Tyae Fockes

Tyae Fockes

Vrouwelijk

Alles uitvouwen   |   Alles samenvouwen  
Persoonlijke informatie    |    Aantekeningen    |    Alles    |    PDF

  • Naam Tyae Fockes 
    Geslacht Vrouwelijk 
    Siblings 3 siblings 
    Persoon-ID I6809  Genealogie Oldenzeel
    Laatst gewijzigd op 12 jun 2017 

    Vader Focko Frericks
              ovl. vóór 1602 
    Verwantschap geboorte 
    Moeder Elke Feickens
              ovl. vóór 1602 
    Verwantschap geboorte 
    Gezins-ID F1497131607  Gezinsblad  |  Familiekaart

    Gezin Aito Aeilkens 
    Getrouwd Type: civil 
    Laatst gewijzigd op 7 nov 2020 
    Gezins-ID F1497131612  Gezinsblad  |  Familiekaart

  • Aantekeningen 
    • - fol.3v - 17 juni 1602 - Tijddo Tijards [=Tiddo Tiardens] en Hemke (ehel.), Sijbel Tijackens
      [=Sibelo Tiackens] en Sijwke (ehel.), Johan Hovink [=Joehann Hoevijnk] en Esse (ehel.),
      Aito Aeilkens [Aeijto Aeijlkens] en Tija (ehel.), Upko Herens, sibbevoogd, Wijbbo Fockens
      [=Wybbo Ffockens], voogd, Ailko Tijars [=Aeylko Tiaerß], vader, met Tijacke, als
      voorstander der jongste dochter, ze maken een scheiding van landen als Focko Frericks s.
      gedachtenisse hor leve vader up de vorgeß vijff dochter hefft vorarvet.
      Ten eersten Tijddo Tijads en Hemke (ehel.) toegedeeld met Aito Aielkens en Tija (ehel.) een
      heerd waarop Tijddo Tijars met zijn vrouw en kinderen nu op woont, idem ten zuiden, ten
      noorden burgemeester Rolteman, ten oosten de erfgenamen van Phebo Ipens, ten westen an
      de Klamsloit.
      Ten anderen Johan Hovink en zijn vrouw is toegedeeld aan akker land in Hijlko Eppes heerd
      aan de zuidzijde, ten zuiden Aepko Freriks als gebruiker, ten noorden Hijlko Eppens zelf, ten
      oosten de Olde Ae, ten westen nabuurswetten gelijk. Nog 2 akkers veenland gelegen Tussche
      loge, waarop nu woont Tepo Roleffs en Luitger (ehel.), ten zuiden Reneko Wijbbens, als
      gebruiker, ten noorden Berendt Harmens, ten oosten de Dwarssloit, ten westen Jacob Huß.
      Ten derde is toegedeeld aan Sijbel Tijackens en Sijcke (ehel.) met de hopman Upko Herens,
      als voormond, en Wijboo Fockens, voogd, en Alcko Tijars, hopman, als vader, voor Tijake de
      jongste dochter, voorstanders, wordt toegedeeld de halve heerd waarop nu wonen Sijso
      Jansen en Ebko (ehel.), gelegen aan de zuidkant in de heerd, ten noorden Ipo Phebes als
      gebruiker, ten oosten de vaandrig Focko Wijlms, als eigenaar, ten westen de olde Ae. Noch
      eijn venne tusschen logen gelegen boven undt buten de wech dar ant suden buten de wech
      Johan Tonnis boven de wech, Johan Breboem ant norden, buten de wech Ane Swettes
      arffgenamen boven de wech, Eggo Wijllms in t oosten an Aeilko Tijadens komen in twesten
      naburswetten gelik. Noch twe deelen van eijn acker landes gelegen an de nortsijt dar Wijlko
      Egges wonet west sijt de Herwech. Noch is bescheiden dat Tijddo Tijades met Aito van wege
      horer hußfrouwennwederomme solen tho rugge geven van hore angecoffde landen Johan
      Hovink undt sijne hußfrouwe soven Emder gulden und vor all den gulden gerekent dre Arens
      gulden. Ingelicken sall Sijbell Tijackens und Sijnke sijn hußfrouwe weder tho rugge geven
      Tijake mijt hor vorstander twe Emd. Gulden end vor all paijment we [?] gerekent. Getuigen:
      mester Cornelius Warners en Merten Jacobs

      - Zuidbroek Vx fol.3v - 17 juni 1602 - Tijddo Tijards [=Tiddo Tiardens] en Hemke (ehel.), Sijbel Tijackens [=Sibelo Tiackens] en Sijwke (ehel.), Johan Hovink [=Joehann Hoevijnk] en Esse (ehel.), Aito Aeilkens [Aeijto Aeijlkens] en Tija (ehel.), Upko Herens, sibbevoogd, Wijbbo Fockens [=Wybbo Ffockens], voogd, Ailko Tijars [=Aeylko Tiaerß], vader, met Tijacke, als voorstander der jongste dochter, ze maken een scheiding van landen als Focko Frericks s. gedachtenisse hor leve vader up de vorgeß vijff dochter hefft vorarvet.
      Ten eersten Tijddo Tijads en Hemke (ehel.) toegedeeld met Aito Aielkens en Tija (ehel.) een heerd waarop Tijddo Tijars met zijn vrouw en kinderen nu op woont, idem ten zuiden, ten noorden burgemeester Rolteman, ten oosten de erfgenamen van Phebo Ipens, ten westen an de Klamsloit. Ten anderen Johan Hovink en zijn vrouw is toegedeeld aan akker land in Hijlko Eppes heerd aan de zuidzijde, ten zuiden Aepko Freriks als gebruiker, ten noorden Hijlko Eppens zelf, ten oosten de Olde Ae, ten westen nabuurswetten gelijk. Nog 2 akkers veenland gelegen Tussche loge, waarop nu woont Tepo Roleffs en Luitger (ehel.), ten zuiden Reneko Wijbbens, als gebruiker, ten noorden Berendt Harmens, ten oosten de Dwarssloit, ten westen Jacob Huß. Ten derde is toegedeeld aan Sijbel Tijackens en Sijcke (ehel.) met de hopman Upko Herens, als voormond, en Wijboo Fockens, voogd, en Alcko Tijars, hopman, als vader, voor Tijake de jongste dochter, voorstanders, wordt toegedeeld de halve heerd waarop nu wonen Sijso Jansen en Ebko (ehel.), gelegen aan de zuidkant in de heerd, ten noorden Ipo Phebes als gebruiker, ten oosten de vaandrig Focko Wijlms, als eigenaar, ten westen de olde Ae. Noch eijn venne tusschen logen gelegen boven undt buten de wech dar ant suden buten de wech Johan Tonnis boven de wech, Johan Breboem ant norden, buten de wech Ane Swettes arffgenamen boven de wech, Eggo Wijllms in t oosten an Aeilko Tijadens komen in twesten naburswetten gelik. Noch twe deelen van eijn acker landes gelegen an de nortsijt dar Wijlko Egges wonet west sijt de Herwech. Noch is bescheiden dat Tijddo Tijades met Aito van wege horer hußfrouwennwederomme solen tho rugge geven van hore angecoffde landen Johan Hovink undt sijne hußfrouwe soven Emder gulden und vor all den gulden gerekent dre Arens gulden. Ingelicken sall Sijbell Tijackens und Sijnke sijn hußfrouwe weder tho rugge geven Tijake mijt hor vorstander twe Emd. Gulden end vor all paijment we [?] gerekent. Getuigen: mester Cornelius Warners en Merten Jacobs

      - fol.33v - 30 maart 1603 - Tyddo Tyaens [=Tiddo Tiaedens] en Hemke (ehel.), Sybel
      Tyackens [=Sibelo Tiackens] en Syntke (ehel.), Johan Hovinck [=Joehan Hoevynk] en Esse
      (ehel.), Aeyto Aeylkens en Tyaere (ehel.) als erfgenamen van Elke [=Eltko], getrouwd
      geweest met Aeylko Tyaes ter ener en Aeylko Tyaes [=Aeylko Tianß] ter andere zijde. Ze
      maken een afhandeling. De erfgenamen zullen Aeylko Tyaes betalen 673 Emder gld. 10 br.st.
      Aeylko heeft ontvangen een lijftocht van 100 daler van de erfgenamen. Hij heeft ontvangen
      een handschrift groot 100 Emder gulden over Johan Hovinck en Esse (ehel.), de erfgenamen
      zijn hem nog schuldig 473 Emder gld. 10 br.st. Nog verdeeld dienen te worden de paarden en
      koeien en de andere beesten. Getuigen: [Cornelis Warners]

      - fol.46v - 7 juni 1603 - Tydde Tiaerts [=Tiddo Tiardens] en Hemke (ehel.) en Sybel
      Tiaeckens [=Sibelo Tiackens] zijn vrouw, Johan Hovinck [=Joehan Hoevynck] of zijn vrouw,
      Aielt Aeylkens [=Aeyto Aeylkens]en Tya (ehel.) maken een scheiding van de volgende
      landen, welke Hemko, Syntke, Esse en Tyae, van wijlen hun vader Focko Frericks en wijlen
      hun moeder Elke hebben geërfd. Tydde en Hemke genieten 5 akkers land te Zuidbroek, zoals
      Harmen Jans en zijn vrouw gebruiken, en Tydde en Hemke eerder hebben gebruikt. Ten
      zuiden burgemeester Hillebrant Rolteman, ten noorden Aelidt Phebens. Strekkende uit het
      oosten van de Olde Ae, in het westen nabuurswetten gelijk, doer Sappemeer Wolderloedyck.
      Nog een zuidelijke akker in Hilcko Eppens heerd, Tiddo en Hemko ten zuiden, ten noorden
      Hilcko Eppens. Strekkende uit het oosten van de Olden Ae, in het westen nabuurswetten
      gelijk. Noch dat lutke Venke gelegen tusschen Loegen daer Jan Tonnis buiten den wech ende
      Johan Breboem boven den wech ant ant suiden ende ant noerden Anne Smits arfg. buyten den
      wech ende Egge Willems boven den wech. Streckende uth dat oesten van Johan Hovincks teyn
      deymt, welcke hem ende Esse ende in dese scheidine toe dele is gevallen Int westen doer
      Sappemeer an de Woldster loedyck soe ende gelick als hoer dat van hoer olderen en
      voerolderen is angearvet. Ende noch de helfte van de arffgen. anpart boven Muntendam up de
      dertich ackeren, welcke dartich ackeren naest ter swette ant suiden gelegen is Hemmo
      Tiaeckens, ant norden ende Willem Stycker, streckende uth dat oesten van den Bostsloet int
      westen doer Sappemeer an Kramswolder loedyck. Noch den derden deel van de noerderste
      acker, daer Wylko Eggens nu ter wydt wondt, daer toe soelen Tydde unde Hemke geneten de
      geboemten staende up de vorgeß. Vyff ackeren landts, de Harmen Janßen nu ter tydt bewondt
      ende Tidde ende Hemke toe voeren bewondt ende gebruckt hebben, met de tralien ende
      anckeren ende ander iserwerck dattet muurwerck ant hueßbevatet hefft.
      Ende Sybel Tyackens ende Sintke soelen in egendoem geneten den halven herdt landts
      gelegen in Sudtbroeck inde Overbuiren, daer Focko Frericks ende Elke affgestorven synnen
      ende nu ter tydt van Aeylke Tyaedens ende Aeyto ende Tyae gebruckt worden streckende uth
      dat oesten van den Olden Ae, int westen doer Sappemeer. An welcke herdt ant norden Tyart
      Nannens ende ant suiden Eltie Hemkens. Noch den verden part vant veen welke Aeylko
      Tyaens ende Ebke van Eggo Hebbels gekoft hebben, gelegen tusschen Loegen streckende van
      den Herenwech int westen, gelick boven verhaelt, daer Gerdt Bloem ant suiden, ende Claes
      Knotte ant noerden. Noch twe ackeren veen landts gelegen tusschen Muntendam ende
      Suidtbroeck, daer Tepe Roleffs nu ter tydt woendt, streckende uth dat oesten vanden olden
      Dwarssloot, int westen gelick boven voerhaelt, daer Rentko Wybbens ant suiden ende Tepe
      ende Lutgert ant norden.
      Johan Hovinck ende Esse soelen genieten in den ersten den halven suiderste herdt landes
      gelegen in Suidtbroeck inde Utterbuyren, de Syse Janß nu ter tydt gebruickt, daer Focke
      Wyllems de andere halve norderste herdt van toe kumpt, streckende uth dat oesten vanden
      Olden Ae, int westen gelick de arffgen. synnen angearvet. Ten zuiden Ipo Phebens, ten
      noorden Sybrant Clasen. Noch een venne landts tusschen Suidbroeck ende Muntendam,
      strekkende uit het westen van de Hereweg, int oesten an Aelydt Phebens ganse kamp daer
      Johan ende Esse selfs met hoer toe gedelde teyn deymet ende Anne Smyts arffgen. ant suiden,
      en ten noorden Sybelt Ryndts.
      Ende noch gedachte teyn deymt daer Johan ende Esse voergess met hoer gedachte venne
      ende Alidt Phebens met den voorgess ganse kampe ant norden ende ant oesten ende suiden de
      Letze ende ant westen den dwarsloet tendes de vennen de naeste swet synnen.
      Aeyto ende Tya soelen geneten den anderen halve herdt landts gelegen in Suidbroeck in de
      Overbuyren waer Focke ende Eltie affgestorven synnen ende nu ter tydt by Aeylko ende Aeyto
      ende Tyas gebrucket worden dat in aller gestalt soe in gelick Sybell Tyackens ende Syntke de
      ander halve herdt synnen toegedeelt unvorscheden unde de verde part van den voergeß veen
      welcke Aeylke Tyaens ende Elko van Eggo Hebels hebben gekoft unde dat in aller gestalt soe
      Sybelt ende Syntke daer tegens verde part is toegedeelt ende hier voeren beschreven unde
      noch de helfte van de arffgen. Anpart veen landes gelegen up de dartich ackeren boven
      Muntendam soe ende gelick Tyddo Tyaens ende Hemke de ander helfte hier varen synnen
      toegescheet ende gedeelt ende de derde deel vande norderste acker gelegen tusschen
      Muntendam ende Suidtbroeck daer Wilko Eggens nu ter tydt woondt.
      Des blyft ungedeelt 4 ackeren landes gelegen un Upko Bennes zaliger gedachte herdt landes
      in Mydwolde up ende uth streckende soe de aldaer inden herdt gelegen synnen met syn annex
      ende gerechticheit, mede een syr veens in Duyrken acker en een syr veens in Dyurcken acker,
      mede hoer andeel in Eppe Einkens herdt, ende een rentebreff van Frerick Eebls ende Reyner
      Garbrants. Getuigen: [Merthen Jacops en Cornelis Warners ]

      - fol.80v - 1 mei 1613 - Johan Hovinck [=Joehan Hovinck], mede namens zijn vrouw Esse,
      dragen over aan Aeito Aeilckens en Tia (ehel.) een setbrief m.b.t. 2 deimt land zoals ze eerder
      hebben verzet aan Gert Harmens d.d. 25 november 1604, ingelost en weer verset aan Ipo
      Febens, d.d. 2 mei 1611. Getuigen: Merten Jacobs en Tiddo Jurghens