Pepijn van Herstal

Pepijn van Herstal

Mannelijk ca. 635 - 714  (~ 79 jaar)

Generaties:      Standaard    |    Verticaal    |    Compact    |    Box    |    Alleen tekst    |    (Uitgebreide)kwartierstaat    |    Voorouderwaaier    |    Media    |    PDF

Generatie: 1

  1. 1.  Pepijn van Herstal is geboren circa 635 in Herstal (zoon van Ansegisus (Hofmeier) en Begga (Heilige)); is gestorven op 16 dec 714 in Jupille-sur-Meuse.

    Aantekeningen:

    Pepijn II van Herstal, bekend met de bijnamen de Jonge, de Middelste of de Dikke, (Herstal, ca. 635 - Jupille-sur-Meuse, 16 december 714) was een Frankische hofmeier. Hij was de zoon van de hofmeier Ansegisel en van (de heilige) Begga, een dochter van de hofmeier Pepijn van Landen. Hij werd begraven in de abdij van Sint-Arnulf (zijn grootvader) in Metz.

    Leven
    Door de mislukte staatsgreep van zijn oom Grimoald was zijn familie in politieke ongenade gevallen, waarbij veel prominente familieleden, onder wie zijn vader, gedood waren. Pepijn had nog wel de omvangrijke familiebezittingen langs de Maas en de Moezel. Door zijn huwelijk met Plectrudis (rond 670) verwierf hij nog meer bezittingen aan de Moezel en in de Eifel. Ook wist hij veel prestige terug te winnen door Gundewin te doden, de moordenaar van zijn vader.

    In 679 was Pepijn een van de leidende edelen in Austrasië. Samen met Martin van Laon leidde hij het verzet tegen de hofmeier Ebroin van Neustrië en Bourgondië die ook de macht in Austrasië wilde verwerven. De Austrasiërs werden bij Laon verslagen, Martin werd gedood en Pepijn moest vluchten. In 680 werd hij hofmeier van Austrasië. Een jaar later werd Ebroin vermoord, en Pepijn sloot een verdrag met diens opvolger Waratton. In 687 kwam hij echter in conflict met Berthar, de nieuwe hofmeier van Neustrië en Bourgondië. Pepijn versloeg hem in de Slag bij Tertry. Koning Theuderik III benoemde Pepijn tot hofmeier van het gehele rijk en Pepijn erkende Theuderik als enige koning. Verder liet Pepijn zijn zoon Drogo trouwen met een dochter van Berthar.

    In 689 versloeg hij de Friezen in de Slag bij Dorestad en veroverde hij alle gebieden ten zuiden van de Rijn. Aan de missionaris Willibrord gaf hij een oud Romeins fort, nu de stad Utrecht, als steunpunt voor zijn zending onder de Friezen. Ook onderwierp hij de Alemannen. In 691 deed hij een schenking aan de abdij van Sint-Arnulf te Metz. In 695 benoemde hij zijn zoon Grimoald II tot hofmeier in Neustrië en zijn zoon Drogo tot hofmeier in Bourgondië.

    Opvolging
    Nadat zijn zonen Drogo (708) en Grimoald (714) nog tijdens zijn leven waren overleden benoemde Pepijn op aandringen van Plectrudis zijn minderjarige kleinzoon Theudoald, de zoon van Grimoald, tot zijn opvolger. Theudoald was echter nog te jong om zelf te regeren. Toen Pepijn van Herstal op 16 december 714, bijna tachtig jaar oud, plots in Jupille (nu een deel van de Luikse agglomeratie in het moderne België) overleed, zou Plectrudis voorlopig het regentschap uitoefenen. Zijn rechtmatige kleinkinderen riepen zichzelf inderdaad uit tot Pepijn van Herstals ware opvolgers, en probeerden met de hulp van Plectrudis hun positie als hofmeier van het paleis in stand te houden. Karel Martel, de oudste zoon van zijn tweede vrouw, had echter de gunst van de Austrasische adel gewonnen. Hij had zich bewezen als een krachtig militair, die zijn volgelingen door succesvolle plundertochten van omvangrijke buit kon voorzien. Ondanks de inspanningen van Plectrudis, die hem enige tijd gevangen liet zetten, slaagde Karel er in de enige hofmeier van het paleis en de de facto heerser van het Frankische rijk te worden. Hier ging echter wel een meer dan drie jaar durende machtsstrijd, de zogenaamde Frankische Burgeroorlog (715-718), aan vooraf.

    Karel Martel wordt de eerste van de Karolingen genoemd (oorspronkelijk een partijnaam tijdens de Frankische Burgeroorlog), en de kinderen en kleinkinderen van Plectrudis de laatsten van de Pepiniden.

    Huwelijken en kinderen
    Getrouwd met Plectrudis rond 670 (= Pepiniden):
    Drogo (rond 670-708)
    Grimoald II, hofmeier in Neustrië, (rond 680 - vermoord in 714)

    Met zijn tweede vrouw (in bigamie getrouwd) Alpaida (= Karolingen):
    Karel Martel (23 augustus 686-22 oktober 741)
    Childebrand (vermoedelijk rond 690-751) (het is niet helemaal zeker dat Childebrand een kind was van Alpaida)

    Gezin/Partner: Alpaida. Alpaida is geboren circa 670; is gestorven vóór 714. [Gezinsblad] [Familiekaart]

    Kinderen:
    1. Karel Martel is geboren op 23 aug 686 in Herstal; is gestorven op 22 okt 741 in Quierzy.

Generatie: 2

  1. 2.  Ansegisus (Hofmeier) is geboren circa 610 (zoon van Arnulf van Metz en Doda); is gestorven circa 662.

    Aantekeningen:

    Ansegisus (verlatijnst, oorspronkelijk Ansegisel) (ca. 610 - 662) was een Frankische hofmeier. Hij was een zoon van Arnulf van Metz en zijn vrouw Doda.

    In 633 werd de toen drie jaar oude Sigibert III koning van Austrasië. Een jaar later werd Ansegisus benoemd tot een van zijn opvoeders en waarschijnlijk kreeg hij toen ook het ambt van hofmeier, dat Pepijn van Landen moest neerleggen. Hij onderdrukte samen met Pepijn, Kunibert van Keulen, Bubo van Auvergne en Leuthar van Allemanië een opstand van de edelen Radulf en Fara. In 662 nam hij deel aan de mislukte staatsgreep van zijn zwager Grimoald I en werd daarbij gedood door Gundewin.

    Rond 645 huwde hij met Begga, de dochter van Pepijn van Landen. Ze kregen de volgende kinderen:
    Pepijn van Herstal, (ca. 645-714), hofmeier van Austrasië, Neustrië en Bourgondië
    Clothildis van Herstal (ca. 650-699), gehuwd met koning Theuderik III van Neustrië, heilig verklaard

    Ansegisus getrouwd Begga (Heilige) circa 645 (civil). Begga (dochter van Pepijn I van Landen en Ida van Nijvel) is geboren in 620; is gestorven op 17 dec 693 in Andenne. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 3.  Begga (Heilige) is geboren in 620 (dochter van Pepijn I van Landen en Ida van Nijvel); is gestorven op 17 dec 693 in Andenne.

    Aantekeningen:

    De heilige Begga (± 620 - Andenne, 17 december 693) was een Frankische edelvrouw, dochter van hofmeier Pepijn van Landen en de ook heilig verklaarde katholieke kloosterlinge Ida van Nijvel. De Collegiale kerk Sint-Begga te Andenne is aan haar toegewijd. In deze kerk bevindt zich (in de Sint-Beggakapel, links van het koor) een 12de-eeuws funerair monument in zwart marmer dat genoemd wordt: "Het graf van Begga". Erboven staat de zogenaamde "Tafel van Begga" waaraan bovennatuurlijke eigenschappen zijn toegeschreven. Een relikwie van Begga wordt bewaard in de Sint-Amanduskerk te Wezeren in Vlaams-Brabant.

    Familie
    Begga werd omstreeks 620 geboren als dochter, enerzijds van Pepijn van Landen, hofmeier[1] van Austrasië, stamvader van de Pepiniden en katholieke zalige, en anderzijds van diens vrouw Ida, beter bekend als de heilige Ida van Nijvel. Begga was de zuster van Grimoald -die zijn vader opvolgde als hofmeier- en van de heilige Gertrudis.

    Begga huwde omstreeks 643 met Ansegisel, een hofmeier die werd vermoord. Deze laatste was een zoon van bisschop Arnulf van Metz en van diens vrouw Doda van Metz. Zowel Arnulf als Doda werden heilig verklaard. Uit het huwelijk tussen Begga en Ansegisus werden verscheidene kinderen geboren. Echter heerst er onzekerheid over sommige mogelijke kinderen.

    Met zekerheid stammen de volgende uit dit huwelijk:

    Pepijn van Herstal (ca. 645 - 714), de latere stichter van het Karolingische rijk (zoon van Begga).
    Clothildis van Herstal (ca. 650 - 692), die huwde met koning Theuderik III van Bourgondië en heilig werd verklaard.
    Het is overduidelijk dat verscheidene van Begga's verwanten, op een bepaald tijdstip in hun leven, zich ten dienste stelden van de katholieke Kerk en sommigen zelfs werden heilig verklaard.

    Religieus leven
    Na de dood van haar man en een groot deel van haar mannelijke familieleden tijdens een mislukte staatsgreep in 662, werd Begga erfgename van het uitgestrekte familiebezit in het Maasdal. Als weduwe maakte ze een pelgrimstocht naar Rome en deed daar de gelofte om een klooster en zeven kerken te stichten. Pas nadat haar zoon Pepijn in 691 zijn politieke positie en zijn bezit veilig had gesteld, stichtte zij een klooster in Andenne, bevolkte het met nonnen uit Nijvel en werd er de eerste abdis. Begga stierf in Andenne, waarschijnlijk op 17 december 693.

    Patroon- en beschermheilige
    De heilige Begga is de patrones van stotteraars, van mensen met botbreuken, en later ook van de begijnen. Zij wordt aangeroepen tegen reuma. Het Walcherse dorpje Biggekerke is waarschijnlijk naar haar vernoemd.

    Begijnen
    Begga had aanvankelijk niets met de begijnen van doen (begijnen kregen hun naam pas zo'n 600 jaar later), maar wordt vanwege de naamsovereenkomst toch vaak als begijn met kap en gevouwen handen voorgesteld.

    Kinderen:
    1. 1. Pepijn van Herstal is geboren circa 635 in Herstal; is gestorven op 16 dec 714 in Jupille-sur-Meuse.


Generatie: 3

  1. 4.  Arnulf van Metz is geboren circa 582 in Lay-Saint-Christophe; is gestorven op 16 aug 640 in Remiremont.

    Andere gebeurtenissen:

    • Beroep: van 614 tot 629; Bisschop van Metz

    Aantekeningen:

    Arnulf van Metz (Lay-Saint-Christophe (bij Nancy), ca. 582 - bij Remiremont, 16 augustus 640) was een Frankische edelman en later bisschop van Metz. Hij was een van de belangrijkste Frankische politici van zijn tijd en is na zijn dood heilig verklaard. Hij was eerst begraven in Remiremont, maar is in 717 herbegraven in Metz in een abdij die daarna naar hem werd genoemd.

    Leven
    Arnulf diende aan het Austrasische hof onder Theudebert II (595-612) en was beheerder van de koninklijke domeinen en graaf aan de Schelde. In 613 leidde hij, met Pepijn van Landen en hofmeier Warnachar II van Bourgondië, de aristocratische opstand tegen de nieuwe minderjarige koning van Austrasië en Bourgondië, Sigebert II, en de koningin-overgrootmoeder Brunhilde van Austrasië die de feitelijke macht bezat - wat de oorzaak was van het conflict. De opstandelingen sloten een bondgenootschap met Chlotarius II van Neustrië. Tezamen versloegen ze de troepen van Sigebert en Brunhilde bij de Aisne, waarna Sigebert en Brunhilde werden gedood. In Andernach werd een verdrag gesloten waarin de autonomie van Austrasië en de leidende rol van de Austrasische adel werden vastgelegd.
    In 614 gaf Arnulf te kennen dat hij in een klooster wilde treden, maar in plaats daarvan benoemde Chlotarius hem tot bisschop van Metz, wat een ook politiek belangrijke functie was. In 623 werd hij voogd van Dagobert I, die door zijn vader tot koning van Austrasië was benoemd (wat een erkenning was van de Austrasische autonomie). Een jaar later onderdrukte hij samen met Pepijn een opstand in Thüringen. In 625 bemiddelde hij bij de totstandkoming van een overeenkomst tussen Chlotarius en Dagobert.
    In 629 trad hij in het klooster van Remiremont. De overlevering vertelt dat hij zorg droeg voor zieken en leprozen en dat hij de rest van zijn leven als kluizenaar leefde.

    Heilige
    Arnulf wordt vaak de beschermheilige van de brouwers genoemd, maar dat lijkt een verwarring te zijn met St. Arnold van Soissons. Zijn naamdagen vallen op 18 juli en 16 augustus.
    Volgens de legende werd Arnulf gekweld door wroeging over zijn vroegere daden en gooide hij zijn bisschopsring in een rivier, zeggende dat hij pas zou weten dat God zijn zonden vergaf, als hij de ring terug zou zien. Korte tijd later werd de ring teruggevonden in een vis.
    In 717 zijn zijn relieken overgebracht naar een Benediktijner abdij van de Heilige Apostelen bij Metz. Deze abdij werd nadien naar hem vernoemd en werd ten tijde van Karel de Grote een prominente plaats voor de begrafenis van de Karolingen; o.a. Lodewijk de Vrome en zijn moeder Hildegard (tweede vrouw van Karel de Grote) zijn er begraven. Door verbouwingen, oorlogsgeweld en door vernielingen tijdens de Franse Revolutie zijn de abdij en de keizerlijke grafkelders verloren gegaan.

    Familie
    Van de voorouders van Arnulf is volgens alle bronnen niets met zekerheid bekend. Ze worden alleen genoemd in latere genealogieën, die vooral tot doel lijken te hebben de Karolingen te verbinden met de Merovingen en met Romeinse voorouders. De Vita van Arnulf vermeldt alleen dat hij uit een rijke adellijke familie komt. Zijn familie had vermoedelijk bezittingen bij Metz en Verdun.
    Voor hij bisschop werd, was hij getrouwd met Doda (geboren ca. 590). Na zijn benoeming tot bisschop zou zij zijn ingetreden in een klooster in Trier. Van Doda is verder eigenlijk niets bekend; de stelling dat zij een dochter van Arnoald was, lijkt alleen gebaseerd te zijn op het gegeven dat zowel Arnoald als Arnulf graaf was aan de Schelde, welke functie dan via Doda zou zijn doorgegeven. Arnulf en Doda hadden twee zoons:
    Ansegisel (607-voor 679), gehuwd met de H. Begga, overgrootvader van Karel de Grote. Arnulf wordt dan ook gezien als de stamvader van de Arnulfingen en de daaruit komende Karolingen.
    Chlodulf, bisschop van Metz

    Arnulf getrouwd Doda. Doda is geboren circa 590. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  2. 5.  Doda is geboren circa 590.
    Kinderen:
    1. 2. Ansegisus (Hofmeier) is geboren circa 610; is gestorven circa 662.

  3. 6.  Pepijn I van Landen is geboren circa 580 in Landen, België (zoon van Carloman van Landen); is gestorven op 21 feb 639 in Landen, België.

    Aantekeningen:

    Pepijn I van Landen of de Oudere Pépin le-Vieux (ca. 580 – 21 februari 639/640 (?)) was van 623 tot 629 en vanaf 639 hofmeier van het Frankische koninkrijk Austrasië onder de Merovingische koningen Chlotharius II, Dagobert I en Sigibert III.

    Pepijn van Landen wordt in de Kronieken van Fredegar, de belangrijkste bron over zijn leven, genoemd als zoon van Carloman van Landen. Verder is over zijn afkomst weinig met zekerheid bekend. Zijn naam komt van de Vlaams-Brabantse stad Landen, zijn waarschijnlijke geboorteplaats. Pepijn was afkomstig uit een familie van grootgrondbezitters in het Maasdal.

    In 613 leidde hij met Arnulf van Metz en hofmeier Warnachar II van Bourgondië, de aristocratische opstand tegen de nieuwe minderjarige koning van Austrasië en Bourgondië, Sigibert II, en de koningin-overgrootmoeder Brunhilde van Austrasië, die de feitelijke macht bezat - de oorzaak van het conflict. De opstandelingen sloten een bondgenootschap met Chlotharius II van Neustrië. Tezamen versloegen ze de troepen van Sigibert en Brunhilde bij de Aisne, waarna Sigibert en Brunhilde werden gedood. In Andernach werd een verdrag gesloten waarin de autonomie van Austrasië en de leidende rol van de Austrasische adel werden vastgelegd.

    Hij werd in 623 benoemd tot hofmeier van de in dat jaar tot (onder)koning benoemde Dagobert I. In 629 stierf koning Chlotharius II en werd Dagobert I koning over het gehele Merovingische rijk. In datzelfde jaar verloor Pepijn zijn functie en werd hij verbannen naar Orléans. Volgens de traditie was de kritiek van Pepijn op het overspel van Dagobert de aanleiding voor de verbanning. Pas na de dood van Dagobert I (19 januari 638/639) werd Pepijn wederom benoemd tot hofmeier. Hij stierf echter niet lang daarna (in 639 of 640).

    Pepijn en Arnulf van Metz zijn erin geslaagd de feitelijke macht in de Frankische koninkrijken in handen van de aristocratie te leggen. Zo begon de periode van de "Vadsige of Luie koningen": de Merovingische koningen die alleen in naam regeerden terwijl de hofmeiers de feitelijke macht uitoefenden.

    Pepijn van Landen was gehuwd met Ida van Nijvel (592–652). Pepijn en Ida van Nijvel hadden drie kinderen:

    een dochter Begga, die trouwde met Ansegisel, de zoon van Arnulf van Metz. Een zoon uit dit huwelijk, Pepijn van Herstal, was de overgrootvader van Karel de Grote in de mannelijke lijn.
    een dochter, Gertrudis van Nijvel, samen met haar moeder stichter en eerste abdis van de abdij van Nijvel
    een zoon Grimoald die net als zijn vader hofmeier van Austrasië is geweest.
    Volgens een latere legende was ook Allowin van Haspengouw, beter bekend als de heilige Bavo, een zoon van Pepijn van Landen.

    Pepijn van Landen wordt als zalige beschouwd maar is in tegenstelling tot zijn vrouw en twee van zijn kinderen niet officieel zalig verklaard.[bron?] Zijn feestdag is 21 februari.

    Pepijn getrouwd Ida van Nijvel. Ida is geboren circa 592; is gestorven op 8 mei 652 in Nijvel. [Gezinsblad] [Familiekaart]


  4. 7.  Ida van Nijvel is geboren circa 592; is gestorven op 8 mei 652 in Nijvel.

    Aantekeningen:

    Ida van Nijvel (ca. 592 - Nijvel, 8 mei 652), ook Itta of Iduberga genoemd, was de echtgenote van de Pepijn van Landen (huwelijk in 614) en de moeder van Gertrudis van Nijvel, Begga en Bavo. Een van haar zoons, Grimoald, werd net als zijn vader hofmeier van Austrasië. Ida was vermoedelijk een dochter van heilige Arnoald. Ida stichtte na het overlijden van haar man diverse kloosters, onder andere de abdij van Nijvel (650) en die van Fosses-la-Ville.

    Ida wordt, net als haar kinderen Getrudis, Begga en Bavo, vereerd als heilige. Haar feestdag is op 8 mei. Zij wordt aangeroepen tegen de huidziekte erysipelas en tegen tandpijn.

    Daarnaast is er ook de mystica Ida van Nijvel (1190 - 1231). Zij was de geestelijke leidsvrouw van Beatrijs van Nazareth. De levensbeschrijving van Ida Nijvel is opgesteld in de zeventiende eeuw, waardoor men twijfelt aan de historische exactheid van deze biografie.

    Categorieën: Heilige in het christendomMer

    Kinderen:
    1. 3. Begga (Heilige) is geboren in 620; is gestorven op 17 dec 693 in Andenne.
    2. Gertrudis van Nijvel is geboren in 626; is gestorven op 17 mrt 659.


Generatie: 4

  1. 12.  Carloman van Landen
    Kinderen:
    1. 6. Pepijn I van Landen is geboren circa 580 in Landen, België; is gestorven op 21 feb 639 in Landen, België.