eduard1) is geboren op 13 mei 1333; is gestorven op 4 dec 1371.

    Aantekeningen:

    Reinoud III of Reinald III (13 mei 1333 - 4 december 1371) was hertog van Gelre en graaf van Zutphen. Hij was een zoon van Reinoud II van Gelre en Eleonora van Engeland. Op 1 juli 1347 huwde hij in Tervuren met Maria van Brabant, de derde dochter van hertog Jan III van Brabant en Maria van Évreux. Hij werd begraven in het Klooster Gravendaal.

    Zijn bijnaam luidde Reinoud de Dikke of Vette mede vanwege zijn tienjarige gevangenschap (1361-1371) was hij door goede behandeling enorm in omvang gegroeid waardoor hij zijn cel niet meer uit kon.

    Levensloop
    Na het overlijden van Reinoud II in oktober 1343 werd de 10-jarige Reinoud III te jong bevonden om het hertogdom Gelre te besturen. De Raad van State koos twee voogden, zijn moeder Eleanora en zijn oom Dirk IV van Valkenburg, en stelde zijn oom Jan van Valkenburg aan als stadhouder. Het botert niet tussen Eleonora en Dirk van Valkenburg, waarna Eleonora besluit om met haar twee zoons naar Calais te vertrekken, waar haar broer Eduard III van Engeland met een beleg van de stad bezig is. Reinoud II had besloten dat zijn oudste zoon zou huwen met Maria van Brabant. Edward III wenste daarentegen dat Reinoud III een huwelijksverbintenis aan zou gaan met het Huis Gulik. Ondertussen had Dirk van Valkenburg een verbond gesloten met Willem IV van Holland. Deze laatste wilde een huwelijk tussen Reinoud III en zijn zuster Isabella. Reinoud III volgde echter de wens van zijn vader en vertrok naar Antwerpen en huwde in Vilvoorde met Maria van Brabant. Het echtpaar verkreeg het 'Land van Turnhout' als bruidsschat.

    Enkele dagen na de bruiloft volgde Reinoud III zijn schoonvader Jan III van Brabant in de Slag bij Hamont (21 juli 1347) tegen de opstandige Luikenaren. De slag verliep desastreus voor het Hertogdom Brabant en Gelre, de 15-jarige Reinoud III raakte gewond en verloor belangrijke mannen als Hubert II van Culemborg en Robert van Arkel. Hoewel Reinoud in de keuze voor een echtgenote de wens van zijn oom Edward III van Engeland niet had gevolgd, bleef hij zijn oom wel steunen in de Honderdjarige Oorlog met Frankrijk. Reinoud III kreeg in de periode 1348-1350 te maken met de Zwarte dood die in Europa vele slachtoffers maakte en met een partijtwist tussen zijn edelen, de Heeckerens en Bronkhorsten. Reinoud moest een keuze maken aan welke kant hij stond en koos uiteindelijk rond 1350 voor de Van Heeckerens. De Van Bronckhorsten, die toen nog in tel waren in het Hertogdom Gelre, wisten Reinouds 14-jarige jongere broer Eduard voor zich te winnen. Dit leidde tot de elf jaar durende Gelderse Broeder- en burgertwist (1350-1361).


    Kasteel de Nijenbeek, waar Reinoud circa 6 jaar verbleef.
    Nadat Reinoud III het onderspit dreigde te delven in deze Gelderse Broederstrijd, gaf hij privileges aan de boeren op de Veluwe. Zij werden hierdoor vrije boeren en trokken met Reinoud op tegen Eduard. In de Slag op de Vrijenberg op 19 juli 1354 werden Reinoud en zijn boerenaanhang vernietigend verslagen . Na de dood van zijn schoonvader in 1355 mengde Reinoud III zich ook even in de Brabantse Successieoorlog (1355-1357).

    In mei 1361 werd Reinoud III tijdens een slag bij Tiel gevangengenomen door zijn broer en eerst opgesloten in kasteel Rosendael (3 à 4 jaar) en daarna in kasteel De Nijenbeek, circa 6 jaar (ten noordoosten van Voorst, Gelderland). Tijdens zijn verblijf in gevangenschap zou Reinoud zo corpulent geworden zijn, mede veroorzaakt door te weinig beweging en aanleg tot zwaarlijvigheid, dat hij zijn cel niet meer kon verlaten en de deur open kon blijven.

    In augustus 1371 sneuvelde Eduard in de Slag bij Baesweiler en werd Reinoud bevrijd (volgens de legende moesten de muren worden uitgehakt) en opnieuw uitgeroepen tot hertog van Gelre. Zijn tweede regeerperiode mocht echter niet lang duren. Reinoud III stierf in december 1371, zonder officiële wettelijke erfgenamen na te laten. Wel had hij een natuurlijk kind, een bastaardzoon, thans bekend als Jan van Hattem.

    Nadat in 1193 reeds de Heinsbergse tak, en in 1368 de Kleefse tak uitgestorven waren, stierf met de dood van Reinald III de agnatische afstamming van de Flamenses uit.

    Jan van Hattem
    Reinald III heeft vermoedelijk rond 1350 de burcht in Hattem laten bouwen. Dit zal niet meer zijn geweest dan een eenvoudig versterkt huis. Het was het noordelijkste steunpunt van de hertog. In 1371 wordt het borch en onse stat, borch ende huys genoemd.

    Na zijn vrijlating beleende Reinald op 28 september 1371 zijn illegitieme zoon Johan (Jan) met de burcht, de stad en de heerlijkheid Hattem, en met inkomsten uit het ambt Doornspijk, en grondcijnzen in Elburg en Hollanderbroek. De dag erna werd dit bevestigd door de ridderschap en de steden Nijmegen, Arnhem, Zutphen en Roermond, waarbij bepaald werd dat wanneer Johan belemmerd zou worden in zijn bezit hij schadeloos gesteld zou worden met een bedrag van 50.000 schilden.

    Op zijn sterfbed, op 3 december 1371, smeekte Reinald de bewoners en de ambtlieden van Hattem zijn bastaardzoon te huldigen en te steunen bij de uitoefening van zijn rechten. Op 7 mei 1372 bevestigde Mechteld, de halfzuster van Reinoud, vanaf haar residentie Rosendael, per oorkonde handhaving van de erfrechten van Johan, en riep schepenen, raad en burgers van Hattem op Johan als hun heer te erkennen. Aangenomen wordt dat Johan tegenwerking van de stad Hattem had ondervonden. Bovendien verpandde Mechteld enige van haar eigen goederen in de Nederbetuwe als erfgoed aan Johan. Het ging om goederen bij Ommeren, Ingen, Opheusden, Eck en Maurik.

    Jan van Hattem verbleef niet vast op zijn burcht Hattem maar rond Utrecht en in de Betuwe. Rond 1377 werd hij in de balije van Utrecht van de Duitse Orde ingekleed en schonk Mechteld hem 24 pond jaarlijks uit de tiend van Drumpt. Vanaf 1380 was hij korte tijd commandeur van Tiel. In de commanderij van St. Jan van Nijmegen ontving hij een lijfrente van 100 gulden jaarlijks. In 1421 droeg Johan van Hattem zijn rechten op burcht, stad en heerlijkheid Hattem over op Gerard van Kleef († 1461), graaf van Mark.

    Hij trouwde voor 1369 en overleed na 1422.

    Zegels
    Reinald III wordt op 12 maart 1344 voor het eerst genoemd in de oorkonde waarin hij samen met Johan van Valkenburg het recht van het heffen van accijns verleend aan de stad Emmerich. Hij heeft dan nog geen eigen zegel. Vanaf 20 september 1344 vaardigt hij zelf oorkonden uit samen met zijn moeder Eleonora, en gebruikt een eigen zegel. Van de inhuldigingstour in het najaar van 1344 is een reeks gezegelde oorkonden bewaard gebleven.

    Zijn eerste zegel, gebruikt van 20 september 1344 tot 6 juli 1349, bevat in een driepas een wapenschild met de voorstelling van een gekroonde leeuw met dubbele staart. Op 24 augustus 1347 zegelt hij met hetzelfde wapenschild in een vijfpas waarvan elk der lobben versierd zijn met een drieblad vergezeld van vijf rozetten. Van 13 december 1347 tot 10 oktober 1359 zou hij zegelen met dezelfde gekroonde leeuw in een versierde driepas overtopt door de letter 'R'. Vanaf 1360 bevat zijn zegel een zittende leeuw, de kop verborgen onder een helm, waarboven een scherm van pauwenveren met leeuwtje, in een driepas. In 1371 bevat zijn zegel een dubbele zespas, versierd met bloemetjes, en een wapenschild met een gekroonde leeuw met dubbele staart.

    Op 12 augustus 1367 tijdens zijn gevangenschap ontsloeg hij Alard van Buren van de leenplicht waarbij hij verklaarde geen zegel te bezitten. Reinalds zegels werden vervaardigd door Rulekin, ook als Rulkin geschreven, aurifaber (goudsmit) te Arnhem.

    Gezin/Partner: Minnares. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. 4. Johan van Hattem  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1350; is gestorven circa 1425.


Generatie: 4

  1. 4.  Johan van HattemJohan van Hattem Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven (3.Reinoud3, 2.Eleonora2, 1.Eduard1) is geboren circa 1350; is gestorven circa 1425.

    Aantekeningen:

    Jan van Hattem

    Reinald III heeft vermoedelijk rond 1350 de burcht in Hattem laten bouwen. Dit zal niet meer zijn geweest dan een eenvoudig versterkt huis. Het was het noordelijkste steunpunt van de hertog. In 1371 wordt het borch en onse stat, borch ende huys genoemd.

    Na zijn vrijlating beleende Reinald op 28 september 1371 zijn illegitieme zoon Johan (Jan) met de burcht, de stad en de heerlijkheid Hattem, en met inkomsten uit het ambt Doornspijk, en grondcijnzen in Elburg en Hollanderbroek. De dag erna werd dit bevestigd door de ridderschap en de steden Nijmegen, Arnhem, Zutphen en Roermond, waarbij bepaald werd dat wanneer Johan belemmerd zou worden in zijn bezit hij schadeloos gesteld zou worden met een bedrag van 50.000 schilden.

    Op zijn sterfbed, op 3 december 1371, smeekte Reinald de bewoners en de ambtlieden van Hattem zijn bastaardzoon te huldigen en te steunen bij de uitoefening van zijn rechten.[12] Op 7 mei 1372 bevestigde Mechteld, de halfzuster van Reinoud, vanaf haar residentie Rosendael, per oorkonde handhaving van de erfrechten van Johan, en riep schepenen, raad en burgers van Hattem op Johan als hun heer te erkennen. Aangenomen wordt dat Johan tegenwerking van de stad Hattem had ondervonden. Bovendien verpandde Mechteld enige van haar eigen goederen in de Nederbetuwe als erfgoed aan Johan. Het ging om goederen bij Ommeren, Ingen, Opheusden, Eck en Maurik.

    Jan van Hattem verbleef niet vast op zijn burcht Hattem maar rond Utrecht en in de Betuwe. Rond 1377 werd hij in de balije van Utrecht van de Duitse Orde ingekleed en schonk Mechteld hem 24 pond jaarlijks uit de tiend van Drumpt. Vanaf 1380 was hij korte tijd commandeur van Tiel. In de commanderij van St. Jan van Nijmegen ontving hij een lijfrente van 100 gulden jaarlijks. In 1421 droeg Johan van Hattem zijn rechten op burcht, stad en heerlijkheid Hattem over op Gerard van Kleef († 1461), graaf van Mark.

    Hij trouwde voor 1369 en overleed na 1422.

    Johan getrouwd Elisabeth van Buren vóór 1369 (civil). [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. 5. Sophia van Hattem  Nakomelingen tot dit punt grafisch weergegeven is geboren circa 1380.