Dirk VI van Holland

Dirk VI van Holland

Mannelijk ca. 1114 - 1157  (~ 43 jaar)

Persoonlijke informatie    |    Aantekeningen    |    Alles    |    PDF

  • Naam Dirk VI van Holland 
    Geboren ca. 1114 
    Geslacht Mannelijk 
    Overleden 5 aug 1157  bij Utrecht Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie 
    Persoon-ID I7062  Genealogie Oldenzeel
    Laatst gewijzigd op 30 sep 2020 

    Vader Voorouders Floris II van Holland
              geb. ca. 1085
              ovl. 2 mrt 1122  (Leeftijd ~ 37 jaar) 
    Verwantschap geboorte 
    Moeder Petronella van Saksen 
    Verwantschap geboorte 
    Getrouwd ca. 1108 
    Gezins-ID F1508766391  Gezinsblad  |  Familiekaart

    Gezin Voorouders Sophia van Rheineck
              geb. ca. 1117
              ovl. 1176  (Leeftijd ~ 59 jaar) 
    Getrouwd ca. 1125 
    Type: civil 
    Kinderen 
    Getrouwd: 1x1. Floris III van Holland
              geb. ca. 1140
              ovl. 1 aug 1190  (Leeftijd ~ 50 jaar)  [geboorte]
    Getrouwd: 1x2. Otto I van Bentheim
              geb. ca. 1140
              ovl. ca. 1208  (Leeftijd ~ 68 jaar)  [geboorte]
    Laatst gewijzigd op 7 nov 2020 
    Gezins-ID F1508766389  Gezinsblad  |  Familiekaart

  • Aantekeningen 
    • Dirk VI (?, 1114 - bij Utrecht, 5 augustus 1157) was graaf van Holland vanaf 1122, aanvankelijk onder het voogdijschap van zijn moeder.

      Huwelijk en kinderen
      Omstreeks 1125 huwde hij met Sophia van Rheineck, dochter van Otto van Rheineck en Geertruid van Northausen. Door dit huwelijk kwam het graafschap Bentheim in handen van de graven van Holland. Sophie overleefde haar man met ruim 19 jaar. Ze stierf in 1176 tijdens een bedevaart in Jeruzalem.

      Samen kregen ze de volgende kinderen

      Dirk (ca. 1138 - 1151), begraven te Egmond
      Floris III, graaf van Holland
      Otto, graaf van Bentheim
      Boudewijn, bisschop van Utrecht
      Dirk, bisschop van Utrecht
      Sophia (ovl. na 1202), abdis van Rijnsburg
      Hadewig (ovl. Rijnsburg, 28 augustus 1167) non te Rijnsburg
      Geertruid (ovl. op 13 augustus)
      Petronilla (ovl. 5 december)
      Dirk had ook een buitenechtelijk kind, genaamd Robert (ovl. voor 1190), begraven te Rijnsburg.

      Het regentschap van Petronilla
      Toen zijn vader Floris II in 1122 stierf, was Dirk VI nog te jong om het bestuur op zich te nemen, waarop zijn moeder Petronilla van Saksen deze taken waarnam. In 1123 hielp Petronilla haar halfbroer hertog Lotharius in zijn strijd tegen keizer Hendrik V. Nadat Lotharius in 1125 zelf koning van het Heilige Roomse Rijk werd, voegde hij Rijnland en Leiden, (formeel sinds 1064 Utrechts bezit), bij Holland. In 1133 stichtte Petronilla de abdij van Rijnsburg. Omdat ze geen vertrouwen had in de nogal ambitieloze Dirk, rekte Petronilla haar regentschap, zodat haar 2de zoon Floris het graafschap kon overnemen.

      Floris de Zwarte
      Deze Floris (bijgenaamd de Zwarte) bezat wel de ambities die bij zijn oudere broer leken te ontbreken. Hij kwam openlijk in opstand tegen zijn broer en werd van 1129 tot 1131 ook als graaf van Holland in oorkonden genoemd. Zelfs Rooms-koning Lotharius en bisschop Andries van Utrecht erkenden Floris als de rechtmatige graaf van Holland. In maart 1131 werd Dirk VI echter weer officieel graaf van Holland genoemd en leken de broers zich te hebben verzoend.

      Zo’n 6 maanden later (augustus 1131) stonden de broers alweer tegenover elkaar, nadat de opstandige Westfriezen Floris de heerschappij over heel West-Friesland hadden aangeboden. Floris accepteerde dit maar al te graag en ook de Kennemers sloten zich daarna bij de opstand aan. Een jaar later, in augustus 1132, kwam Rooms-koning Lotharius tussenbeide en werd de broedertwist wederom bijgelegd, ook al had dit weinig invloed op het verzet van de Friezen.

      Floris kwam in conflict met de familie van Cuijk toen zijn huwelijksaanzoek aan een van de dochters van de familie werd afgewezen. Floris viel bisschop Andries van Cuijk aan en bezette de stad Utrecht. Herman en Godfried van Cuijk trokken met een leger naar Utrecht. Zij verrasten Floris toen die buiten de stad aan het jagen was en doodden hem.

      Dirk verwoestte daarop het kasteel van Herman bij Lexmond en Herman, Godfried en Andries moesten vluchten. Pas toen er een nieuwe keizer kwam (Koenraad III van Hohenstaufen), kon een vrede worden bereikt. Andries werd hersteld als bisschop, maar Herman moest voortaan Dirk als zijn heer erkennen voor zijn bezittingen bij Lexmond.

      De bedevaart van Dirk
      In 1138 ondernam Dirk VI samen met zijn vrouw een pelgrimstocht naar Jeruzalem. Op de terugreis bezocht Dirk Paus Innocentius II en droeg hij de abdij van Egmond en de door zijn moeder gestichte abdij van Rijnsburg aan hem op. Hiermee onttrok hij de abdijen aan het kerkelijk gezag van het Aartsbisdom Utrecht.

      De burcht van LeidenDe bedevaart van Dirk[bewerken]
      In 1138 ondernam Dirk VI samen met zijn vrouw een pelgrimstocht naar Jeruzalem. Op de terugreis bezocht Dirk Paus Innocentius II en droeg hij de abdij van Egmond en de door zijn moeder gestichte abdij van Rijnsburg aan hem op. Hiermee onttrok hij de abdijen aan het kerkelijk gezag van het Aartsbisdom Utrecht.

      De burcht van Leiden
      Tijdens het graafschap van graaf Dirk VI werd de houten Burcht van Leiden vervangen door een stenen. De burcht stond op een motte en bestond uit een ronde muur met daarin een donjon. Deze burcht (waarvan de resten nog steeds in het centrum van Leiden staan) functioneerde als militair steunpunt waar de graaf zich bij gevaar kon terugtrekken.

      De Echternachse kwestie
      In 1156 loste Dirk VI de slepende kwestie rond de Echternachse kerken op. Rond 923 had Dirk I in Egmond een klooster gesticht. Deze Abdij van Egmond kreeg de kerkelijke rechten over het gebied, in plaats van de door Willibrordus gestichte Abdij van Echternach. De abdij van Echternach ondernam herhaaldelijk pogingen het verloren bezit terug te krijgen. Dit had tot gevolg dat in 1063 de bisschop Willem I van Utrecht de kerken in het gebied over beide abdijen verdeelde. De abdij van Egmond wou deze verdeling uiteraard niet accepteren. Dirk VI loste het conflict op door de abdij van Echternach, in ruil voor de gebieden, land op Schouwen en de inkomsten van de grote kerk in Vlaardingen te schenken. Dat de abt van Egmond, die bij de overdracht aanwezig was, weinig gecharmeerd was van deze oplossing, bleek wel toen hij Dirk VI en zijn zoon Floris kort erop in de ban deed. Deze ban is er waarschijnlijk de oorzaak van dat Dirk VI niet in Egmond maar in de Abdij van Rijnsburg werd begraven.