Aantekeningen |
- mr. Lucas Trip (1713-1783), burgemeester van Groningen, lid van de Staten-Generaal, van gedeputeerde staten van Groningen, van de Generaliteitsrekenkamer, van de provinciale Rekenkamer en van de Raad van State; trouwde in 1738 met Beerta Sibenius (1718-1776), stamouders van de niet-adellijke tak Sibenius Trip
TRIP (Lucas), in 1712 te Groningen geboren, was reeds taalheer en burgemeester zijner geboortestad en overleed in 1783.
Als dichter, het dichterlijk schoon uit de echte bronnen puttende, verhief hij zich boven het lage van zijn tijd.
In 1764 gaf hij te Leiden Tijdwinst in ledige uren, in 1774 aldaar verbeterd, herdrukt.
Voorts heeft men van hem:
Irenophilus, Breydel voor de heerschende Muytzucht. Z. pl. of j.v. dr. (1748). 4o.
Eeuwzang op het verlaten beleg van Groningen op 28 Aug. 1672. Gron., 1772. 8o.
L. Trip, A.v.d. Berg en E. Heineken, Bruilofts zang, ter echtvereeniging van Ew. Hollebeek en A.M. Gerdes. Gron. d. 28 v. Grasmaand. 1758. 4o.
Hij werkte mede aan de Groninger Rarekiek, waarin vele illustre personagien, Heeren van stad en lande, koome te kijk. Gron., 1775. Vervolg. Gron., 1777. Tweede Vervolg. 1782. Derde Vervolg. 1783. Vierde Vervolg. Z. jr. Vijfde Vervolg. Z. jr. en titel.
TRIP (Lucas) (2), geb. te Eelde 20 Aug. 1713. overl. Aug. 1783 te Gronigen, zoon van Mr. Jacob Elias T., hiervoor, en Anna Titia Nijsingh, huwde te Groningen 5 Jan. 1738 met Beerta Sibenius, overl. 1776, promoveerde te Leiden 18 Juni 1732 op een historische dissertatie De Jesuitis. Hij was gezworene te Groningen 1741-49, raadsheer 1751-76, burgemeester 1779-83, lid der Staten-Generaal 1750, 1753, 1756, 1759 en 1771, lid van de Gedeputeerde staten 1762, 1768, lid van de generaliteits-rekenkamer 1765, 1774, 1778, lid van de prov. rekenkamer 1777, lid van den Raad van State 1781 en bewindhebber der W.I.C. Voor zijn tijdgenooten was hij ‘een roem der burgerheeren en door geest en vinding een onnavolgbare feniks der dichteren’ (Gron. Cour. 22 Aug. 1783). Van hem verschenen: Tijdwinst in ledige uren (Leid. 1764; in 1774 aldaar verbeterd herdrukt); Irenophilus, Breydel voor de heerschende Muytzucht, z. pl. of j. (1748); Eeuwzang op het verlaten beleg van Groningen op 28 Aug. 1672 (Gron. 1772). Hij werkte mede aan de Groninger Raarekiek, waarin vele illustre personaagien, Heeren van Stad en Lande, koome te kijk (Gron. 1775; vervolg Gron. 1777; 2de vervolg 1782; 3de vervolg 1783; 4de vervolg z.j.; 5de vervolg z.j. en titel).
Zijn zoon Johan Sibenius T. volgt.
|