12. | Luirt Luirts Saaxema is geboren in in Baflo (zoon van Luirt Luirts en Lijsabet Tonnis). Aantekeningen:
Hij was landbouwer op de Ikemaheerd te Niekerk, De Marne. Met Pasen 1729 speelde zich in de doopsgezinde gemeente te Rasquert een conflict af tussen de 22-jarige boerenzoon Luirt Luirts uit Saaksumhuizen en de doopsgezinde ouderlingen Jacob Lippes, Waelcke Eises en Tijaert Micheels. Luirts kleding werd toen te uitbundig bevonden, evenals zijn gedrag. Zijn hoed, een driekante steek in ruitjes geborsteld, beviel de ouderlingen niet, zijn haren waren te lang, zijn das te dik, zijn schoenenmet staande kappen en lange riemen te fraai. Daarbij kwam nog, dat Luirt aan een harddraverij had meegedaan en drie keer naar de kermis te Wehe was geweest. Zijn ouders steunden hem. De hoed had hij van zijn vader gekregen, de das van zijn moeder. De ouderlingen werd gevraagd met de Bijbel aan te tonen, wat er mis was. Luirt won de strijd, werd boer te Niekerk en zou in 1738 lekenpredikant in Houwerzijl worden, waar hij tot zijn dood in 1781 als vermaner werkzaam bleef (Volgens de schrijver K.Vos te Middelstum is hij in 1701 geboren en in 1785 overleden).
"Nu is het gebeurt een geruime tijt hijrna, dat de dienaren (dienaren des woords of leeraars) een omganck hebbe gedaen (huisbezoek voor het avondmaal) en sijn an ons huis gekomen Jacob Lippes en Tijaert Micheels om mit onse soon Luirt te spreken, dewelcke doen int lant was te arbeijden; soo hebben wij hem wel willen laten te huis komen, maer de vrienden wilden niet lieffst soo lanck wachten, maer hebben te samen afgesproken om hetselve op naeste Sondach na de vermaninge (predikatie) te doen, 't welcke doen is geschiet; in welck bespreck is voorgevallen, dat de dienaren hem verscheijden stucken hebben angewesen, welcke sij verstonden niet goet te wesen, sijnde de reden door Jacob Lippes alsoo gestelt: Du heste daer een hoet op, die mij niet an staet; dijn haer is te lanck ; du gebruickste een das, die te dick is; dijn schoenen staen mij oock niet an; du heste daer op Pinckstermaendach tot Baffelt (Baflo) hart jacht mit de sees (sjees); du heste 3 dagen na Weestermarckt (de markt te Wehe) west, daer mochstu oock liever voor thuis bleven hebben; welcke reden Luirt soo an mij heeft vertoont, de mij destijts al ongevallich voorquamen."
"Was dan die twee-en-twintig-jarige Luirt, dien Jacob aanvankelijk weigerde te doopen, soms niet braaf genoeg? Zonder enigen twijfel kan gezegd worden: hij was een oppassende en degelijke jonge man, die het leven ernstig opnam en geen wonder, dat zijn vader om het gebeurde zoo verontwaardigd was. Wij kunnen bewijs bijbrengen voor Luirts oppassend levensgedrag. Immers een jaar, nadat Jacob (Lippes) bakzeil had gehaald en hem had gedoopt, in 1731, huwde Luirt met Hilje Luitjens van Niekerk, zijnachternichtje. Hij stond dus bij zijn famille goed aangeschreven. Na zijn huwelijk vestigde hij zich als landbouwer te Niekerk (Ulrum) en terwijl hij nog met haar gehuwd was, werd hij in 1738 verkozen tot leeraar bij de naburige Doopsgezinde gemeente te Houwerzijl (volgens de bron "Doopsgezinden in de Ommelanden" werd hij vermaner in 1742). Tot 1781, toen hij op 80 jarigen leeftijd emeritus werd, stichtte hij zijn geloofsgenooten met zijn vermaningen. Ongeveer vier jaren later overleed hij. Vijf kinderen schonk Hilje hem. En deze kinderen hebben een rijk nakroost voortgebracht."
Luirt Luirts was een zoon van Luirt Luirts en Lijsabeth Tonnis, geboren in 1707 te Maarhuizen. Hij was landbouwer op boerderij Lutke Saaksum te Maarhuizen.
Luirt getrouwd Hilje Luitjens op 17 feb 1732 (civil) in Baflo. Hilje (dochter van Luitjen NN) is geboren in in Niekerk de Marne; is gestorven vóór 30 jun 1768. [Gezinsblad] [Familiekaart]
|