Arnulf van Metz

Arnulf van Metz

Mannelijk ca. 582 - 640  (~ 58 jaar)

Alles uitvouwen   |   Alles samenvouwen  
Persoonlijke informatie    |    Aantekeningen    |    Alles    |    PDF

  • Naam Arnulf van Metz 
    Geboren ca. 582  Lay-Saint-Christophe Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie 
    Geslacht Mannelijk 
    Beroep van 614 tot 629 
    Overleden 16 aug 640  Remiremont Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie 
    Persoon-ID I7103  Genealogie Oldenzeel
    Laatst gewijzigd op 27 sep 2020 

    Gezin Doda
              geb. ca. 590 
    Getrouwd Type: civil 
    Kinderen 
    Getrouwd: 1x1. Ansegisus (Hofmeier)
              geb. ca. 610
              ovl. ca. 662  (Leeftijd ~ 52 jaar)  [geboorte]
    Laatst gewijzigd op 7 nov 2020 
    Gezins-ID F1508855784  Gezinsblad  |  Familiekaart

  • Aantekeningen 
    • Arnulf van Metz (Lay-Saint-Christophe (bij Nancy), ca. 582 - bij Remiremont, 16 augustus 640) was een Frankische edelman en later bisschop van Metz. Hij was een van de belangrijkste Frankische politici van zijn tijd en is na zijn dood heilig verklaard. Hij was eerst begraven in Remiremont, maar is in 717 herbegraven in Metz in een abdij die daarna naar hem werd genoemd.

      Leven
      Arnulf diende aan het Austrasische hof onder Theudebert II (595-612) en was beheerder van de koninklijke domeinen en graaf aan de Schelde. In 613 leidde hij, met Pepijn van Landen en hofmeier Warnachar II van Bourgondië, de aristocratische opstand tegen de nieuwe minderjarige koning van Austrasië en Bourgondië, Sigebert II, en de koningin-overgrootmoeder Brunhilde van Austrasië die de feitelijke macht bezat - wat de oorzaak was van het conflict. De opstandelingen sloten een bondgenootschap met Chlotarius II van Neustrië. Tezamen versloegen ze de troepen van Sigebert en Brunhilde bij de Aisne, waarna Sigebert en Brunhilde werden gedood. In Andernach werd een verdrag gesloten waarin de autonomie van Austrasië en de leidende rol van de Austrasische adel werden vastgelegd.
      In 614 gaf Arnulf te kennen dat hij in een klooster wilde treden, maar in plaats daarvan benoemde Chlotarius hem tot bisschop van Metz, wat een ook politiek belangrijke functie was. In 623 werd hij voogd van Dagobert I, die door zijn vader tot koning van Austrasië was benoemd (wat een erkenning was van de Austrasische autonomie). Een jaar later onderdrukte hij samen met Pepijn een opstand in Thüringen. In 625 bemiddelde hij bij de totstandkoming van een overeenkomst tussen Chlotarius en Dagobert.
      In 629 trad hij in het klooster van Remiremont. De overlevering vertelt dat hij zorg droeg voor zieken en leprozen en dat hij de rest van zijn leven als kluizenaar leefde.

      Heilige
      Arnulf wordt vaak de beschermheilige van de brouwers genoemd, maar dat lijkt een verwarring te zijn met St. Arnold van Soissons. Zijn naamdagen vallen op 18 juli en 16 augustus.
      Volgens de legende werd Arnulf gekweld door wroeging over zijn vroegere daden en gooide hij zijn bisschopsring in een rivier, zeggende dat hij pas zou weten dat God zijn zonden vergaf, als hij de ring terug zou zien. Korte tijd later werd de ring teruggevonden in een vis.
      In 717 zijn zijn relieken overgebracht naar een Benediktijner abdij van de Heilige Apostelen bij Metz. Deze abdij werd nadien naar hem vernoemd en werd ten tijde van Karel de Grote een prominente plaats voor de begrafenis van de Karolingen; o.a. Lodewijk de Vrome en zijn moeder Hildegard (tweede vrouw van Karel de Grote) zijn er begraven. Door verbouwingen, oorlogsgeweld en door vernielingen tijdens de Franse Revolutie zijn de abdij en de keizerlijke grafkelders verloren gegaan.

      Familie
      Van de voorouders van Arnulf is volgens alle bronnen niets met zekerheid bekend. Ze worden alleen genoemd in latere genealogieën, die vooral tot doel lijken te hebben de Karolingen te verbinden met de Merovingen en met Romeinse voorouders. De Vita van Arnulf vermeldt alleen dat hij uit een rijke adellijke familie komt. Zijn familie had vermoedelijk bezittingen bij Metz en Verdun.
      Voor hij bisschop werd, was hij getrouwd met Doda (geboren ca. 590). Na zijn benoeming tot bisschop zou zij zijn ingetreden in een klooster in Trier. Van Doda is verder eigenlijk niets bekend; de stelling dat zij een dochter van Arnoald was, lijkt alleen gebaseerd te zijn op het gegeven dat zowel Arnoald als Arnulf graaf was aan de Schelde, welke functie dan via Doda zou zijn doorgegeven. Arnulf en Doda hadden twee zoons:
      Ansegisel (607-voor 679), gehuwd met de H. Begga, overgrootvader van Karel de Grote. Arnulf wordt dan ook gezien als de stamvader van de Arnulfingen en de daaruit komende Karolingen.
      Chlodulf, bisschop van Metz