Aantekeningen |
- Adriaan of Adrianus Trip (1621-1684), trouwde met Adriana de Geer, telg uit de adellijke familie De Geer. Koopman in ijzer, koper en geschut in de Zweedse stad Norrköping. Hij zou in 1646 verhuisd zijn naar Zweden, sinds 1653 Zweeds burger zijn en daar in de adelstand zijn verheven.[3] Het lukte hem de omvangrijke schuld van den Zweedse staat aan het handelshuis Trip te regelen; in het jaar van zijn terugreis naar Nederland ontving hij een schenking van enige boerderijen in het noorden van Halland. Hij of een naamgenoot was betrokken bij de turfexploitatie in Oost-Groningen; zie verder Tripscompagnie.
TRIP (Adriaan), zoon van Elias en Aletta Adriaans, Heer van Warfumburg, huwde in 1645 met Adriana de Geer, dochter van Louis de Geer, broeder van zijns vaders eerste vrouw. Hij vestigde zich eerst als koopman te Nordköpping in Zweden en nam, na zijnen terugkomst in 't vaderland, eerst zijn verblijf in de Beverwijk, daarna in Groningen, bij Wildervank, op eene heerlijkheid naar zijn naam genoemd. Zijne nakomelingen hebben te Groningen vele aanzienlijke posten bekleed. Zijn kleinzoon Adriaan Joseph Trip, geb. in 1687, was eerst president van den krijgsraad, vervolgens hoofdman van de justitiekamer van stad en lande binnen Groningen. Zijn broeder Jacob Elias Trip was gehuwd met Anna Titia Nijsingh, bij welke hij naliet een zoon Jan Lucas Trip.
Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 18(1874)–A.J. van der Aa
TRIP (Adriaen) (1), geb. in 1620 en 3 Jan. 1621 ged. in de Nieuwe kerk te Amsterdam, overl. tusschen 1684-87, zoon van Elias T., die volgt, en Aeltken Adriaens, gehuwd 28 Nov. 1645 met Adriana de Geer, dochter van Louis de Geer, verhuisde in 1646 naar Zweden om de belangen der familie daar te behartigen en vestigde zich te Norrköping. Na de regeling in 1653 keerde hij naar zijn vaderland terug en zette zich eerst neder te Beverwijk, waar hij goederen bezat. Daarna, waarschijnlijk omstreeks 1664, ging hij metterwoon naar Wildervank, waar hij een heerlijkheid had, genaamd Trip. Hij was daar groot-grondbezitter en betrokken bij belangrijke ondernemingen, o.a. bij die van Adriaen Geerts Wildervanck, den hoofdaanlegger van de groote Muntendammer compagnie, waardoor de tegenwoordige burgerlijke gemeenten Wildervank en Veendam ontstonden. Bovendien was hij deelhebber in een compagnie met zijn nabestaanden ter exploitatie van veenen, welke onderneming stellig den naam Trips Compagnie heeft gedragen, die thans is ingedeeld bij de burgerlijke gemeenten Sappemeer, Muntendam en Veendam.
Zijn zoons Joseph (1), Laurens en Louis (3) volgen.
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 10(1937)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen
|