Sebastiaan Mattheus Sigismund de Ranitz

Sebastiaan Mattheus Sigismund de Ranitz

Mannelijk 1846 -

Persoonlijke informatie    |    Aantekeningen    |    Bronnen    |    Gebeurteniskaart    |    Alles    |    PDF

  • Naam Sebastiaan Mattheus Sigismund de Ranitz 
    Geboren 16 mei 1846  Nijmegen Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie  [1
    Geslacht Mannelijk 
    Persoon-ID I10637  Genealogie Oldenzeel
    Laatst gewijzigd op 2 okt 2019 

    Vader Voorouders Sebastiaan Mattheus Sigismund de Ranitz
              geb. 21 jul 1804, Herestraat Groningen Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie 
    Verwantschap geboorte 
    Moeder Voorouders Anna Margaretha Jacoba de Ranitz
              geb. 14 aug 1813, Doornik (Bemmel) Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie
              ovl. 19 sep 1903, Nijmegen Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie  (Leeftijd 90 jaar) 
    Verwantschap geboorte 
    Getrouwd 26 apr 1837  Bemmel Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie  [1
    Gezins-ID F1569931378  Gezinsblad  |  Familiekaart

    Gezin Voorouders Hermanna Louisa Christina Thomassen à Thuessink van der Hoop
              geb. 17 mei 1846, Groningen Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie 
    Getrouwd 10 mei 1871  Groningen Vindt alle personen met gebeurtenissen op deze locatie  [2
    Type: civil 
    Laatst gewijzigd op 7 nov 2020 
    Gezins-ID F1569931381  Gezinsblad  |  Familiekaart

  • Gebeurteniskaart
    Link naar Google MapsGeboren - 16 mei 1846 - Nijmegen Link naar Google Earth
    Link naar Google MapsGetrouwd - Type: civil - 10 mei 1871 - Groningen Link naar Google Earth
     = Link naar Google Earth 

  • Aantekeningen 
    • Sebastiaan Mattheus Sigismund de Ranitz (1846-1916)
      Jhr. Sebastiaan Mattheus Sigismund de Ranitz (Nijmegen, 16 mei 1846 – Den Haag, 30 oktober 1916) was adjudant van koning Willem III en grootmeester van koningin Wilhelmina, dienstdoende bij koningin-regentes Emma.

      Familie
      De Ranitz was lid van het geslacht De Ranitz en een zoon van Sebastiaan Mattheus Sigismund de Ranitz (1804-1884) en Anna Margaretha Jacoba de Ranitz (1813-1903).

      Op 10 mei 1871 trad hij in Groningen in het huwelijk met zijn volle nicht Hermanna Louisa Christina (Louise) Thomassen à Thuessink van der Hoop (1846-1920), dochter van Evert Jan Thomassen à Thuessink van der Hoop (1809-1852), officier van justitie, en Willemina Elisabeth de Ranitz (1812-1891), een zus van zijn vader.

      Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren:

      Jonkvrouw Anna Margaretha Jacoba (Anna) de Ranitz (1872-1958)
      Jonkvrouw Willemine Elisabeth Edzardine (Lita) de Ranitz (1876-1960).

      Na zijn overlijden is hij begraven in een relatief eenvoudig graf op de begraafplaats Oud Eik en Duinen, graf K 88.
      Loopbaan

      Na zijn middelbareschooltijd ging De Ranitz in dienst bij de Nederlandse krijgsmacht. Hij wist het tot ordonnansofficier van prins Alexander (1851-1884) en kapitein der infanterie te brengen. In die hoedanigheid werd hij op 2 september 1881 bij koninklijk besluit benoemd tot particulier secretaris van koning Willem III (1881-1890) en werd hij later tevens zijn adjudant (1885-1890). De Ranitz werd op 31 december 1888 verheven in de Nederlandse adel, met het predicaat jonkheer.

      Na de dood van koning Willem III in 1890 werd hij adjudant en particulier secretaris van zijn weduwe koningin-moeder Emma (1890-1894). In 1894 werd hij kamerheer van koningin Wilhelmina. In datzelfde jaar droeg koningin-regentes Emma hem voor om bevorderd te worden tot majoor, maar dit werd geweigerd door de toenmalige minister van Oorlog Schneider (1832-1925) in de zogenaamde 'adjudantenkwestie'; die behelsde de vraag of officieren in hofdienst bevorderd konden worden. Op die vraag had de minister van Oorlog, gesteund door de Tweede Kamer, beschikt dat bevordering alleen plaats kon vinden nadat de betreffende militair eerst twee maanden actieve dienst vervuld had; De Ranitz, eerder dan dat te doen, nam daarop ontslag uit militaire dienst en werd op zijn verzoek op pensioen gesteld.[1]

      Van 1898 tot 1903 was De Ranitz intendant van het huis van koningin-regentes Emma en in 1903 werd hij grootmeester wat hij bleef tot 1916. De Ranitz was tevens tijdelijk voorzitter van de Raad van Commissarissen van het sanatorium Oranje Nassau's Oord[2] en lid van de nalatenschapscommissie van Willem III, waarbij hij de functie van particulier secretaris bekleedde. De commissie had de taak de boedel te beschrijven en de verdeling tussen koningin-regentes Emma en koningin Wilhelmina te regelen.[3] De Ranitz stierf in 1916 op 70-jarige leeftijd.
      Hoffuncties

      Ordonnansofficier van koning Willem III, 1870- ?
      Particulier-secretaris van koning Willem III, 1881-1890
      Adjudant-secretaris van koning Willem III, 1885-1890
      Particulier-secretaris van koningin Emma, 1890-1894
      Kamerheer i.b.d. van koningin Wilhelmina, 1894- ?
      Intendant van koningin Emma, 1898-1903
      Grootmeester van koningin Wilhelmina, dienstdoende bij koningin Emma 1903- ?

      Geruchten vaderschap Wilhelmina
      Het latere parlementslid Louis M. Hermans was de eerste die zover bekend erover begon dat De Ranitz de vader van Wilhelmina zou zijn. Hij schreef erover in zijn blad De Roode Duivel. Hermans suggereerde in meerdere publicaties dat Emma en De Ranitz een verhouding hadden en dat er meer kinderen waren, die volgens hem naar het buitenland waren gebracht.[4][5] Volgens biograaf en historicus Dik van der Meulen zijn er echter geen concrete aanwijzingen voor zijn vaderschap van Wilhelmina.[6]

      Van der Meulen bestudeerde drie terugkerende argumenten die complotdenkers (doorgaans uit republikeinse hoek) aanvoeren om te beweren dat niet Willem III, maar De Ranitz Wilhelmina's vader moest zijn geweest.

      Willem III zou door zijn losbandige seksleven aan het einde van zijn leven syfilis hebben gekregen en daardoor onvruchtbaar zijn geworden. Dit werd onder andere door historicus J.G. Kikkert beweerd.[7] Van der Meulen achtte echter niet bewezen dat Willem III hier ooit aan geleden heeft en stelde dat je van syfilis niet onvruchtbaar kunt worden.
      De Ranitz zou de eigenlijke vader zijn omdat zowel hij als Wilhelmina toondoof zouden zijn geweest, hetgeen een erfelijke aandoening kan zijn.[8] In de families van Emma en Willem III zou niemand aan toondoofheid hebben geleden. De Ranitz zou daar wel last van hebben gehad, maar hiervoor zijn geen betrouwbare bronnen bekend.
      Het stoffelijk overschot van het Huis Romanov, de tsarenfamilie die na de Russische Revolutie werd vermoord in het Ipatjev-huis in 1918, werd in 1991 opgegraven, waarna men DNA-tests wilde doen bij verwante Europese royals om zeker te weten dat dit wel echt de Romanovs waren.[9] Elizabeth II zou hiermee hebben ingestemd, maar Juliana zou hebben geweigerd omdat ze iets te verbergen zou hebben. Dit laatste bleek niet waar. Juliana is nooit gevraagd en had dus ook nooit 'nee' kunnen zeggen.[6]

      Pas in de jaren 1990 zou de vaderschapsclaim weer zijn opgedoken en sindsdien op het internet een eigen leven gaan leiden.[10] De complottheorie is het centrale thema in de thriller IV (2013) van Arjen Lubach. Dat De Ranitz Wilhelmina's vader zou zijn, was een van de aangevoerde hoofdargumenten van Erwin Lensink, die op Prinsjesdag 2010 een waxinelichthouder naar de Gouden Koets gooide, die hij opdroeg in zijn aanklacht van 14 april 2010.[11] Erwin Lensink eiste tijdens zijn eerste proces dat DNA zou worden afgenomen van de lichamen van Willem III, Wilhelmina en Juliana, zodat hij kon bewijzen dat Beatrix geen officieel lid is van de Oranje-dynastie. De rechter heeft dit verzoek afgewezen.[12][13]
      Waardering
      Minister Willem Hendrik de Beaufort (1845-1918) liet zich in zijn dagboeken waarderend uit over De Ranitz: "Onder haar [koningin Emma's] naaste omgeving genoot de heer De Ranitz haar meeste vertrouwen. [...] Hij was de schranderste man in den kring van hovelingen die destijds om de koningin waren geplaatst. Vandaar dat zijn raad veeltijds ingang vond. [...] De Ranitz is een aangenaam man, met een goed uiterlijk, met conservatieve neigingen, maar toeschietelijk en beleefd voor iedereen. Hij is ontwikkeld en heeft enige kunstgave. Hij heeft evenwel de eigenschap die alle bewoners van de noordelijke provincies min of meer hebben, van wat kras te zijn in zijn uitingen".[14]
      Onderscheidingen

      Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw
      Commandeur in de Orde van de Eikenkroon
      Grootofficier in de Orde van Oranje-Nassau
      Grootofficier in de Huisorde van Oranje

      Ordonnans

      De Ranitz nam als ordonnansofficier van Willem III deel aan de Brautschau te Arolsen in 1878.

  • Bronnen 
    1. [S980] .

    2. [S8214] .