Treffers 201 t/m 250 van 861
# | Aantekeningen | Verbonden met |
---|---|---|
201 | Conc. kamp Neuengamme te Hamburg Gemeente Hamburg Land Duitsland Naam: Oldenzeel, Lammert Gebeurtenis: Gearresteerd als communist volgens Lehnhoff, wegens Noorderlicht volgens de Waarheid, 1941-04-01 Verzetsactiviteiten: 'Geen illegale werker' [Het beroep van betrokkene is ontleend aan een kaartsysteem met gesneuvelden van GOIW] Standplaats: Groningen, Oliemuldersweg 184ª Beroep: Varensgezel Ideologie: CPN Geboren: 1920-02-09 Overleden: 1942-11-27 Bijzonderheden: Omgekomen in Neuengamme Het Noorderlicht was een illegale communistische krant die werd gestencild in een oplage van 100-300 exemplaren en tijdens de oorlogsjaren 1940-1941 een paar maal werd verspreid in Noord-Nederland. Het ontstaan van Het Noorderlicht is rechtstreeks terug te voeren op het besluit van 15 mei 1940 van het partijbestuur van de Communistische Partij van Nederland (CPN) om een ondergrondse organisatie op te richten. Het verbod van 27 juni 1940 van de Duitse bezetter om de communistische krant het Volksdagblad nog langer uit te geven omdat men zich niet aan de censuurvoorschriften hield en het verbod op het voortbestaan van de CPN van 20 juli 1940 hebben het verschijnen versneld. Als illegale opvolger van Het Volksdagblad verscheen in november 1940 De Waarheid. Als regionale edities van De Waarheid verschenen tegelijkertijd kranten als De Vonk, Tribune, Het Compas en Het Noorderlicht. De laatste verscheen voornamelijk in Groningen en Friesland en werd vanuit de stad Groningen opgezet door Jan Herder die door de CPN was aangewezen als instructeur bij het opbouwen van een illegale organisatie in het noorden van Nederland. Hoofdartikelen werden in Amsterdam geschreven onder verantwoordelijkheid van de centrale leiding van de CPN en via koeriers en koeriersters door het hele land verspreid, waar de tekst ter plaatse op stencil werd gezet en verspreid. Van de wederwaardigheden van Het Noorderlicht in Friesland is het volgende bekend: Voor de verspreiding van Het Noorderlicht in Friesland werden drie groepen gevormd. De eerste bestond uit Martin Beuving, bouwvakker en gemeenteraadslid in Leeuwarden voor de CPN; Jan Weistra, 25 jaar, CPN-er en loodgieter uit Leeuwarden; Dirk Faber, 41 jaar, christelijk en timmerman uit Leeuwarden, Fedde de Groot uit Leeuwarden, 20 jaar en lid van de Nederlands Jeugdfederatie; Corrie van der Meulen uit Leeuwarden, 20 jaar en lid van de Nederlandse Jeugdfederatie; Eds van der Heide, 32 jaar, monteur uit Leeuwarden, partijloos, en zijn vrouw Klaaske, lid van de CPN. Een tweede verspreidingsgroep bestond uit Jacob de Wacht, 42 jaar, bouwvakker en CPN-er uit Leeuwarden; Foppe Schipof, 42 jaar, vrijbuiter en negotieverkoper uit Leeuwarden; Harry Tulp, 32 jaar, lid van de CPN en vertegenwoordiger; Jacob de Rook, 51 jaar, visroker uit Lemmer en lid van de CPN. Tot de derde groep, de zogenaamde Houtigehagegroep, behoorden Frans Dalstra uit Surhuisterveen, 39 jaar, transportarbeider en lid van de CPN; Piet Keverkamp, 33 jaar, kapper in Houtigehage, katholiek (die bij zijn arrestatie in 1941 tegen zijn vrouw zei: “Nee ik hoef mijn jas niet aan, ik ben zo terug.”); Siebe Bos, 32 jaar, voerman en lid van de CPN. Toen de Noorderlichtgroep in Groningen in februari 1941 werd opgerold werd het Noorderlicht op 5 maart 1941 voor de eerste en laatste maal in Leeuwarden gemaakt in de Insulindestraat bij Eds en Klaaske van der Heide en van daaruit verspreid. Kort daarna werden vrijwel alle medewerkers gearresteerd. In Groningen werden ongeveer 55 mensen van de Noorderlichtgroepen gearresteerd en naar concentratiekampen gevoerd. Slechts een klein deel daarvan heeft het er levend van afgebracht. | Oldenzeel, Lammert (I543)
|
202 | Constantijn I, Gaelisch: Causantín mac Cináeda (?, ? - Dollar, 877) was koning van Schotland. Hij volgde zijn oom Donald I op. Tijdens zijn regering veranderde de opzet en het gedrag van de Vikingen van plundertochten naar georganiseerde verovering en het stichten van nederzettingen. In de tijd van Kenneth I werkte deze samen met de Ierse koning Aed Finnliath om de aanvallen van de Vikingen af te slaan en te ontmoedigen. In 866 heersten er twee Scandinavische koningen in Dublin, de Noor Olaf de Witte en de Deen Ivar de Beenloze, die Schotland binnenvielen in Fortriu. Ze bleven er verscheidene maanden, maar zonder echt succes. In 870 belegerden Olaf en Ivar de vesting Dumbarton: door watertekort moesten de verdedigers zich uiteindelijk overgeven. Na tal van plunderingen in Strathclyde keerden ze in 871 terug naar Dublin. Ivar stierf in 873 en Olaf sneuvelde kort daarop tijdens een gevecht. Een vloot van 100 Noorse schepen onder Olaf, zoon van Godfrey, probeerde een aantal jaar later te landen op de Pictische kust, maar werd door Constantijn I teruggeslagen; Olaf vond hierbij de dood. In 877 vond er een Deense invasie plaats aan de oostkust. Het kwam tot een confrontatie bij Dollar. Constantijns leger werd verslagen en hijzelf werd gedood. Constantijn I werd begraven op Iona. | van Schotland, Constantijn I (I7923)
|
203 | Constantijn VII Porphyrogennetos (de in het purper geborene) (Grieks: ???sta?t???? ?? ???f????????t??, Konstantinos VII Porphyrogennetos) (905 - 9 november 959) was van 913 tot 959 keizer van het Byzantijnse Rijk. Nadat zijn schoonvader en regent Romanos Lekapenos door diens zoons Stephanos en Constantijn (VIII) was afgezet 944 probeerden zij Constantijn ook aan de kant te schuiven. Als zoon van Leo VI was hij de legitieme troonopvolger, die in naam zelfs al 31 jaar keizer was. Hij had er genoeg van aan de kant gezet te worden en zond zijn rivalen in ballingschap. Constantijn was eerder een geleerde dan een heerser. Hij liet veel staatszaken aan zijn veel ambitieuzere vrouw Helena Lekapena over en wijdde zich aan de studie van het roemrijke verleden. Hij schreef zelf een aantal uitstekende historische verhandelingen en stimuleerde allerlei intellectuele activiteiten in zijn hoofdstad. Zijn interesse was eerder encyclopedisch dan creatief, maar het Byzantijnse onderwijs had veel aan hem te danken. Bekend is zijn De Administrando Imperio, een handboek over politiek voor zijn zoon en opvolger Romanos II. Hij kondigde in 947 een wet af die de boeren tegen de 'machtigen' beschermden die hun hun land afpakten. Ook het bezit van soldaten werd geregeld. Aan de noordgrens met Bulgarije heerste vrede, al moesten de Magyaren een aantal keren geweerd worden. Byzantium kon zich voornamelijk op de Arabieren concentreren, hoewel Constantijn daar weinig blijvende resultaten bereikte, voor een deel door grove fouten van zijn generaal Gongylas[bron?]. Het Byzantijnse hof onderhield in zijn tijd bijzonder levendige diplomatieke betrekkingen met een groot aantal andere regeringen, zoals met de Kalief Abd al-Rahman III in Córdoba in Spanje, verschillende onderling vijandige Arabische staten en Otto de Grote. In 957 kwam de Russische prinses Olga van Kiev, die de naam Helena aannam als haar doopnaam, persoonlijk op bezoek. Dit legde de grondslag voor bijzonder goede betrekkingen met deze groeiende macht in het voorheen zo barbaarse noorden. Constantijn stierf op 9 november 959 en liet de troon na aan zijn zoon Romanos II. | van Byzantium, Constantijn VII Porphyrogennetos (I7969)
|
204 | Cornelis Trip (1695-1753), heer van Goudriaan en Langerak, vroedschap en burgemeester van Amsterdam, directeur van de Sociëteit van Suriname 1733-1748, woonde op Herengracht 52, 54, 56, 97 en op Keizersgracht 71, 73 en op 127 | Trip, Cornelis (I9605)
|
205 | Cornelis VAN DORLANT Marr. X X Gijsbert Cornelissen VAN DORLAND, born: Abt. 1610 Ingen . Marr. - -, Aelertgen HENDERICKS, born: Abt. 1615 , died: Abt. 1645 . Marr. Ingen 27-03-1646, Evertgen DE WIT, born: Abt. 1610 Jan Gijsbertsen (1640) Teuntje Gijsbrechtsdr (1642) (See nr. 2.216) Weineken Cornelis VAN DOLANT, chr.: Abt. 1613 Ingen Jan Cornelis DORRELANT, chr.: Abt. 1615 Ingen Cornelia Cornelis VAN DOREELANT, chr.: Abt. 1620 Ingen Jantgen Cornelis VAN DORRELANT, born: Abt. 1621 Ingen | van Dorland, Cornelis (I7016)
|
206 | Datum 24-12-1766 Momberrekening Ouders:wijlen ette Jannes Sissing en Frerikje Meursing Kinderen:Jan Sissing h.m.:ette Lucas Sissing m.m.:Albert Abbring; Boele Meursing; Lucas Meursing dd. 5-5-1758: Barelt Jans x Hindrikje Geerts van Zuidlaarderveen lenen 200 gulden van Harm Arents x Roelofje Jans van de Groeve. Borg zijnGeert Roelofs x Frerikje Meursing. | Meursinge, Frerikje (I163)
|
207 | Datum 24-12-1766 Momberrekening Ouders:wijlen ette Jannes Sissing en Frerikje Meursing Kinderen:Jan Sissing h.m.:ette Lucas Sissing m.m.:Albert Abbring; Boele Meursing; Lucas Meursing Deel/folio/datum 60/22/7-6-1775 Eiser: Jan Meursing, Boele Meursing, Hendrik Gortemaker namens zijn vrouw Jacobje Meursing, Geert Oldenzeel als vader van zijn minderjarige kinderen bij wijlen Frerikjen Meursing verwekt en Jan Jannes Sissing meerderjarige zoon van Frerikje Meursing bij haar eerste man Jannes Sissing verwekt erfgenamen van wijlen Lucas Meursing in november 1774 te Rolde overleden Verweerder: Arent Roelofs Huising te Rolde als vader van zijn minderjarige zoon Roelof Arents Onderwerp: contradictie Inhoud: betreft contradictie tegen een testament van Lucas Meursingh d.d. 1-11- 1774 met zijn vrouw Johanna Hemsingh ten voordele van de verweerder. | Meursinge, Lucas (I6556)
|
208 | David I, Schots-Gaelisch: Daibhidh I of Dabíd mac Maíl Choluim (Schotland, ca. 1084 – Carlisle, 24 mei 1153) was koning van Schotland 1124-1153. Hij was een zoon van Malcolm III en Margaretha van Schotland. Hij is ook bekend onder de naam David de Heilige. Jeugd, Koning Na het overlijden van zijn vader (1093) werden David en twee van zijn broers naar Engeland verbannen. In 1097 werd zijn oudere broer Edgar met Engelse steun koning van Schotland. David ging toen vermoedelijk weer in Schotland wonen. Nadat Hendrik I van Engeland de koningstitel van Engeland had verworven en trouwde met een zuster van David, keerde David weer terug naar Engeland en werd een hoveling van Hendrik. Toen Edgar in 1107 overleed verdeelde hij Schotland tussen zijn broers Alexander I van Schotland en David. Alexander kreeg de koningstitel en David kreeg het bestuur over de gebieden ten zuiden van de rivieren Fife en Clyde, en noemde zich "prins van Cumbria". In 1113 trouwde hij met Mathilde van Huntingdon. Zij was ongeveer 10 jaar ouder en weduwe, maar ze had wel aanspraken op het earldom Huntingdon dat grote bezittingen in het noorden van Engeland en het zuiden van Schotland omvatte. David stichtte dat jaar de abdij van Selkirk. In 1024 overleed Alexander. Zijn onwettige zoon Malcolm probeerde koning te worden maar David versloeg hem in twee veldslagen, met Engelse hulp. David had weinig zin in de traditionele kroning op de Stone of Scone en kon slechts met grote moeite door de bisschoppen worden overgehaald om mee te werken. David kreeg nooit veel gezag in het noorden van Schotland en verkeerde meestal als hoveling in Engeland of Normandië. Politiek David was de eerste Engelse edelman die in 1127 de eed aflegde om de troonaanspraken van Mathilde van Engeland te ondersteunen. Zijn neef Malcolm kwam in 1130 weer in opstand maar werd door Davids edelen verslagen. In 1134 wist David met Engelse steun de opstand definitief te onderdrukken. Hij nam Malcolm gevangen en sloot hem op in Roxburgh. In 1135 greep Stefanus van Engeland de macht in Engeland ten koste van de rechtmatige opvolger Mathilde. David had gezworen om Mathilde te helpen en kon zijn verplichting nu goed met zijn eigenbelang verenigen: Hij viel Engeland binnen en kreeg uiteindelijk van Stephen bij het verdrag van Durham (Engeland), Carlisle (Engeland) en andere gebieden in het noorden van Engeland. In 1136 stichtte hij priorij van Urquhart en in 1137 Melrose Abbey. Zijn pogingen om zijn macht uit te breiden over het noorden van Schotland werden gedwarsboomd door Noorwegen. In 1137 werd Davids zoon Hendrik van Schotland beledigd aan het Engelse hof en de zaak werd niet naar tevredenheid geregeld. Voor David was dat aanleiding om opnieuw oorlog te voeren tegen Engeland. Het Schotse leger trok plunderend door Engeland en versloeg een Engels leger bij Clitheroe. Het Schotse leger werd echter verslagen in de slag van de Standaard. Hierna werd het tweede verdrag van Durham gesloten waarbij David Carlisle en Cumbria behield, terwijl Hendrik de titels van Huntingdon en Doncaster terug kreeg, en bovendien werd benoemd tot earl van Northumberland. Toen Mathilde ook nog Engeland binnenviel, wist David zijn macht uit te breiden tot de rivieren Tyne en Ribble. Het lukte hem echter niet de bisschoppen van Durham en York door zijn eigen kandidaten te vervangen. In 1152 overleed Hendrik en benoemde David zijn kleinzoon Malcolm tot opvolger in Schotland en diens broer Willem tot erfgenaam van zijn Engelse bezittingen en titels. Bestuur David zag het Normandische Engeland als een voorbeeld in cultuur en bestuur. Hij deed een grote inspanning om Schotland te moderniseren naar dat voorbeeld: David reorganiseerde de bisdommen en de kerk in Schotland. Hij deed voorturend pogingen om een eigen Schots aartsbisdom in St Andrews te creëren, als tegenwicht tegen aanspraken van de aartsbisdommen van York en Canterbury op het gezag over de Schotse kerk. Deze pogingen mislukten maar David bereikte wel een grotere zelfstandigheid voor de Schotse bisschoppen. Toen het aartsbisdom van Trondheim werd ingesteld, kreeg dat wel het gezag over de Orkney-eilanden en de Schotse eilanden - die effectief ook tot de Noorse invloedssfeer behoorden. David stichtte een groot aantal kloosters. Naast de genoemde kloosters van Selkirk, Melrose en Uruqarth, ook: Newbattle, Kinloss, Holyrood, St Andrews, Cambuskenneth en Kelso. David stichtte ongeveer 15 versterkte plaatsen voor bestuur en belastingheffing, het begin van een aantal Schotse steden. Deze steden hadden een duidelijk en blijvend Engels-Normandisch karakter. David haalde Normandische en Engelse edelen naar Schotland en introduceerde een feodaal systeem in Europese stijl. David werd begraven in de abdij van Dunfermline. Nakomelingen David en Mathilde kregen de volgende kinderen: Malcolm, op jonge leeftijd vermoord door een klerk Hendrik van Schotland (1115 – 1152), 3e graaf van Huntingdon Claricia, jong overleden Hodierna, jong overleden onbekend kind, ouder van een dochter Ela, gehuwd met Duncan MacDuff earl van Fife | van Schotland, David I (I7913)
|
209 | De heilige Begga (± 620 - Andenne, 17 december 693) was een Frankische edelvrouw, dochter van hofmeier Pepijn van Landen en de ook heilig verklaarde katholieke kloosterlinge Ida van Nijvel. De Collegiale kerk Sint-Begga te Andenne is aan haar toegewijd. In deze kerk bevindt zich (in de Sint-Beggakapel, links van het koor) een 12de-eeuws funerair monument in zwart marmer dat genoemd wordt: "Het graf van Begga". Erboven staat de zogenaamde "Tafel van Begga" waaraan bovennatuurlijke eigenschappen zijn toegeschreven. Een relikwie van Begga wordt bewaard in de Sint-Amanduskerk te Wezeren in Vlaams-Brabant. Familie Begga werd omstreeks 620 geboren als dochter, enerzijds van Pepijn van Landen, hofmeier[1] van Austrasië, stamvader van de Pepiniden en katholieke zalige, en anderzijds van diens vrouw Ida, beter bekend als de heilige Ida van Nijvel. Begga was de zuster van Grimoald -die zijn vader opvolgde als hofmeier- en van de heilige Gertrudis. Begga huwde omstreeks 643 met Ansegisel, een hofmeier die werd vermoord. Deze laatste was een zoon van bisschop Arnulf van Metz en van diens vrouw Doda van Metz. Zowel Arnulf als Doda werden heilig verklaard. Uit het huwelijk tussen Begga en Ansegisus werden verscheidene kinderen geboren. Echter heerst er onzekerheid over sommige mogelijke kinderen. Met zekerheid stammen de volgende uit dit huwelijk: Pepijn van Herstal (ca. 645 - 714), de latere stichter van het Karolingische rijk (zoon van Begga). Clothildis van Herstal (ca. 650 - 692), die huwde met koning Theuderik III van Bourgondië en heilig werd verklaard. Het is overduidelijk dat verscheidene van Begga's verwanten, op een bepaald tijdstip in hun leven, zich ten dienste stelden van de katholieke Kerk en sommigen zelfs werden heilig verklaard. Religieus leven Na de dood van haar man en een groot deel van haar mannelijke familieleden tijdens een mislukte staatsgreep in 662, werd Begga erfgename van het uitgestrekte familiebezit in het Maasdal. Als weduwe maakte ze een pelgrimstocht naar Rome en deed daar de gelofte om een klooster en zeven kerken te stichten. Pas nadat haar zoon Pepijn in 691 zijn politieke positie en zijn bezit veilig had gesteld, stichtte zij een klooster in Andenne, bevolkte het met nonnen uit Nijvel en werd er de eerste abdis. Begga stierf in Andenne, waarschijnlijk op 17 december 693. Patroon- en beschermheilige De heilige Begga is de patrones van stotteraars, van mensen met botbreuken, en later ook van de begijnen. Zij wordt aangeroepen tegen reuma. Het Walcherse dorpje Biggekerke is waarschijnlijk naar haar vernoemd. Begijnen Begga had aanvankelijk niets met de begijnen van doen (begijnen kregen hun naam pas zo'n 600 jaar later), maar wordt vanwege de naamsovereenkomst toch vaak als begijn met kap en gevouwen handen voorgesteld. | (Heilige), Begga (I7102)
|
210 | De jonge borgvrouwe was gewend aan het leven in een drukke stad met een gezellige familiekring en kwam nu op een afgelegen borg met slechts enkele notabelen als relatie. Gelukkig vroeg het huishouden in de borg al haar aandacht en moest ze leiding geven aan flink wat personeel. Tussen 1875 en 1880 werden bovendien vijf kinderen geboren en bruiste de Fraeylemaborg van leven. Ter ontspanning wandelde de borgvrouwe graag in het Slochterbos en genoot daar van de fraaie aanleg en de bijzondere bomen en planten. Vooral het verste deel van het park had haar voorliefde, waar ze de romantische berg kon beklimmen met uitzicht op de open plekken in het park. Als ze de andere kant op keek zag ze nog net een lage streek in de buurt van de ?Private weg van het Huis te Slochteren? naar Noordbroek. Zou dat misschien een pingo-ruïne zijn? Rond de immense stam van de eeuwenoude Kinderboom was een bank geplaats, waar mevrouw Van der Hoop graag even uitrustte. Op de terugweg liep ze graag door de diagonale zichtas en zag dan al van verre de roomwit gestuukte borg. Volgens overlevering keek deze zichtas naar de andere kant uit op de kerk van Noordbroek, maar hoe ze ook tuurde, een kerk kon ze toch niet ontwaren. Ook zonder dat was het doorzicht prachtig. Alleen jammer dat het snoeien van zo?n zichtas zoveel arbeid kostte, jaar in jaar uit. Zorgen als deze zouden de jonge borgvrouwe al spoedig extra belasten, want in het voorjaar van 1882 overleed plotseling haar man aan longontsteking. Zij bleef achter met de zorg voor vijf jonge kinderen en een bewerkelijk landgoed. Zij slaagde hierin, door de koers van haar man vastberaden door te zetten en loodste het landgoed Fraeylemaborg de 20ste eeuw in. | Ketelaar, Geertruida (I10632)
|
211 | De zalige Adela van Mesen, geschiedkundig bekend als Adela van Frankrijk, (1009 of 1014 - Mesen, 8 januari 1079) was een dochter van koning Robert II van Frankrijk en van Constance van Arles. Levensloop Adela was eerst verloofd met Richard III van Normandië maar trouwde na diens overlijden met graaf Boudewijn V van Vlaanderen. Haar bruidsschat was Corbie. Hun kinderen waren: Boudewijn VI van Vlaanderen Mathilde van Vlaanderen Robrecht I van Vlaanderen Adela speelde een belangrijke rol in de hervorming van de kerkelijke instellingen van het graafschap. Ook was ze betrokken bij de stichting van de kapittels van Ariën (1049), Rijsel (1050) en Harelbeke (1064) en de abdijen van Mesen (1057) en Ename (1063). Na Boudewijns (V) overlijden in 1067 trok zij naar Rome en kreeg uit de handen van de paus de sluier van een non, en trok zich terug in de abdij van Mesen. Desondanks probeerde ze in 1071 nog steun te vinden voor haar kleinzoon Arnulf III van Vlaanderen tegen haar zoon Robrecht. Zij is begraven in de abdij van Mesen. | van Mesen, Adela (I7205)
|
212 | Deel 2 folio 125 Soort akte: lening Leners: Roelof Tonnis x Lammechien Tjassens te Gveen Uitleners: a. Boele Hamming x Warmeltien Epping te Gieten b. Roelfien Nijenhuis, wed. Lambert Epping c. Wibbechien Mensing, wed. Carst Huising Bedrag: samen 1000, verdeeld: a. 500 b. 250 c. 250 Keurnoten: Barelt Meyers en Cornelis Sloots Plaats: Gieten Datum: 20-5-1687 | Tiassens, Lammechien (I9224)
|
213 | Deel 2 folio 372 Soort akte: lening Leners: Lucas Willems op Zuidlaarderveen Uitleners: Egge Jansen x Ellechien Ansing Bedrag: 500 Keurnoten: Reinder Tamming en Jan Cruise Plaats: Zuidlaren Datum: 6-5-1708 Bijzonderheden: d.d. 18-2-1738 doorgesneden akte vertoond door Willem Lucas Deel 3 folio 277 Soort akte: lening Leners: Willem Lucas x Grietje Derks te Zuidlaarderveen Uitleners: Jan Schuiling en kinderen bij wijlen Annechien Jans Buiter te Annen Bedrag: 250 Keurnoten: -- Plaats: -- Datum: 1-5-1729 Deel 2 Folio 343 Datum 25-10-1731 Mombereed en inventaris Ouders: wijlen Roelof Jans Oldenziel en Hindrikje Geerts Kinderen: Jan Oldenziel; Geert Oldenziel; Roelof Oldenziel h.m.: Willem Willems Bos van Sappemeer (v.z.) m.m.: Jan Jans Oldenziel van Zuidlaren (v.z.); Lambert Geerts (m.z.); Willem Lucas (m.z.) Bijzonderheden Hindrikje Geerts hertrouwd met Barelt Jans van Wolfsbarge. Deel 3 Folio 134 Datum 25-8-1734 Mombereed en inventaris Ouders: wijlen Abel Remmers en Grietje Lucas Kinderen: Harm Abels; Lucas Abels; Hindrikje Abels h.m.: Jacob Remmers (v.z.) m.m.: Roelof Remmers (v.z.); Willem Lucas (m.z.); Harmen Jansen Brants (m.z.) Bijzonderheden Grietje hertrouwd met Geert Willems van Assen. De vaste en tilbare goederen die door Roelofje Jansen Brants wed. van wijlen Lucas Willems zullen worden nagelaten Deel 4 folio 486 Soort akte: lening Leners: Willem Lucas en huisvrouw van Zuidlaarderveen Uitleners: Roelof Jans en zoon Jan Roelofs van Zuidlaren Bedrag: 88 Plaats: Zuidlaren Datum: 1-11-1734 Bijzonderheden: Akte slecht leesbaar. Ook ondertekening door Harm Willems, mede caverende voor mijn moeder, en Jan Willems . Deel 3 Folio 432 Datum 6-2-1740 Momberrekening Ouders: wijlen Abel Remmelts en Grietje Lucas Kinderen: h.m.: Jacob Remmelts m.m.: Roelof Remmelts; Willem Lucas; Harmen Jansen Brants Bijzonderheden Grietje is hertrouwd met Geert Willems. De grootouders van de pupillen zijn Lucas Willems en Roelofje Jansen Brants. Deel 4 Folio 144 Datum 15-4-1742 Momberrekening I Ouders: wijlen Roelof Jans Oldenziel Kinderen: h.m.: Willem Willems Bos m.m.: ondertekening door Willem Lucas; Jan Jansen Oldenziel; Lambert Geerts Bijzonderheden Stiefvader van de pupillen is Barelt Jans. Oude Staten Archieven (OSA), toegangsnummer 0001, inventarisnummer 868.37, Haardstedengeld Zuidlaren, Zuitlaerderveen, 1743, pagina 5181 Vermelding: Willem Lucas. Bedrag: 2-00-00. Deel 5 Folio 180 Datum 1-6-1746 Momberrekening II Ouders: wijlen Roelof Jans Oldenziel Kinderen: h.m.: Willem Willems Bos van Sappemeer m.m.: ondertekening door Willem Lucas; Lambert Geerts; Bijzonderheden Ontvangsten van de stiefvader Barelt Jans Deel 4 folio 340 Soort akte: lening Leners: Willem Lucas x Grietje Derks van Zuidlaarderveen Uitleners: D. Pothoff van Anloo Bedrag: 515 Plaats: Anloo Datum: 24-3-1746 Deel 4 folio 389 Soort akte: lening Leners: Willem Lucas x Grietje Derks van Zuidlaarderveen Uitleners: D. Pothoff van Anloo Bedrag: 650 Keurnoten: Harm Hidding; Egge Jans Plaats: Zuidlaren Datum: 27-5-1748 Deel 6 Folio 149 Datum 19-3-1752 Momberrekening Ouders: wijlen Roelof Jans Oldenziel en Hindrikje Geerts van Zuidlaarderveen Kinderen: Geert Roelofs Oldenziel; Roelof Roelofs Oldenziel h.m.: Willem Bos van Sappemeer m.m.: Lambert Geerts; Willem Lucas van Zuidlaarderveen Bijzonderheden Hindrikje is nu getrouwd met Barelt Jans Geert is 25 jaar, Roelof is getrouwd. Momberontslag. Oude Staten Archieven (OSA), toegangsnummer 0001, inventarisnummer 868.37, Haardstedengeld Zuidlaren, Zuidlaarderveen, 1754, pagina 5203 Vermelding: Willem Lucas wed. keutersche. Bedrag: 1-00-00. 30e en 40e penningen (1679-1797), rekendag 25-08-1756, pagina 4794 Vermelding: Willem Lucas Datering: 14-12-1756 1753 N:38. Van Duisent drie Hondert vijf en vijftig gulden, waar voor Willem Lucas op Suitlaarderveen sijn Plaats aldaar op den 23 nov. 1753 an Peter Alberts tot Dunderen heeft verkoft. betaalt de 40st penn. met drie en dertig gulden seventien stuiver en 8 penningen 33-17-8 30e en 40e penningen (1679-1797), rekendag 25-08-1756, pagina 4791 Vermelding: Willem Lucas Datering: 14-12-1756 1755 N:52 Van Duisent drie Hondert vijf en vijftig gulden waar voor Peter Albers van Dunderen den 30 januarij 1755 wederom verkoft heeft een plaats van wijlen Willem Lucas op Suidlarenerveen an de weduwe van Geert Jans , bet: 40st penn. met drie en dertig gulden seventien stuiver en agt penn. 33-17-8 | Lucas, Willem (I5721)
|
214 | Deel 2 folio 372 Soort akte: lening Leners: Lucas Willems op Zuidlaarderveen Uitleners: Egge Jansen x Ellechien Ansing Bedrag: 500 Keurnoten: Reinder Tamming en Jan Cruise Plaats: Zuidlaren Datum: 6-5-1708 Bijzonderheden: d.d. 18-2-1738 doorgesneden akte vertoond door Willem Lucas Deel 3 folio 3 Soort akte: lening Leners: Wycher Jansen x Lammechien Alberts boven Nieuwwindeweer op Zuidlaarderveen Uitleners: Lucas Willems x Roelofje Brants Bedrag: 300,- Keurnoten: Hindrik Swierts en Jan Cruse Plaats: Zuidlaren Datum: 30-4-1710 Deel 3 folio 21 Soort akte: lening Leners: Jochem Berents op de Loula op Zuidlaarderveen Uitleners: Hindrik Sissing x Grietje Mensing te Zuidlaren Bedrag: 25 Keurnoten: Hindrik Dijks en Harmen Coops Plaats: Zuidlaren Datum: 17-5-1712 Bijzonderheden: borg: Lucas Willems te Zuidlaarderveeneen | Willems, Lucas (I5723)
|
215 | Deel 2 folio 38 Soort akte: verkoop Verkopers: adv. Frederik Krijthe volmacht van Philippus Davids Heydenrich c.s. in Oost-Friesland ½ Mr Mathias Haemer x Trijntje Hindriks, wegens haar minderjarige kinderen bij wijlen Derk Thomas Langerhuisen; Jan Thomas Langerhuisen x Trijntje Jansen, mede wegens de kinderen van Abraham Thomas Langerhuisen ½ Samen erfgenamen van Johan Liberts, gewoond hebben te Hoogezand Kopers: Hindrik Derks, Jolle Sjuirts en Otto Roelofs Object: halve wijk veen met ondergrond in de Oldenzielsveen, ten noorden Hindrik Derks c.s., ten oosten de Compagniediep, Tiaert Ewes wed. c.s. ten zuiden en opswettende weg te westen Keurnoten: Caspar van Selbach en Jan ten Rodengate Plaats: Zuidlaarderveen Datum: 11-7-1683 Deel 2 folio 118 Soort akte: lening Leners: Otto Roelofs x Grietje Koens te Lula Uitleners: Arent Ysvogel x Maria Boelens te Groningen Bedrag: 723-17-0 Keurnoten: gedeputeerde Van Selbach, landschrijver Van Selbach Plaats: Zuidlaren Datum: 19-5-1687 Oude Staten Archieven (OSA), toegangsnummer 0001, inventarisnummer 868.37, Haardstedengeld Zuidlaren, Lula en Windeweer, 1691, pagina 5132 Vermelding: Otte Roeleffs, is een keuter, Heuker, Tapper, en heeft een paart.. Bedrag: 2-00-00 Oude Staten Archieven (OSA), toegangsnummer 0001, inventarisnummer 868.37, Haardstedengeld Zuidlaren, Loula en Windeweer, 1692, pagina 5147 Vermelding: Otto Roeloffs doet neringe en houdt harbarge. Bedrag: 2-00-00. Oude Staten Archieven (OSA), toegangsnummer 0001, inventarisnummer 868.37, Haardstedengeld Zuidlaren, Winneweer en Loula, 1693, pagina 5161 Vermelding: De Weduwe van Otte Roeloffs doedt neringe en hout harbarge, is een keutersche. Bedrag: 2-00-00. Oude Staten Archieven (OSA), toegangsnummer 0001, inventarisnummer 868.37, Haardstedengeld Zuidlaren, Winneweer en Lula, 1694, pagina 5170 Vermelding: De soon van Otto Roeloffs. Bedrag: 2-00-00 | Roelefs, Otto (I3306)
|
216 | Deel 2 folio 66 Soort akte: lening Leners: Wobbetien Crans, wed. hopman Tiassens Uitleners: zuster Johanna Crans, wed. burgemeester Johan Eeck Bedrag: 600 Keurnoten: -- Plaats: Groningen Datum: 8-12-1664 Bijzonderheden: Johanna Crans heeft dit geld weer geleend van de wed. van Hayko Pott; Op 30-9-1679 is hiervan 118-17-0 betaald door cosijn rentmeester Tjassens Deel 1 folio 42 Soort akte: lening Leners: Wobbetjen Crantzen, wed. Albert Tjassens, in leven hopman te Groningen Uitleners: licentiaat Arnoldus Cromholt Bedrag: 1000 gulden Keurnoten: Jan Hindricks Sijbering en Roelof Hilbrants Plaats: Datum: 24-5-1670 Bijzonderheden: volmacht van Cromholt was Geert Harmens. Momber van Wobbetjen Crans was haar zwager doctor Abrahamus van Walpart Deel 1 folio 43 Soort akte: lening Leners: Wobbetjen Crans, wed. hopman Albert Tjassens, te Gieterveen Uitleners: majoor en hopman Hebel Harckens x Tjacke Boelens anders Harckens Bedrag: 1000 gulden Keurnoten: Jan Sijbering en Coert Ellents Plaats: Datum: 5-6-1671 Bijzonderheden: volmacht van de majoor was Jan Egberts, volmacht van Wobbetjen Crans haar zoon Burchart Crans. Jan Sijbering tekent als Jan Hindriks Sijbering Deel 1 folio 44 Soort akte: lening Leners: Wobbetjen Crans, wed. hopman Albert Tjassens Uitleners: Burchart Crans x Anna Coops, haar zoon en schoondochter Bedrag: 200 gulden Keurnoten: -- Plaats: Groningen Datum: 20-4-1669 Deel 1 folio 252 Soort akte: lening Leners: Wobbetien Crans, wed. hopman Albert Tjassens Uitleners: rentmeester Bernhardt Tjassens x Anna Coops, zoon en dochter Bedrag: 200 Keurnoten: -- Plaats: Groningen Datum: 10-10-1674 | Crans, Wobbetijen (I9221)
|
217 | Deel 2 folio 88 Soort akte: overdracht verkopers: Tiasso Tiassens en Roelof Tonnis, namens hun vrouwen erfgenaam van onderhopman Albert Tiassens en Wobbechien Crans. kopers: Cornelis van Holle Bedrag: huis te Gieterveen met verlaat etc. Keurnoten: Jacob Ottens en Harmen Huising te Gieten Plaats: Gieten Datum: 2-12-1684 Deel 2 folio 117 Soort akte: lening Leners: Tiasso Tiassens Uitleners: gedeputeerde Casper van Selbach Bedrag: 300 Keurnoten: Boele Hamming en Jacob Ottens Plaats: Datum: 16-9-1686 Bijzonderheden: in verband met de zaak met zijn zwager Roelf Tonnis tegen de crediteuren van Tiassens. Deel II, blz. 125 lening Leners:Roelof Tonnis x Lammechien Tjassens te Gieterveen Uitleners: Boele Hamming x Warmeltien Epping te Gieten (500); b. Roelfien Nijenhuis, wed. Lambert Epping (250); Wibbechien Mensing, wed. Carst Huising (250). Datum:20-5-1687. etstoel 30 Folio/datum 81/13-11-1693 Eiser:advocaat Crijthe, volmacht van rentmeester Tjassens te Groningen Verweerder: Roeloff Tonnis nom. ux. Lammechien Tjassens mede erfgenaam van hopman Albert Tjassen en vrouw Wobechien Crans Onderwerp: panding Inhoud:160 gulden wegens een liquidatie ten overstaan van ontvanger Ellents, wegens 3 obligaties dd 11-3-1660, 20-4-1669 en 10-10-1674. Verweerder is van mening dat hopman Coops geen cessie van de pandeiser heeft. Deel 2 folio 200 Soort akte: lening Leners: vaandrig Tiasso Tiassens en zwager Roelof Tonnis Uitleners: Grietje Gassing, wed. Unne Unnema te Den Ham (met Egbert Tabing, voogd) Bedrag: 357-10 Keurnoten: Johan Wijnties en Hindrik Hidding Plaats: Assen Datum: 24-10-1690 Bijzonderheden: lening overgedragen aan Johannes Vrolijk, chirurgijn te Assen x Grietje Harmens HSR 1692 Gieterveen: 5 en neringe. HSR 1693 Gieterveen: 5 en neringe. | Tonnis, Roelof (I10440)
|
218 | Deel 2 folio 88 Soort akte: overdracht verkopers: Tiasso Tiassens en Roelof Tonnis, namens hun vrouwen erfgenaam van onderhopman Albert Tiassens en Wobbechien Crans. kopers: Cornelis van Holle Bedrag: huis te Gieterveen met verlaat etc. Keurnoten: Jacob Ottens en Harmen Huising te Gieten Plaats: Gieten Datum: 2-12-1684 Deel 2 folio 117 Soort akte: lening Leners: Tiasso Tiassens Uitleners: gedeputeerde Casper van Selbach Bedrag: 300 Keurnoten: Boele Hamming en Jacob Ottens Plaats: Datum: 16-9-1686 Bijzonderheden: in verband met de zaak met zijn zwager Roelf Tonnis tegen de crediteuren van Tiassens. Deel 2 folio 200 Soort akte: lening Leners: vaandrig Tiasso Tiassens en zwager Roelof Tonnis Uitleners: Grietje Gassing, wed. Unne Unnema te Den Ham (met Egbert Tabing, voogd) Bedrag: 357-10 Keurnoten: Johan Wijnties en Hindrik Hidding Plaats: Assen Datum: 24-10-1690 Bijzonderheden: lening overgedragen aan Johannes Vrolijk, chirurgijn te Assen x Grietje Harmens | Tiassens, Tiasse (I9222)
|
219 | Deel 3 Folio 134 Datum 25-8-1734 Mombereed en inventaris Ouders: wijlen Abel Remmers en Grietje Lucas Kinderen: Harm Abels; Lucas Abels; Hindrikje Abels h.m.: Jacob Remmers (v.z.) m.m.: Roelof Remmers (v.z.); Willem Lucas (m.z.); Harmen Jansen Brants (m.z.) Bijzonderheden Grietje hertrouwd met Geert Willems van Assen. De vaste en tilbare goederen die door Roelofje Jansen Brants wed. van wijlen Lucas Willems zullen worden nagelaten Deel 3 Folio 432 Datum 6-2-1740 Momberrekening Ouders: wijlen Abel Remmelts en Grietje Lucas Kinderen: h.m.: Jacob Remmelts m.m.: Roelof Remmelts; Willem Lucas; Harmen Jansen Brants Bijzonderheden Grietje is hertrouwd met Geert Willems. De grootouders van de pupillen zijn Lucas Willems en Roelofje Jansen Brants. | Remmers, Abel (I5726)
|
220 | Deel 3 Folio 134 Datum 25-8-1734 Mombereed en inventaris Ouders: wijlen Abel Remmers en Grietje Lucas Kinderen: Harm Abels; Lucas Abels; Hindrikje Abels h.m.: Jacob Remmers (v.z.) m.m.: Roelof Remmers (v.z.); Willem Lucas (m.z.); Harmen Jansen Brants (m.z.) Bijzonderheden Grietje hertrouwd met Geert Willems van Assen. De vaste en tilbare goederen die door Roelofje Jansen Brants wed. van wijlen Lucas Willems zullen worden nagelaten Deel 3 Folio 432 Datum 6-2-1740 Momberrekening Ouders: wijlen Abel Remmelts en Grietje Lucas Kinderen: h.m.: Jacob Remmelts m.m.: Roelof Remmelts; Willem Lucas; Harmen Jansen Brants Bijzonderheden Grietje is hertrouwd met Geert Willems. De grootouders van de pupillen zijn Lucas Willems en Roelofje Jansen Brants. | Lucas, Grietje (I5725)
|
221 | Deel 3 folio 226 Soort akte: lening Leners: Jan Thomas x Jantje Geerts van Zuidlaarderveen Uitleners: diaconie Zuidlaren (Willem Jelis, boekhouder, Otto Karst, Berent Frijman, Jan Roelofs) Bedrag: 400 Keurnoten: Harmen Hidding en Frerik Cruisen Plaats: Zuidlaren Datum: 28-5-1727 Bijzonderheden: 1-7-1774 afbetaald en op verzoek van Jan Lamberts van Zuidlaarderveen nomine uxoris erfgenaam van Jan Thomas doorgehaald. Deel 3 folio 253 Soort akte: verkoop Verkopers: mombers van de kinderen van Jan Hoving (†) en Grietje Scholten (†), hertrouwd met Jan Lamberts, te weten Meyndert Willems van Eexterveen als hoofdmomber, Egbert Hoving van Kropswolde, Egbert Hoving van Eexterveen en Jan Thomas van Zuidlaarderveen als medemombers; Meyndert Willems x vrouw; Hindrik Everts en Egbert Hoving van Kropswolde Kopers: nu wijlen Jan Berents Bos op Eexterveen x Jantje Hillebrants Object: ¼ deel in een huis met goederen te Annerveen, gekocht in 1725, waarvan de overige ¾ deel toekomt aan Jan Berents op Eexterveen, Albert Meursing te Eext en Jan Meijering en Harmen Meijering te Eext, meyerswijze bewoond door Jan Arents Bedrag: 810 Keurnoten: ontvanger generaal Coenraad Ellents en Barelt Homan, lid van de loffelijke Etstoel Plaats: -- Datum: 8-10-1727 Deel 4 folio 382 Soort akte: lening Leners: Jan Thomas van Zuidlaarderveen Uitleners: diaconie van Zuidlaren. Namens diaconie: Lucas Oosting; Jan Wiering; Jan Tamming; Hindrik Hamming Bedrag: Keurnoten: Harm Hidding; Egge Jans Plaats: Datum: Bijzonderheden: Zijn zwager Barelt Jans van Zuidlaarderveen is borg | Thomas, Jan (I5156)
|
222 | Deel 3 folio 327 Soort akte: lening Leners: Jan Jans Oldenziel x Kunnechien Alders te Zuidlaarderveen Uitleners: Harmen Roelofs Stapper, Hindrik Jans en Jan Jobing, mombers over dochter van Jan Pieters (†) en Aaltje Sibes Bedrag: 100 Keurnoten: Tjakko Jans en Cornelis Harms Plaats: Zuidbroek Datum: 20-2-1727 Bijzonderheden: Willem Willems Busch x Jantje Jans Oldenziel als borg Deel 2 Folio 343 Datum 25-10-1731 Mombereed en inventaris Ouders: wijlen Roelof Jans Oldenziel en Hindrikje Geerts Kinderen: Jan Oldenziel; Geert Oldenziel; Roelof Oldenziel h.m.: Willem Willems Bos van Sappemeer (v.z.) m.m.: Jan Jans Oldenziel van Zuidlaren (v.z.); Lambert Geerts (m.z.); Willem Lucas (m.z.) Bijzonderheden Hindrikje Geerts hertrouwd met Barelt Jans van Wolfsbarge. Lidmaten Sappemeer 1750 [folio 459] Bij het Voordiep ten Zuiden Willem Willems Bosch en Jantje Jans egtelieden Jantje Willems Bosch jonge dochter Den 11 maart1753 …tot de gemeente overgekomen: Jantje Willems Bosch jonge dochter | Busch, Willem Willems (I1749)
|
223 | Deel 5 folio 245 Soort akte: lening Leners: Lucas Abels en huisvrouw van Zuidlaarderveen Uitleners: diaconie van Zuidlaren. Diakenen zijn Willem Brands; Jan van Dalen; Bedrag: 150 Keurnoten: ette Roelof Tamming; Hindrik Tonnis Plaats: Zuidlaren Datum: 21-2-1767 Bijzonderheden: Zijn broer Harm Abels van Zuidlaren is borg Deel 6 folio 144 Soort akte: lening Leners: Geertje Geerts, wed. van Lucas Abels van Zuidlaarderveen en kinderen. Geert Willems van is haar administrerend momber. Uitleners: R.B. Gockinga en mevr. H.J. Trip van Groningen Bedrag: 1025 Keurnoten: Jan Tamming; Jan Carsten Plaats: Zuidlaren Datum: 17-10-1778 Bijzonderheden: Het geld is deels voor betaling aan Harm Abels wegens gekochte goederen. | Abels, Lucas (I5728)
|
224 | Deel 5 folio 509 Soort akte: lening Leners: Geert Roelofs Oldenziel x Frerikje Tebing van Zuidlaren Uitleners: Jacobus Benthum van Zuidlaren Bedrag: 50 Plaats: Datum: 4-9-1756 Deel 5 folio 354 Soort akte: lening Leners: Barelt Jans x Hindrikje Geerts van Zuidlaarderveen Uitleners: Harm Arents x Roelofje Jans van de Groeve Bedrag: 200 Plaats: Zuidlaren Datum: 5-5-1758 Bijzonderheden: Borg zijn Geert Roelofs x Frerikje Meursing Oude Staten Archieven, inv.nr. 868, Haardstedegeld Zuidlaren: Zuidlaren, 1764, pagina 5214 Vermelding: Geert Roelfs Oldensiel 2 peerden Bedrag: ƒ 02-00-00 Deel 5 folio 523 Soort akte: lening Leners: Geert Roelofs Oldenziel x Frerikje Meursing van Zuidlaren Uitleners: Harm Arents x Roelofje Jans Bedrag: 50 Plaats: Zuidlaren Datum: 30-11-1765 Deel 7 Folio 163 Datum 24-12-1766 Momberrekening Ouders: wijlen ette Jannes Sissing en Frerikje Meursing Kinderen: Jan Sissing h.m.: ette Lucas Sissing m.m.: Albert Abbring; Boele Meursing; Lucas Meursing Bijzonderheden Frerikje Meursing is opnieuw getrouwd met Geert Oldenzeel. Deel 5 folio 33 Soort akte: lening Leners: Barelt Jans x Hindrikje Geerts van Zuidlaarderveen Uitleners: Anne Hoytes x Elske Ypes van Hoogezand Bedrag: 400 wegens betaling van afkooppenningen van Geert Roelofs en Roelof Roelofs wegens goederen van hun vader Roelof Jans en Hindrikje Geerts. Keurnoten: ette Roelof Tamming; Jan Hamering Plaats: Datum: [niet gedateerd] Deel 5 folio 274 Soort akte: lening Leners: Geert Roelofs Oldenziel van Zuidlaren en huisvrouw Uitleners: heer en mevr. Daniel Josephus Slotsboo van Zuidlaren Bedrag: 250 Keurnoten: ette Roelof Tamming; Albert Abbring Plaats: Zuidlaren Datum: 10-11-1767 Deel 5 folio 510 Soort akte: lening Leners: Geert Roelofs Oldenziel Uitleners: stiefzoon Jan Jannes Sissing Bedrag: 300 Plaats: Zuidlaren Datum: 17-5-1771 Deel/folio/datum 58/93v/26-5-1772 Onderwerp: goedkeuring verkoop Inhoud: Geert Oldenseel te Zuidlaren verzoekt om goedkeuring van de verkoop van enige goederen van zijn minderjarige kinderen 30e en 40e penningen (1679-1797), rekendag 8 november 1774, pagina 6139 Vermelding: Geert Oldenzeel, woonplaats: Zuidlaren. Datering: 08-11-1774. Rekendag 08-11-1774. De 40st van 1930 gulden 48-5-0 waarvoor Geert Oldenzeel enige vaste goederen tot Zuidlaren in opslag heeft doen verkopen. Oude Staten Archieven, inv.nr. 868, Haardstedegeld Zuidlaren: 4de Kluft, 1774 (1774), pagina 5231 Vermelding: Geert Oldenseel heeft 2 peerden doch maar 5 mudden en 6 spind gesaai en heeft nering Bedrag: ƒ 02-00-00 Deel/folio/datum 60/22/7-6-1775 Eiser: Jan Meursing, Boele Meursing, Hendrik Gortemaker namens zijn vrouw Jacobje Meursing, Geert Oldenzeel als vader van zijn minderjarige kinderen bij wijlen Frerikjen Meursing verwekt en Jan Jannes Sissing meerderjarige zoon van Frerikje Meursing bij haar eerste man Jannes Sissing verwekt erfgenamen van wijlen Lucas Meursing in november 1774 te Rolde overleden Verweerder: Arent Roelofs Huising te Rolde als vader van zijn minderjarige zoon Roelof Arents Onderwerp: contradictie Inhoud: betreft contradictie tegen een testament van Lucas Meursingh d.d. 1-11- 1774 met zijn vrouw Johanna Hemsingh ten voordele van de verweerder. Deel 6 folio 101 Soort akte: lening Leners: Geert Roelofs Oldenziel en kinderen van Zuidlaren Uitleners: Jacobus Benthum en Jan Derks Smid van Zuidlaren Bedrag: 450 Keurnoten: ette Harm Tamming; Harm Sissing Plaats: Zuidlaren Datum: 17-12-1777 Oude Staten Archieven, inv.nr. 868, Haardstedegeld Zuidlaren: Zuidlaren, 1784, pagina 5245 Vermelding: Geert Oldenzeel Bedrag: ƒ 01-00-00 Deel 6 folio 347 Soort akte: lening Leners: Geert Roelofs Oldenziel Uitleners: Jan Derks van Zuidlaren Bedrag: 60 Plaats: Zuidlaren Datum: 13-3-1784 Deel 7 folio 75 Soort akte: lening Leners: Geert Oldenziel van Zuidlaren en zoon Otto Geerts en zwager Jacob Rijnberg Uitleners: Jacobus Bentum van Zuidlaren Bedrag: 120 Plaats: Zuidlaren Datum: 1-11-1792 Oude Staten Archieven, inv.nr. 868, Haardstedegeld Zuidlaren: Zuidlaren, 1794, pagina 5257 Vermelding: Geert Oldenzeel Bedrag: ƒ 01-00-00 | Oldenzeel, Geert Roelfs (I162)
|
225 | Deel 5 folio 83 Soort akte: lening Leners: Harm Abels x Roelofje Hindriks van de Groeve Uitleners: Geert Hindriks van Zuidlaarderveen als hoofdmomber over Feike Thijs Bedrag: 100 + 100 Plaats: Zuidlaren Datum: 28-1-1756; 15-5-1759 Deel 5 folio 95 Soort akte: lening Leners: Harm Abels en huisvrouw van Zuidlaarderveen Uitleners: Doctor A. Andrea van de Groeve Bedrag: 300 Keurnoten: Jan Tamming; Berent Steringa Plaats: Zuidlaren Datum: 17-6-1762 Deel 5 folio 202 Soort akte: lening Leners: Harm Abels en huisvrouw van Zuidlaarderveen Uitleners: Doctor A. Andrea Bedrag: 200 Keurnoten: Lucas Sissing; Jan Sissing Plaats: Zuidlaren Datum: 20-6-1765 Deel 6 folio 59 Soort akte: lening Leners: Harm Abels x Roelofje Hindriks van Zuidlaarderveen Uitleners: secretaris R.B. Gockinga en huisvrouw Bedrag: 150 Plaats: de Groeve Datum: 21-7-1766 Deel 5 folio 245 Soort akte: lening Leners: Lucas Abels en huisvrouw van Zuidlaarderveen Uitleners: diaconie van Zuidlaren. Diakenen zijn Willem Brands; Jan van Dalen; Bedrag: 150 Keurnoten: ette Roelof Tamming; Hindrik Tonnis Plaats: Zuidlaren Datum: 21-2-1767 Bijzonderheden: Zijn broer Harm Abels van Zuidlaren is borg Deel 6 folio 144 Soort akte: lening Leners: Geertje Geerts, wed. van Lucas Abels van Zuidlaarderveen en kinderen. Geert Willems van is haar administrerend momber. Uitleners: R.B. Gockinga en mevr. H.J. Trip van Groningen Bedrag: 1025 Keurnoten: Jan Tamming; Jan Carsten Plaats: Zuidlaren Datum: 17-10-1778 Bijzonderheden: Het geld is deels voor betaling aan Harm Abels wegens gekochte goederen. Deel 8 Folio 706 Datum 12-1-1779 Mombereed en inventaris Ouders: Harm Abels en wijlen Roelofje Hindriks Kinderen: Grietje Harms (17 jaar); Hindrik Harms (9 jaar) h.m.: Geert Hindriks van Zuidlaarderveen (m.z.) m.m.: Roelf Hindriks te Duirse (m.z.); Christiaan de Lange van Assen (v.z.); Pieter Homan van Donderen (v.z.) Bijzonderheden Harm hertrouwd met Siamke Heersema van Slochteren, weduwe van Mathias Konst. Deel 10 Folio 580 Datum 23-11-1793 Momberrekening Ouders: wijlen Harm Abels en wijlen Roelofje Hindriks Kinderen: Hindrik Harms op Gorredijk (meerderjarig) h.m.: Roelof Hindriks Popken te Duursche m.m.: Cristiaan de Lange (niet verschenen); andere medemomber is overleden Bijzonderheden: Direct onder de naam van Hindrik Harms staat geschreven: Wijlen Grietje Hind. [ws. moet dit zijn wijlen Grietje Harms] . In de tekst wordt vermeld dat in 1785 betaald is voor de doodskist van Grietje Harms. | Abels, Harm (I5727)
|
226 | Deel 6 folio 144 Soort akte: lening Leners: Geertje Geerts, wed. van Lucas Abels van Zuidlaarderveen en kinderen. Geert Willems van is haar administrerend momber. Uitleners: R.B. Gockinga en mevr. H.J. Trip van Groningen Bedrag: 1025 Keurnoten: Jan Tamming; Jan Carsten Plaats: Zuidlaren Datum: 17-10-1778 Bijzonderheden: Het geld is deels voor betaling aan Harm Abels wegens gekochte goederen. | Willems, Geert (I5730)
|
227 | Deel 6 folio 20 Soort akte: verkoop verkopers: Jan Lammerts x Geertje Jans van Zuidlaarderveen; Geert Willems x Jantje Lammerts van de Kiel koper: Geert Lammerts van Zuidlaarderveen Datum: 10-3-1775 Bijzonderheden: Betreft goederen van hun vader Lammert Geerts Deel 6 folio 207 Soort akte: lening Leners: Geert Lamberts x Feigje Jacobs van Zuidlaarderveen Uitleners: Roelof Strating van Zuidlaren Bedrag: 225 Keurnoten: ette R. Tamming; Jan Egberts Sissing Plaats: Zuidlaren Datum: 19-5-1780 Oude Staten Archieven (OSA), toegangsnummer 0001, inventarisnummer 868.37, Haardstedengeld Zuidlaren, Zuidlaarderveen, 1784, pagina 5247 Vermelding: Geert Lamberts. Bedrag: 2-00-00. Oude Staten Archieven (OSA), toegangsnummer 0001, inventarisnummer 868.37, Haardstedengeld Zuidlaren, Zuidlaarderveen, 1794, pagina 5260 Vermelding: Geert Lamberts. Bedrag: 2-00-00. | Lammerts, Geert (I1228)
|
228 | Deel 6 folio 20 Soort akte: verkoop verkopers: Jan Lammerts x Geertje Jans van Zuidlaarderveen; Geert Willems x Jantje Lammerts van de Kiel koper: Geert Lammerts van Zuidlaarderveen Datum: 10-3-1775 Bijzonderheden: Betreft goederen van hun vader Lammert Geerts | Willems, Geert (I3478)
|
229 | Deel 6 folio 20 Soort akte: verkoop verkopers: Jan Lammerts x Geertje Jans van Zuidlaarderveen; Geert Willems x Jantje Lammerts van de Kiel koper: Geert Lammerts van Zuidlaarderveen Datum: 10-3-1775 Bijzonderheden: Betreft goederen van hun vader Lammert Geerts | Lammerts, Jantje (I1225)
|
230 | Deel 6 folio 402 Soort akte: lening Leners: Geert Jans Beening en huisvrouw van Zuidlaarderveen Uitleners: Jacobus Bentum van Zuidlaren Bedrag: 4000 Keurnoten: Jan Egberts Sissing; ette Hindrik Strating Plaats: Zuidlaren Datum: 31-5-1785 Bijzonderheden: Borg is Hindrik Cornelis, de schoonzoon van Geert Jans, wonende te Westerbroek. Mede ondertekening door Frouke Hindriks. [vrouw van Geert] 30e en 40e penningen (1679-1797), rekendag 13-02-1787, pagina 7418/9 Vermelding: Geert Jans Beninge Datering: 1786/7 Rekendag 13-02-1787. De 40st van 4165 gulden onder kortinge van Landt in het Gorecht 1815 gulden dus van 2350 gulden 58-15-0 Hier voor Jan Benthem te Zuidlaren aan Geert Jans Beninge te Westerbork heeft verkoft. Deel 6 folio 580 Soort akte: lening Leners: Haike Adriaans van de Vossenberg en huisvrouw; Roelof Willems van Kielcompagnie als hoofdmomber over de minderjarige kinderen van Haike Adriaans en wijlen Jantje Roelofs Uitleners: predikant L. Vos Bedrag: 300 Keurnoten: Jan Lamberts; Geert Jans Bening Plaats: Zuidlaarderveen Datum: 28-4-1790 Oude Staten Archieven (OSA), toegangsnummer 0001, inventarisnummer 868.37, Haardstedengeld Zuidlaren, Zuidlaarderveen, 1794, pagina 5260 Vermelding: Geert Bening. Bedrag: 3-00-00. Assen, aktedatum 00-00-1829, 0114.06, notaris mr. A. Homan, aktenr. 165 Genoemde personen: Geert Jans Bening, woonplaats: Zuidlaarderveen; Froukje Hendriks Uitvlugt, woonplaats: Zuidlaarderveen; Thijs Karsten, woonplaats: Zuidlaren; Adriaantje Wufting, woonplaats: Zuidlaren; Grieta Maria Wufting, woonplaats: Zuidlaren; Jan Wufting, woonplaats: Zuidlaren Kantoor Assen, memorie van successie, 17-06-1830, inventarisnr. 17, opnamenr. 261 (2) , memorienr. 545 Overledene: Geert Jans Bening, overleden te Zuidlaren (Zuidlaarderveen) op 16-11-1829. Er is onroerend goed aanwezig. | Bening, Geert Jans (I6083)
|
231 | Deel 7 folio 205 Soort akte: verkoop Verkoper: Lambert Geerts van Zuidlaarderveen Koper: Jacob Abrahams x Grietje Jans Bedrag: sasche schuit voor 360 gulden Keurnoten: Sigismund Jaques van Heiden; Pieter Bindervoed Plaats: Annerveen Datum: 22-9-1802 | Jobing, Lammert Geerts (I2094)
|
232 | Deel/folio/datum 23/341/12-11-1678 Eiser: Sjourt Doedes voor hem zelf en als erfgenaam van zijn broers en zuster en als lasthebber van Gabbe Meinties en van Willemtien Poppens, weduwe van Lyckle Bonnes met haar schoonzoon Derck Bonnes namens diens vrouw Verweerder: Beerte Oldenzeels Onderwerp: verkoop stuk veen d.d. 1663 Inhoud: Andere namen: Bijzonderheden: commissie: heer Selbach, secretaris Nijsingh en ontvanger Ellents | Jans, Beerte (I68)
|
233 | Deel/folio/datum 43/244/28-11-1730 Eiser: Otto Koens te Uithuizen, meerderjarige zoon van wijlen Koene Ottens en Kunneghien Allerts Verweerder: Marghien Jans weduwe Boele Bavinge en haar kinderen Lambert Boelens, Harmen Boelens en Marghien Boelens als erfgenamen van wijlen hun vader Boele Baving en Geessijn Westebrincks weduwe Geert Frericks en Frerick Geerts voor zich, Claas Cloot, Joest Jans Wagenaar en Roelof Lamberts namens zijn vrouw Grietien Geerts, Immeghien Geerts en Marghien Geerts als kinderen en erfgenamen van wijlen hun vader Geert Frericks, allen woonachtig te Zuidlaren Onderwerp: betaling Inhoud: volgens eiser is er een accoord tussen de genoemde Boele Bavinge, Geert Frericks, Allert Roelofs en Jan Berents als hoofd en medemombers over de eiser, d.d. 15-3-1703 en Jan Jans Oldensiel, toen gehuwd met de moeder van de eiser, Kunneghien Allerts waarin overeengekomen is dat er geld betaald zou worden aan de eiser wegens afkoop. Volgens de eiser is er niet genoeg betaald. | Koenes, Otte (I1720)
|
234 | Deel/folio/datum 49/184v/25-11-1749 Eiser: Grietien Jans meerderjarige dochter van Jan Eibes en Henderickien Harmens te Zuidlaarderveen Verweerder: Roelof Roelofs minderjarige zoon van wijlen Roelof Oldenziel tegenwoordig wonende te Wildervank Onderwerp: trouwbelofte Inhoud: eiser is na trouwbelofte etc. bevallen van een zoon. Er is sprake van de stiefvader van de verweerder en zijn hoofdmomber. Eiser krijgt ongelijk. Oude Staten Archieven (OSA), toegangsnummer 0001, inventarisnummer 868.37, Haardstedengeld Zuidlaren, Zuidlaarderveen, 1784, pagina 5247 Vermelding: Grietien Eibes. Bedrag: 1-00-00. Oude Staten Archieven (OSA), toegangsnummer 0001, inventarisnummer 868.37, Haardstedengeld Zuidlaren, Zuidlaarderveen, 1794, pagina 5260 Vermelding: Grietien Eibes geniet van de Diaconie en heeft remis. Bedrag: 0-00-00. | Eibes, Grietien Jans (I5768)
|
235 | Den 5 Maij 1738 Erschenen de E. Geesjen Nantkes als verkopersche die bekende en beleed en de E Harm Jans en Dietje Jans … als kopers mede verschenen verkogt te hebben de beklemming van seker stukje lande circum circa drie spinde lijn lands groots gelag in N. Sch naast bes…et ten noord en oost de Heere weg ten zuijden van het Nieuw Diep, Ten westen Tietje Jans, om daar een huijsje te bouwen soo groot en klein als de kopers belieften F sijnde sulks reeds geschied . en t overige tot een tuijntje te gebruiken. Zijnde deze verkoop geschied voor een somma vier car: guld: Sullende daar en …. Kopers an verkopersche jaarlijks … to huire de somma vier car: guld sonder verhoging of vermindering wel de huire voor d’eerste maal verscheen ware op maij 1738. En soo vervolgens jaarlijks. De geshenk sijn geregulaart in deses voeg bij aldien het verkogte op kind of kinderen overgaat, sal maer een jaarhuire tot geschenk betaalt worden maar bij alsten het opgaat in de zijdlinie of an ander verkogt mogt word sal een dubbel jaar huire tot geschenk betaalt worden. Koopers en Verkopersche stelt sig onderling het onderpande tot nakoming van gemelden koopschat alle haare geene …. Goederen verminderende jeden alle regtes Exeptien in ‘t bijsonder compansanten ant Slt … A…… ende waar van sij bekend wel geinformeerd te zijn. Oirkonde comparanten hanen in het bijsijn van Rutges Eltjes en Hind. Claasens als getuigen X Zijnde hier van …gelijkluidende gemerkt. Actum als boven. Geesijn Nantkes Harm Jans + dit mark heeft Dietje Jans getogen …sende G Wolten Rotger Eltjes Hendrick Clasens --------------------------------------------------------------------------------------------------------------- N. Scheemda dan 14 juni 1751 Erschenen de E Arent Harms en Hindrikje Jans als verkopers beleden en de E. Harm Jans en Dietje Jans zijn huijsvrouw als kopers, verkocht te hebben haer huijs staande op Hindrik Tonky Lant, doende jaarlijks drie Carol: guldens grontpagt in N. Scheemda zijnde bezwettet ten noorden van de Heere weg, ten oosten Harm Jans, ten zuijden het nieuwe diep, ten westen Derk Bouwkes met alles wat er aan aard, paal en nagelvast is, met geboomte en plantagie. Dese verkoop is geschiedt voor een somma van twee hondert carol: glos ( dico 200) in vier egale termijnen te betalen, waer van de verkopers bekennen het eerste termijn ( sijnde vijftig car: glos) op Maij 1750 reeds ontvangen te hebben, sullende de volgende termijnen op Maij 1751 het tweede, en op Maij 1752 het derde en het laatste termijn op Maij 1753 betaalt worden. De verkopers neemen aan het verkogte te leveren te wagten, en waaren voor alle actien, regten of aanspraken, die erop sonden konnen gemaakt worden, stellende daarvoor alle hunne goederen an alle regten, exeptien desen enigsinds tegen zijnde in ‘t bijsonder de vrouwlijke beneficien van het P.C. te vell: et Auth: cod: fi qua hulier, waarvan sij bekende wel geinformeert te sijn, insgelijk stellen de kopers ook ten onderpand alle hunne goederen geene uitgesondert. + Sullende het huijs den verkoperen ten gereserveerden eigendom behouden totdat de laatste penningen met de eerste zijn betaalt. Het maken van den brief sullen kopers en verkopers elk half betalen oirkonde comparanten handen in bijsijn van twee getuigen de E. Egbert Jans en Jan Simens A H Dese letteren heeft Arent Harms getogen in mijn bijsijn JS Hommen pastor Hindertie Janseu Harm Jans + Dit mark heeft Dietje Jans getogen in mijn bijsijn JS Hemmen pastor Egbert Jans A H dit mark heeft Jan Simens als getuige getrokken in mijn bijsijn JS Hemmen --------------------------------------------------------------------------------------------------------------- N. Scheemda den 9 aug 1752 Erschenen de E. Dietjen Jans wed. van Harm Jans woonachtig in Scheemder Hammerik welke bekend en beleid verkogt te hebben haar behuizinge en hof met gewochten ( staande tot Scheemter Hammerik bij het nieuwe diep op de gront van de E.Geesijn Nanthof doende jaarlijks tot grondpagt de somma van vier caroliLsos met sijn einden en swetten in de koopbrief van de 5 maij 17hondert achten dartig gemeld nevens een leeger steede op het kerkhof) an de E. Engel Harms wed: van Jan Hinderiks vrient voor de somma van taggetig carolyglds ( dico 80 car: glos) De koopschafstpenningen sullen in drie termijnen betaalt worden, waarvan de eerste termijn reeds betaalt is op maij 1752 bedragende veertig car: guldens en dient desen tot quitantie, sullende beide andere in twee egale termijnen betaalt worden als op maij 1753 wanneer ook het eerste jaar grontpagt als dan sal versheenen weesen + het laatste van kopersche T laatste termijn op maij 1754. Verkopersche neemt an het verkogte vrij te leveren, wagten, en waaren voo alle Actien,, Erutien, Schulden of aanspraken met inbegrippe van alle hooge en lage regten en gerichten met verminitiatie van allerlij exeptien als onder dise div: lib: enz: En kopersche stelt voor wanbetaling ten onderpand alle haar hebbende en toekomende goederen geene vermijnt met inbegrippe van + alle hoge en lage regten en gerichten, nevens de parate reale exercitie inbeminderende met verminditiatie van alle regts exceptien. De verkopersche sal het refererent eigendomsregt over het verkogte behouden totdat de laatste me de eerste penningen sijn betaalt. Het maaken van den brief sal eene laste ten van koper en de andere helfte van verkopersche sijn. Overkomste comparanten handen in bijsijn van twee getuigen als de E. Derk Boelman, en de E. Albert Eppes. + Dit mark heef Dietjen Jans getogen in mijn bijsijn Jl Hommes paster + Dit mark heeft Engel Harms getogen in mijn bijsijn JS Hommen paster Derk Boelmans Albert Eppes | Jans, Harm (I3315)
|
236 | Dirck Jans DORLANT Marr. X X Dirck Dircks DORLANT, chr.: Abt. 1565 Kortenhoef . Marr. - -, X X, born: Abt. 1555 Jan Dircks (1580) Cornelis VAN DORLANT, born: Abt. 1580 , died: . Marr. - -, X X, born: Abt. 1585 Gijsbert Cornelissen (1610) Weineken Cornelis (1613) Jan Cornelis (1615) Cornelia Cornelis (1620) Jantgen Cornelis (1621) http://www.zwiebelfam.nl/gendata/roland/kwanames.htm | van Dorland, Dirk Jansz (I7018)
|
237 | Dirck Trip (1691-1748), heer van Groet sinds 1730, raad bij de Admiraliteit van Amsterdam op voorspraak van zijn schoonvader Lieve Geelvinck, burgemeester van Amsterdam in 1735, 1742 en 1748. In 1742 de rijkste man in Amsterdam. Bezat het Landgoed Waterland.[7] Trouwde in 1712 met Christina Eijgels en daarna met Agatha Levina Geelvinck. | Trip, Dirk (I9606)
|
238 | Dirk I of Thidericus Fresonie (ca.875 - rond 923 of Andernach, 5 oktober 939) was een Friese graaf die vanaf ongeveer 896 het bewind voerde over een aantal gebieden in de kuststreek van West-Frisia, het latere graafschap Holland. Zijn vader was Gerulf. Leven Dirk erfde van zijn vader het gezag over Kennemerland en Rijnland. Hij steunde de Westfrankische koning Karel de Eenvoudige bij een opstand van zijn vazallen. Als dank hiervoor kreeg hij van Karel op 15 juni 922 te Bladel de kerk van Egmond met alle daarbij behorende goederen. Egmond lag ten noorden van de bezittingen die hij van Gerulf had geërfd en sloot daar dus uitstekend op aan. Kort hierna stichtte hij er een klooster voor nonnen, het begin van de Abdij van Egmond. Minimale bronnen Wellicht zijn verschillende graven met de naam Dirk samengevoegd tot Dirk I. Dit is goed mogelijk, omdat men in die tijd nooit over Dirk de zoveelste sprak, maar gewoon over Graaf Dirk. De geschiedenis rond de eerste graven van Holland is pas rond 1290 voor het eerst door Melis Stoke opgeschreven. De schrijver gebruikte hiervoor teksten die door de monniken van de abdij van Egmond waren bewaard. Omdat de monniken pas tijdens het bewind van Dirk II de nonnen vervingen, moet men ervan uitgaan dat de informatie op deze (inmiddels vergane) documenten door overlevering is verkregen. Volgens een akte gedateerd 922/923 zou Dirk I na een regering van veertig jaar in 922/923 zijn overleden. Dit zou betekenen dat hij Gerulf in 882 zou zijn opgevolgd. Het staat echter vast dat Gerulf in 889 nog een goed in eigendom kreeg. Gerulf is waarschijnlijk pas in 895 of 896 overleden. Mogelijke Dirk I bis (ca. 900–939) Vast staat dat Dirk II in 988 is overleden. Als hij zijn vader al in 923 was opgevolgd, dan zou dat betekenen dat hij niet minder dan 65 jaar heeft geregeerd, wat zeer onwaarschijnlijk is. Daarom gaan historici ervan uit dat er nog een Dirk geweest moet zijn die de naam "Dirk I bis" heeft gekregen. D.J. Henstra is een andere mening toegedaan, en maakt door een berekening plausibel dat Dirk II wel degelijk de zoon is van Dirk I, en dat die de zoon is van Gerulf I. Het is bekend dat graaf Dirk getrouwd was met Gerberga van Hamaland (die ongeveer 912 zal zijn geboren), dat hij betrokken was bij de Lotharingse opstand van 939 tegen de Duitse koning Otto de Grote, en op 2 oktober 939 is gesneuveld in de slag bij Andernach (waarbij Dirk I dan ongeveer 65 zou zijn geweest). Deze gegevens maken een tweede generatie, dus Dirk I bis, aannemelijk, maar er zijn uit deze periode wel meer voorbeelden bekend van edelen die op hogere leeftijd nog met een jonge vrouw trouwden of aan een veldslag deelnamen. Huwelijk en kinderen Dirk trouwde (in 928?) met Gerberga (Geva), dochter van Meginhard IV van Hamaland, zoon van Everhard Saxo (die in 898 is vermoord door Dirks broer Waldger![3]), en opvolger van zijn vader als graaf van Hamaland en hertog van Friesland. Meginhard was lid van de delegatie van Hendrik de Vogelaar bij diens ontmoeting met Karel de Eenvoudige in 921. Dirk en Geva hadden een zoon, Dirk II, opvolger van zijn vader als graaf van het westen van Friesland. Dirk I moet ook een zoon Gerulf (II) hebben gehad, die als jongeling of ongehuwd man werd gedood voor het overlijden van zijn vader. Er wordt aangenomen dat hij de oudere broer van Dirk II was. Dirk en Gerberga zijn beiden in de abdij van Egmond begraven. | van West Frisia, Dirk I (I7076)
|
239 | Dirk II (of Diederik II) (ca. 932 – Egmond, 6 mei 988) was een Friese graaf (comes Fresonum), uit de 10e eeuw die tussen 965 en 988 het feitelijke bewind voerde over het graafschap West-Frisia, dat het gehele kustgebied besloeg tussen de Oosterschelde en het Vlie en bestond uit de gouwen: Masaland, Kinhem en Texla. Het formele leenschap beruste bij de Utrechtse bisschop. In het verleden is wel aangenomen dat Dirk II de zoon was van Dirk I. Tegenwoordig gaat men ervan uit dat hij de zoon was van een zoon van Dirk I, die ook wel wordt aangeduid als Dirk I bis, en Gerberga (Geva) van Hamaland. Familie In 938 verloofde de toen nog zeer jonge Dirk II zich met Hildegard van Vlaanderen, dochter van graaf Arnulf I van Vlaanderen en Aleidis van Vermandois. Het huwelijk volgde circa 950. Uit de Rijmkroniek van Holland van Melis Stoke: Dese Dideric goed ende wert had een wijf, heet Hildegaert ('deze goede en brave Diederik had een vrouw die Hildegard heette'). Uit het huwelijk werden in ieder geval drie kinderen geboren: zoon Aarnout (Gent 951-993), ook wel Arnulf Gandensis genoemd, die zijn opvolger werd zoon Egbert van Trier (952-994), aartsbisschop van Trier dochter Erlindis (953-1012) mogelijk een onbekende dochter die trouwde met graaf Everhard van Doornik. Na het overlijden van zijn schoonvader Arnulf op 27 maart 965 trad Dirk II enige tijd op als voogd voor de minderjarige opvolger Arnulf II van Vlaanderen. Evangeliarium Op 15 juni 950 schonk Dirk II aan Egmond ter ere van de bijzetting van Sint Adelbert een stenen kloosterkerk, waarschijnlijk ter gelegenheid van de wijding van deze kerk schonk hij het Evangeliarium van Egmond, thans een van Nederlands belangrijkste cultuurhistorische voorwerpen uit de vroege middeleeuwen. Het negende-eeuwse handschrift werd circa 975 door hem verworven en bevat de tekst van de vier evangeliën. Dirk en Hildegard zijn afgebeeld op twee miniaturen, die Dirk voor de gelegenheid aan het boek liet toevoegen. Volgens sommige schrijvers zijn de miniaturen van de hand van hun zoon Egbert. De tekst bij een van de miniaturen luidt in vertaling: "Dit boek werd geschonken door Dirk en zijn geliefde vrouw Hildegard aan de genadige vader Adalbert, opdat hij hen rechtvaardig zal gedenken in alle eeuwigheid." Thans bevindt het evangeliarium zich in de collectie van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Bestuur Dirk II bestuurde de grafelijke burcht en het graafschap van Gent vanaf 965, toen zijn zwager Wichman IV deze functies opgaf. In 972 verwierf Dirk de landerijen rondom Rijnsburg, bij Leiden, wat ten koste ging van de Utrechtse bisschop. Onder de bevolking ontstond verzet tegen deze heerschappij. Dit leidde tot het neerslaan van een opstand door Dirk II van de Friezen. Op de plaats van de overwinning werd drie jaar later een kapel opgericht. [1] Op 25 augustus 985 kreeg Dirk zijn lenen in Masaland, Kennemerland en op Texel van koning Otto III in vrije eigendom. Twee maanden daarvoor, op 26 juni, had graaf Ansfried al niet nader genoemde gebieden - que vocantur Inferior Maselant - in Maasland van de koning verkregen. Dirk II, Hildegard, Aarnout en Erlindis werden in de Abdij van Egmond begraven. Trivia De plaatsnaam Hillegersberg is vernoemd naar Hildegard van Vlaanderen. Dirk II was eigenaar van het aldaar bestaande Bergan, wat versterkte plaats of gehucht betekent. | van West Frisia, Dirk II (I7074)
|
240 | Dirk III (circa 982[1] – 27 mei 1039[2]), bijgenaamd Hierosolymita ("Jeruzalemganger"), was een Friese graaf (comes Fresonum). Hij was van 993 tot 1039 graaf van West-Frisia (waaruit het latere graafschap Holland zou ontstaan). Leven Dirk III werd rond 982 geboren als oudste zoon van graaf Arnulf van Gent en diens echtgenote Lutgardis van Luxemburg (haar jongere zus Cunegonde van Luxemburg was getrouwd met de Rooms-Duitse koning Hendrik II). Het regentschap van Lutgardis (993-1005) Toen zijn vader Arnulf in 993 sneuvelde, was Dirk III nog te jong om het bestuur op zich te nemen, waarop zijn moeder Lutgardis van Luxemburg deze taken waarnam. In 1005 was Dirk oud genoeg om zelfstandig het graafschap te besturen, maar maakte nog steeds dankbaar gebruik van de goede connecties van zijn moeder. Zij riep de hulp in van haar zwager, de Duitse koning Hendrik II, om een Friese opstand te onderdrukken. De koning vertrok vanuit Utrecht per schip met een leger naar Friesland en bracht de aanvallen tot staan. Het bewind van Dirk III (1005-1039)[bewerken] Tijdens zijn graafschap wist Dirk zijn gebied uit te breiden richting het oosten. Deze uitbreiding ging ten koste van het bisdom Utrecht. De uitbreiding bestond onder meer uit het gebied ten zuidoosten van Alphen, tussen Zwammerdam en Bodegraven. In 1017/1018 zou Dirk ook nog een oorlog tegen de Friezen hebben gevoerd. Conflict met de keizer Dirk was actief in de ontginning van moerassen door gronden te verpachten aan Friezen die ze in cultuur brachten, maar die wilde gronden werden door de bisschoppen van Utrecht als hun gebied beschouwd. Rond 1015 koloniseerde Dirk zo de Riederwaard. Bovendien bouwde hij een burcht in Vlaardingen, waarschijnlijk op de plek waar zich nu de Grote Kerk bevindt, waar het riviertje de Flarding (tegenwoordig de Vlaardingse haven) uitmondde in de Merwede (tegenwoordig de Nieuwe Maas). Vanuit die burcht dwong hij de kooplieden die langs kwamen varen, onderweg van Tiel naar Engeland en vice versa, om tol te betalen. Deze kooplieden én ook bisschop Adelbold van Utrecht riepen daarom de hulp in van de Duitse keizer Hendrik II. Deze gaf in 1018 zijn neef Dirk de opdracht zijn vesting te ontruimen. In plaats van zijn leenheer te gehoorzamen, verschanste Dirk zich op zijn burcht en de keizer kon nu niet anders dan een leger op hem af sturen. Dit leger, onder leiding van hertog Godfried de Kinderloze, bestond uit een vloot met troepen uit het Sticht Utrecht, het keurvorstendom Keulen en het bisdom Luik. De veldslag in het moeras bij Vlaardingen (29 juli 1018) Op 29 juli 1018 kwam het tot de Slag bij Vlaardingen. Het laatste stuk naar de burcht moest via land worden afgelegd, wat lastig ging omdat het gebied vol met sloten en dijken lag. Het duurde niet lang voor het leger van Godfried vastliep en noodgedwongen moest terugkeren naar hun schepen om een andere route te zoeken. Op de terugweg liep het leger echter in hinderlaag van de troepen van Dirk. Godfried maakte met zijn leger een tactische terugtrekkende beweging, waarop iemand uit het Friese kamp riep dat de voorste gelederen verslagen waren en de hertog op de vlucht sloeg. Hierop raakten de troepen van Godfried zo in paniek dat velen in volle wapenuitrusting de rivier in sprongen, in een poging de schepen te bereiken. Andere kwamen vast te zitten in het moeras. Dirk maakte direct gebruik van de paniek en het machtige leger van de hertog werd volledig in de pan gehakt. Godfried werd hierbij gevangengenomen. Keizersopvolging Nadat de keizer in 1024 kinderloos overleed, steunde Dirk Koenraad II in diens strijd om de opvolging. Pelgrimstocht naar Jeruzalem: Hierosolymita (ca. 1030)[bewerken] In de 12e-eeuwse Annalen van Egmond staat Dirk III vermeld met de bijnaam Hierosolymita, de Jeruzalemganger. Dat duidt erop dat hij een pelgrimstocht naar het Heilige Land heeft gemaakt. Volgens de 14e-eeuwse geschiedschrijver Johannes de Beke heeft Dirk zijn tocht rond het jaar 1030 ondernomen. Overlijden Na het overlijden van Dirk III op 27 mei 1039, ging zijn vrouw terug naar Saksen, waar zij op 31 maart 1044 overleed. Dirk III is begraven in de Abdij van Egmond. Othilde werd begraven in Quedlinburg. Huwelijk en kinderen Dirk III's vrouw was Othelhilde (ca. 985 - Quedlinburg, 9 maart 1043/44). Over haar afkomst bestaat geen zekerheid. Als zij een dochter van hertog Bernhard I van Saksen was, dan trouwde haar zoon Floris met zijn volle nicht. Als vader wordt ook wel Bernard I van Brandenburg, de markgraaf van de Noordmark, genoemd. Uit het huwelijk van Dirk met Othelhilde werden vier kinderen geboren: Dirk IV Floris I Bertrada, die trouwde met Diederik II van Katlenburg Swanhilde, die trouwde met Emmo van Loon | van Holland, Dirk III (I7070)
|
241 | Dirk V (1054 - 17 juli 1091) was een Friese graaf (comes Fresonum) die het bewind voerde over de gebieden die later bekend zouden worden als het graafschap Holland. Hij was de zoon van Floris I en Geertruida van Saksen. Floris sneuvelde in 1061 in de oorlog met de bisschop van Utrecht, Willem van Gelre. Dirk was toen minderjarig en zijn moeder trad op als regentes. Willem, de bisschop van Utrecht, maakte van deze situatie gebruik om het Rijnland en het Kennemerland te annexeren. Deze annexatie werd formeel bevestigd door keizerin Agnes van Poitou (1024-1077), de regentes van Duitsland. Van Dirks graafschap bleven alleen de noordelijkste en zuidelijkste gebieden over. Zijn moeder besefte dat Dirk een sterke bondgenoot nodig had en ze trouwde in 1063 met Robrecht I van Vlaanderen, de broer van de graaf Boudewijn VI van Vlaanderen. Die gaf zijn aanspraken in Vlaanderen op (ten gunste van zijn neef Arnulf III van Vlaanderen) en wijdde zich aan zijn Friese belangen. Daaraan ontleent hij in Vlaanderen zijn bijnaam "de Fries". Dirk ontving Rijks-Vlaanderen ten oosten van de Schelde en de eilanden ten westen van de Schelde (o.a. Walcheren), als apanage. Robrecht en Boudewijn wisten het Rijnland en Kennemerland weer terug te veroveren, maar Keizer Hendrik IV gaf hertog Godfried III van Lotharingen van Neder-Lotharingen opdracht om de bisschop te verdedigen. Godfried werd op 26 februari 1076 vermoord in Delft of Vlaardingen. Volgens de overlevering werd hij toen hij zijn behoefte deed, van onderen via zijn aars door een zwaard dodelijk verwond. Toen bisschop Willem een paar maanden later ook overleed, verzamelde Dirk een Vlaams leger en probeerde hij opnieuw zijn graafschap te heroveren. De nieuwe bisschop Koenraad verschanste zich in het kasteel van IJsselmonde. De gevechten werden beslist doordat Dirk het kasteel kon veroveren. Koenraad sloot vrede en gaf daarbij het Rijnland en Kennemerland terug aan Dirk. Dirk koos in de Investituurstrijd de kant van de paus en hij werd begraven in de abdij van Egmond. Dirk is vermoedelijk getrouwd met Othelhildis van Saksen (ca. 1065 - 18 november 1120), maar hier kan ook sprake zijn van een verwarring met zijn grootvader. Dirk kreeg twee kinderen: Floris II Mathilde | van Holland, Dirk V (I7066)
|
242 | Dirk van Brederode (± 1256 Santpoort - 16 december 1318 te Reims), overleden op de terugweg uit Palestina. Hij ligt begraven in de Dominicanenkerk te Reims. Bijgenaamd De Goede, heer van Brederode (1285), baljuw van Kennemerland (1288), ridder (1290). Hij was een zoon van Willem I van Brederode en Hildegonde van Voorne. Levensloop Dirk wordt voor het eerst vermeld in een oorkonde als 'ridder Dirk' in oktober 1268, hij is getuige en mede-zegelaar van Floris V van Holland in Brugge. Hij neemt in 1272 deel aan zijn eerste veldtocht tegen de West-Friezen. Deze tocht verloopt slecht en wordt beëindigd met een veldslag bij Heilo op 20 augustus 1272. In 1282 volgde de tweede Friese veldtocht van Dirk II. Hierbij werd het stoffelijk overschot van Willem II van Holland, de vader van Floris V, teruggevonden in Hoogwoud, waarna deze veldtocht succesvol werd afgesloten. Hij nam weer deel aan zijn derde veroveringstocht van West-Friesland in 1287 onder leiding van Floris V van Holland door middel van een vloot invasieschepen. Hierbij speelt hij een grotere rol en draagt hij de titel 'Admiraal van Holland'. Door een hevige storm, gevolgd door een vloed in december 1287, werden grote delen van West-Friesland overstroomd. Mede door een list wist Dirk en zijn mannen met hun schepen de opstandige Friezen te onderwerpen. In hetzelfde jaar trok hij voor Floris V met een leger naar Utrecht om de heren van Amstel en van Woerden gevangen te nemen. In april 1304 maakte Dirk II deel uit van de edelen die zich succesvol tegen de indringende Vlamingen verzetten. In augustus 1315 maakte hij deel uit van een veldtocht in Vlaanderen. Na een bedevaart werd Dirk II door een ziekte getroffen en hij stierf op de terugweg naar huis in Reims op 16 december 1318. Huwelijk en kinderen Trouwde rond 1290 met Maria van der Lecke, (ovl. op 1 april 1307), dochter van Hendrik II, heer van de Leck en Jutte van Borsele. Dirk II kreeg minstens vier kinderen met Maria van der Lecke: Willem Dirksz van Brederode (1278-1316). Willems zoon Dirk III van Brederode volgde Willems broer Hendrik in 1345 op als heer van Brederode. Hendrik I van Brederode (gesneuveld bij Staveren in 1345), heer van Brederode (1318-1345), trouwde met Elisabeth alias Isabella van Fontaines. Hun zoon Willem overleed vóór 1333. Catharina van Brederode (ovl. 1372), trouwde met Jan I van Polanen. Jutte van Brederode (ovl. 1346). Elisabeth, non in de abdij van Rijnsburg. | van Brederode, Dirk II (I7044)
|
243 | Dirk van Teylingen, heer van Brederode (Latijn: Theodericus de Theylingen) (ca. 1180 - 1236) was heer van Brederode en drossaard van de graven van Holland. Hij was een zoon van Willem van Teylingen, er worden mogelijk twee moeders aan hem gelinkt, Maria van Castricum of Agnes van Bentheim. Dirk (I) wordt door historici gezien als grondlegger van het huis Brederode; het grondgebied van Brederode was echter al in het bezit van zijn vader, die uit het geslacht Van Teylingen voortkwam, waardoor hij mogelijk niet de eerste heer van Brederode was. In 1226 werd Dirk benoemd tot drossaard aan het hof van de graaf van Holland. Hij diende onder Floris IV van Holland en Willem I van Holland. Bij afwezigheid van de graaf was hij tevens zijn eerste vervanger. Dirk huwde omstreeks 1215 met Aleid Alveradis van Heusden; zij kregen minstens zes kinderen: Willem, 2e heer van Brederode 1226—1285 - Opvolger Dirk van Brederode 1228—±1279, rond 1255 tot ridder geslagen. Floris van Brederode 1230—1306, heer van Doortoge en van Zegwaard Aleidis van Brederode 1232—±1262 Catharina van Brederode 1234—? Agnies van Brederode ±1245—±1280 Aleid van Heusden huwde na de dood van Dirk met Herbaren II van der Lede. | van Brederode, Dirk I (I7050)
|
244 | Dirk VI (?, 1114 - bij Utrecht, 5 augustus 1157) was graaf van Holland vanaf 1122, aanvankelijk onder het voogdijschap van zijn moeder. Huwelijk en kinderen Omstreeks 1125 huwde hij met Sophia van Rheineck, dochter van Otto van Rheineck en Geertruid van Northausen. Door dit huwelijk kwam het graafschap Bentheim in handen van de graven van Holland. Sophie overleefde haar man met ruim 19 jaar. Ze stierf in 1176 tijdens een bedevaart in Jeruzalem. Samen kregen ze de volgende kinderen Dirk (ca. 1138 - 1151), begraven te Egmond Floris III, graaf van Holland Otto, graaf van Bentheim Boudewijn, bisschop van Utrecht Dirk, bisschop van Utrecht Sophia (ovl. na 1202), abdis van Rijnsburg Hadewig (ovl. Rijnsburg, 28 augustus 1167) non te Rijnsburg Geertruid (ovl. op 13 augustus) Petronilla (ovl. 5 december) Dirk had ook een buitenechtelijk kind, genaamd Robert (ovl. voor 1190), begraven te Rijnsburg. Het regentschap van Petronilla Toen zijn vader Floris II in 1122 stierf, was Dirk VI nog te jong om het bestuur op zich te nemen, waarop zijn moeder Petronilla van Saksen deze taken waarnam. In 1123 hielp Petronilla haar halfbroer hertog Lotharius in zijn strijd tegen keizer Hendrik V. Nadat Lotharius in 1125 zelf koning van het Heilige Roomse Rijk werd, voegde hij Rijnland en Leiden, (formeel sinds 1064 Utrechts bezit), bij Holland. In 1133 stichtte Petronilla de abdij van Rijnsburg. Omdat ze geen vertrouwen had in de nogal ambitieloze Dirk, rekte Petronilla haar regentschap, zodat haar 2de zoon Floris het graafschap kon overnemen. Floris de Zwarte Deze Floris (bijgenaamd de Zwarte) bezat wel de ambities die bij zijn oudere broer leken te ontbreken. Hij kwam openlijk in opstand tegen zijn broer en werd van 1129 tot 1131 ook als graaf van Holland in oorkonden genoemd. Zelfs Rooms-koning Lotharius en bisschop Andries van Utrecht erkenden Floris als de rechtmatige graaf van Holland. In maart 1131 werd Dirk VI echter weer officieel graaf van Holland genoemd en leken de broers zich te hebben verzoend. Zo’n 6 maanden later (augustus 1131) stonden de broers alweer tegenover elkaar, nadat de opstandige Westfriezen Floris de heerschappij over heel West-Friesland hadden aangeboden. Floris accepteerde dit maar al te graag en ook de Kennemers sloten zich daarna bij de opstand aan. Een jaar later, in augustus 1132, kwam Rooms-koning Lotharius tussenbeide en werd de broedertwist wederom bijgelegd, ook al had dit weinig invloed op het verzet van de Friezen. Floris kwam in conflict met de familie van Cuijk toen zijn huwelijksaanzoek aan een van de dochters van de familie werd afgewezen. Floris viel bisschop Andries van Cuijk aan en bezette de stad Utrecht. Herman en Godfried van Cuijk trokken met een leger naar Utrecht. Zij verrasten Floris toen die buiten de stad aan het jagen was en doodden hem. Dirk verwoestte daarop het kasteel van Herman bij Lexmond en Herman, Godfried en Andries moesten vluchten. Pas toen er een nieuwe keizer kwam (Koenraad III van Hohenstaufen), kon een vrede worden bereikt. Andries werd hersteld als bisschop, maar Herman moest voortaan Dirk als zijn heer erkennen voor zijn bezittingen bij Lexmond. De bedevaart van Dirk In 1138 ondernam Dirk VI samen met zijn vrouw een pelgrimstocht naar Jeruzalem. Op de terugreis bezocht Dirk Paus Innocentius II en droeg hij de abdij van Egmond en de door zijn moeder gestichte abdij van Rijnsburg aan hem op. Hiermee onttrok hij de abdijen aan het kerkelijk gezag van het Aartsbisdom Utrecht. De burcht van LeidenDe bedevaart van Dirk[bewerken] In 1138 ondernam Dirk VI samen met zijn vrouw een pelgrimstocht naar Jeruzalem. Op de terugreis bezocht Dirk Paus Innocentius II en droeg hij de abdij van Egmond en de door zijn moeder gestichte abdij van Rijnsburg aan hem op. Hiermee onttrok hij de abdijen aan het kerkelijk gezag van het Aartsbisdom Utrecht. De burcht van Leiden Tijdens het graafschap van graaf Dirk VI werd de houten Burcht van Leiden vervangen door een stenen. De burcht stond op een motte en bestond uit een ronde muur met daarin een donjon. Deze burcht (waarvan de resten nog steeds in het centrum van Leiden staan) functioneerde als militair steunpunt waar de graaf zich bij gevaar kon terugtrekken. De Echternachse kwestie In 1156 loste Dirk VI de slepende kwestie rond de Echternachse kerken op. Rond 923 had Dirk I in Egmond een klooster gesticht. Deze Abdij van Egmond kreeg de kerkelijke rechten over het gebied, in plaats van de door Willibrordus gestichte Abdij van Echternach. De abdij van Echternach ondernam herhaaldelijk pogingen het verloren bezit terug te krijgen. Dit had tot gevolg dat in 1063 de bisschop Willem I van Utrecht de kerken in het gebied over beide abdijen verdeelde. De abdij van Egmond wou deze verdeling uiteraard niet accepteren. Dirk VI loste het conflict op door de abdij van Echternach, in ruil voor de gebieden, land op Schouwen en de inkomsten van de grote kerk in Vlaardingen te schenken. Dat de abt van Egmond, die bij de overdracht aanwezig was, weinig gecharmeerd was van deze oplossing, bleek wel toen hij Dirk VI en zijn zoon Floris kort erop in de ban deed. Deze ban is er waarschijnlijk de oorzaak van dat Dirk VI niet in Egmond maar in de Abdij van Rijnsburg werd begraven. | van Holland, Dirk VI (I7062)
|
245 | Dokkum Bron: Naamsaanneming 1811Soort registratie: Naamsaanneming 1811 inschrijving(Akte)datum: 1811Plaats: Dokkum Bijzonderheden: Kind(eren): Jacob 18, Murkje 15, Janke 9, Trijntje 5 Ingeschreven Sybrand Jacobs Blauw wonende te Dokkum Bronvermelding Dokkum, archiefnummer 29, Register van familienamen - Tresoar, inventarisnummer 0038 Periode: 1811-1825 | Blauw, Sybren Jacobs (I11224)
|
246 | Donald II, Gaelisch: Dòmhnall mac Chòiseim (?, ? - Forres of Dunnottar, 900) was koning van de Picten en koning van Alba. Hij volgde Eochaid en Giric op en regeerde gedurende elf jaren. In Berchan's Prophecy wordt hij the rough one (de ruwe) genoemd, met weinig interesse voor heilige relieken en psalmen. Tijdens zijn regering had hij veel te maken met invallen van de Gaelen en de Vikingen. Tijdens de regering van zijn vader Constantijn I had de Viking Harald Noorwegen veroverd en tot één koninkrijk gemaakt. Een aantal jarls, die zich niet wilden onderwerpen, vluchtten naar Orkney, Shetland en de Hebriden, van waaruit zij strooptochten ondernamen, onder andere naar de kusten van Noorwegen. Ten tijde van de regering van Donald II ondernam koning Harald een expeditie om deze jarls aan te pakken. Harald schoonde Shetland en daarna Orkney. Vervolgens plunderde hij op de Hebriden en op het vasteland van Schotland. Shetland en Orkney voegde hij toe aan zijn koninkrijk. Het was de tweede earl van Orkney, Sigurd Eynsteinson (broer van Rognvald Eynsteinson, de eerste earl), die een verbond sloot met Thorstein de Rode, zoon van Olaf de Witte, koning van Dublin. Tezamen namen zij Caithness, Sutherland en delen van Ross en Moray in. Sigurd stierf ten gevolge van verwondingen opgelopen in de gevechten; Thorstein de Rode riep zichzelf uit tot koning van noord-Schotland. Hij regeerde ongeveer een jaar totdat hij viel in een gevecht in Caithness. Zijn nakomelingen vestigden zich in IJsland, net als verscheidene andere Vikingen en Kelten, die gevlucht waren voor koning Harald. Donald II hield tijdens deze periode wel de laaglanden in zijn greep. Hij werd als eerste ri alban genoemd, koning van Alba. Strathclyde werd in deze tijd geregeerd door ene koning Donald, vermoedelijk een nabije bloedverwant. Uiteindelijk sneuvelde Donald II in een gevecht in noord-Schotland bij Dunnottar of Forres in het jaar 900. Donald II werd begraven op Iona. | van Alba, Donald II (I7922)
|
247 | Donnchad mac Crínáin, Duncan, (1001- 15 augustus 1040) was koning van Schotland. In tegenstelling tot Shakespeares Macbeth was de historische Duncan een jonge koning. Hij volgde zijn grootvader, Malcolm II, na diens dood op 25 november 1034, zonder enig tegenstand op. Hij was wellicht Malcolms erkende opvolger, hierbij het Tanist-stelsel schendend. Volgens John van Fordun was Duncan koning van Strathclyde geweest voor zijn opvolging van de Schotse troon. Verder beweert hij dat Duncan met Suthen, zus van Siward van Northumbria, was getrouwd. Dit is echter omstreden, moderne theorieën gaan uit van Sybil - een nicht van Siward. Het is wel zeker dat Duncan twee zoons had: Malcolm en Donald, die beiden koning werden (Malcolm 1058-1093 en Donald 1093-1094 en 1094-1097). Het begin van Duncans regeerperiode was waarschijnlijk erg rustig, er waren geen oorlogen of andere gewapende conflicten. Macbeth wordt 'dux' genoemd, wat betekent dat hij de macht achter de troon was. In 1039 voerde Duncan een Schots leger aan om Durham te belegeren, maar hij faalde. Honderden Schotten stierven. Duncan overleefde, maar het volgende jaar viel hij Moray binnen, Macbeths domein. Daar, bij Pitgaveny bij Elgin, werd hij gedood door zijn eigen troepen onder leiding van Macbeth. Hij is begraven in de abdij van Iona. Duncan was de zoon van Crínan van Dunkeld en Bethóc, erfdochter van Malcolm II van Schotland. Crínan was voogd van Dunkeld en Dule, steward van de Western Isles, mormaer van Atholl. Hij is in 1045 gesneuveld in de verdediging van de belangen van zijn kleinzoon, tegen MacBeth. Bethóc was mogelijk in eerdere huwelijken getrouwd met Sigurd van Orkney en/of Findleach van Moireabh. | van Schotland, Duncan I (I7915)
|
248 | Doop- en trouwboek 1621-1705 Bron: Registraties vóór 1811Soort registratie: Lidmaten(Akte)datum: 09-10-1659Plaats: Warffum Bijzonderheden: op belijdenis: Lidmaat Mester Remmert Harmens Timmerman Bronvermelding Doop- en trouwboek 1621-1705, archiefnummer 124, Doop-, trouw- en begraafboeken enz. in de provincie Groningen, inventarisnummer 498, blad 93v Gemeente: Kerkelijke gemeente - Warffum | Hermens, Remmert (I11050)
|
249 | Doop- en trouwboek 1621-1705 Bron: Registraties vóór 1811Soort registratie: Lidmaten(Akte)datum: 11-04-1658Plaats: Warffum Bijzonderheden: op belijdenis: Lidmaat Geertijen Jansen Diversen: Mr. Remmert Timmermans huijsvrouw Vermelding Mr. Remmert Timmermans Bronvermelding Doop- en trouwboek 1621-1705, archiefnummer 124, Doop-, trouw- en begraafboeken enz. in de provincie Groningen, inventarisnummer 498, blad 93 Gemeente: Kerkelijke gemeente - Warffum | Jansen, Geertien (I11051)
|
250 | Doop- en trouwboek 1730-1811 Bron: Registraties vóór 1811 Soort registratie: doopakte Aktedatum: 23-08-1733 Plaats: Eenrum Dopeling Maria Vader Frederik Cornelis Moeder Helena Wiersema Bronvermelding Doop- en trouwboek 1730-1811, archiefnummer 124, Doop-, trouw- en begraafboeken enz. in de provincie Groningen, inventarisnummer 54 Gemeente: Kerkelijke gemeente - Eenrum | Freerks, Maria (I8368)
|