Aantekeningen |
- Otto II van Zwaben (ca. 1000 - bij Bonn, 7 september 1047) was hertog van Zwaben.
Otto volgde zijn vader in 1034 op als paltsgraaf van Lotharingen, graaf van de Deutz- en Auelgouw, en voogd van de abdij van Brauweiler. Op het paasfeest van 1045 te Goslar werd hij door keizer Hendrik III benoemd tot hertog van Zwaben. In ruil voor zijn benoeming moest hij het paltsgraafschap, Duisburg en Kaiserswerth opgeven. Otto overleed twee jaar later op de terugweg van een oorlog in Friesland, op zijn kasteel Tomburg, bij Bonn. Hij werd begraven in de abdij van Brauweiler.
Otto was zoon van Ezzo en van Mathilde (979 – Echtz, 4 november 1025), dochter van keizer Otto II. Hij trouwde met een verder onbekende dochter van Hugo VI van Eguisheim (ca. 970 - 1049) en Heilwich van Dachsburg (ca. 980 - 1046), zuster van paus Leo IX. Otto had een dochter Richenza (1020-1083), die gehuwd was met Herman III van Werl en met Otto I van Northeim.
Van Otto's vrouw zijn de volgende voorouders bekend:
Hugo VI van Eguisheim, graaf van de Elzasser Nordgau
Hugo V "Raucus" van de Nordgouw (ca. 935 - 974/986), gehuwd met een onbekende vrouw, dochter van ene Gerhard
Eberhard IV van de Nordgau (ca. 910 - 18 december 973), sticht een klooster in Altdorf (Rijnland-Palts)
Hugo III in de Nordgau (ca. 880 - 940)
Eberhard III van de Nordgau, gehuwd met Adelinda
Hildegard van Ferrette (ca. 890 - voor 940)
Luitgard van Lotharingen (ca. 910 - na 8 april 960)
Wigerik, gehuwd met Kunigunde van de Ardennen
Heilwich van Dachsburg, erfdochter van Dagsburg en Eguisheim
Ludwig van Dagsburg (ca. 950 - 1015)
|